HET DRANKLIED Drankwetten en accijnsverhogingen op gedistilleerd en bier hielden de gemoederen in de tweede helft van de negentiende eeuw sterk bezig. Dit blijkt uit de volksliederen die over dit onderwerp ontstaan zijn. Ze laten zien hoe de gewone man dacht over de nieuwe wetten. Zolang deze misbruik tegengaan zijn de liederen accoord, maar de gewone man moet er niet de dupe van worden. De afschaffers van sterke drank en de geheelonthouders stuiten wel op grote weerstand: de gewone man houdt van zijn borreltjespatje, jajem of hoe de jenever ook genoemd wordt. Wat is het leven hierop aard Als men niet drinken kan, Dan was het weinig waard Hetzij voor vrouw of man Kom ik des Zaterdags van me baas, Met een halve suffe kop En kijk ik dan me weekgeld na, Dan is het voort een prop. Want proppen drinken is me leus Dat kan je wel zien aan me neus, Leve de klare van Schiedam Liever een borrel als een boterham. Die zuipt en zwiert, zijn afgod stelt In 't brouwsel van Schiedam, Vermoord zijn vreugd en levenslot En alles wat maar kan. De drank brent ongeluk en smart, In menig huisgezin. En daarom menschen hoor mijn woord Neem toch zooveel niet in. Leve de vreugde niet in schijn, Door jenever of soms brandewijn. Een enkele borrel kan geen kwaad, Maar hou immer uwe maat. Ik wil het niet verheelen, wat wet of men ook maakt. Dat kan mij minder scheelen, daar de drank naar meerder smaakt. Al vraagt men ook een gulden, slechts voor een roemer klein Musis 96 Het lied 'Propjes drinken is mijn leven' bezingt in zeven coupletten de verwevenheid van jenever in het arbeidersleven van zaterdag tot vrijdag. De arbeider kan niet zonder het 'propjes' leven, want: Toch heeft ook dit lied een - wellicht later toegevoegde - moraal: Een 'Nieuw lied op de Drankwet' keurt het "zat zuipen" af en acht de wetgeving nodig "voor 't schoon en zwak geslacht, voornaamlijk voor die vrouwen, die pimplen dag en nacht." Maar de nieuwe vergunning wordt afgewezen uit vrees dat de kasteleins de jenever zullen aanlengen: "Hij die thans-heeft vergunning, en heeft een uithangbord. Houdt soms veel van verdunning, daar hij gegeeseld wordt." Het uitbannen van jenever acht ook dit lied een illusie:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2001 | | pagina 96