ALCOHOLGEBRUIK IN NEDERLAND EVEN HOOG ALS IN 1900 Ach(t) vader, niet meer Musis 94 'Ach(t) vader, niet meer'. Eppo Doeve, Elseviers Magazine, 31 januari 1976. Collectie J. Doeve (Liedje uit de jaren 1900) koop van jenever - terwijl koffie en thee op de bon bleven - was een schop tegen het zere been van de drankbestrijders. In het naoorlogse tijdschrift De Nieuwe Eeuw verscheen een spotprent van een dronken gezin: 'Geen deviezen voor koffie; borrel bij het ontbijt!' De wederopbouw ging in de jaren vijftig geleidelijk over in groeiende welvaart. Het waren de tijden van de eerste koelkast en - als de jaren zestig aanbreken - de eerste televisie en een buitenlandse vakantie. Het verbruik van bier,jenever en ook wijn steeg mee. De jonge generaties verlangden meer vrijheid en wilden kunnen genieten van het leven. De drankbestrijding sprak nauwelijks meer aan. De verschillende veremgingen verloren snel aan leden en de ene afdeling na de andere zag zich genoodzaakt zichzelf op te heffen. De befaamde kantines van de Volksbond tegen drankmisbruik bleven aanvankelijk nog bestaan. Met name op uitgestrekte industrieterreinen en in de haven bekkens van Amsterdam, Rotterdam en Vhssingen bleken ze een groot krediet te hebben opgebouwd. Het alcoholvraagstuk werd er overigens niet minder om. Halverwege de jaren zeventig bleek de consumptie per hoofd van de bevolking weer terug te zijn op het niveau van vóór 1900. Eppo Doeve maakte er een tekening over in Elseviers Magazine, evenals Boost geïnspireerd op Braakensiek. Vader en kind zijn ditmaal echter gesitueerd in een supermarkt, waar de alcohol in de aanbieding is: 'Ach(t), vader, niet meer!' Fritz Behrendt, die naast zijn politieke werk altijd veel aandacht heeft voor de condition humaine, liet in een tekening in De Telegraaf in 1980 de burger letterlijk gebukt gaan onder drank en sigaretten. Om het alcoholgebruik terug te dringen startte de overheid in 1987 de campagne 'Drank maakt meer kapot dan je hef is'. Len Munnik zette dat jaar in een tekening de campagne af tegen alcoholaccijnzen, waarvan de overheid de inkomsten incasseert. Door de nieuwe slogan heel klein af te beelden tegen de achtergrond van een grote geldzak, weet Munnik de hypocrisie in het overheidsoptreden goed te treffen. In de jaren negentig richtten de drankcampagnes zich sterker op stevig drinkende jongeren. Verontrustend werd en wordt genoemd dat jongeren op steeds lagere leeftijd met alcohol in aanraking komen. Eind jaren negentig werd Nederland opgeschrikt door enkele incidenten onder studenten. In 1998 overlijdt een Groningse student aan alcoholvergifting nadat hij onder dwang van huisgenoten een liter jenever drinkt. Een vergelijkbaar voorval was twee jaar later voor de tekenaars van Fokke Sukke aanleiding voor een spotprent over ontgroeningen. Die feiten - en tekeningen - blijken helaas echter al snel weer vergeten, hetgeen de vraag wettigt of het aan de kaak stellen van alcoholgebruik ook invloed heeft gehad op de consumptie ervan? Waarschijnlijk niet. Bewijs voor deze stelling valt te ontlenen aan de alcoholvoorlichting van de laatste vijftien jaar. Recentelijk stelde de campagneleider 'Drank maakt meer kapot dan je Hef is' dat de kreet inmiddels bij 97% van de bevolking bekend is. Maar wetenschappelijk beschouwd is niet mogelijk om de effecten van campagne-inspanningen op het drinkgedrag vast te stellen. In percentages vallen de resultaten in ieder geval niet uit te drukken. Blijvend is de kracht van de politieke tekenaar om vanuit zijn onafhankelijk heid de hypocrisie aan de kaak te stellen van burgers, politici en de overheid. Zo scherpten ze de publieke en politieke meningsvorming, ook op het gebied van de voortgaande regulering van alcoholgebruik, en maken dat wij nog haarscherp meebeleven hoe het alcoholvraagstuk de gemoederen door de tijd heen heeft bezig gehouden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2001 | | pagina 94