v««a
WÊm
sÉls
c ;is<
ËÉf
125 Musis
Rembrandt-ulo aan de Groen van
Prinstererstraat (1956, zal binnenkort
gesloopt worden).Verder staan ook de
Bavinckschool (Burgemeester Pruissingel,
1954, inmiddels gesloopt), de Rutgers-
school (lagere school en kleuterschool
aan de Van Maanenstraat) en de
Gerbrandischool (1964, tegenwoordig
wijkcentrum De Telder) op zijn naam.
Van derVlis bouwde eveneens veel voor
de E.N.C.K. De door hem ontworpen
zoutzuurfabriek kon ik niet meer
ontdekken en zal dus wel gesloopt zijn.
Tot mijn verbazing staat op de oostzijde
van het fabrieksterrein nog wel het
portiershuisje, trafohuisje en het
laboratoriumgebouw, dat hij in 1946-
1948 ontwierp.Voor het pensioenfonds
en de werkliedenbond van deze fabriek
bouwde hij flats aan de Datheenstraat.
Ook één van zijn allerbeste werken
ontwierp hij in opdracht van de
kunstmestfabriek: het recreatiegebouw
aan de Westlandseweg (1950). Eertijds
oogste hij veel lof voor dit fraaie,
modern vormgegeven gebouw. Ook hier
heeft de slopershamer echter
toegeslagen. Nooit gerealiseerd is het
ontwerp dat hij samen met Van Woerden
maakte voor een hervormde kerk in de
Indische Buurt. De hervormde
gemeente, die kort daarvoor al de
Immanuëlkerk had laten bouwen, achtte
zich financieel niet in staat om dit
ontwerp te laten realiseren. Ze kozen
ervoor het (zo goedkoop gebleken)
concept van de Immanuëlkerk te
herhalen. Enkele jaren later, in 1960, kon
hij alsnog een kerk bouwen: de
gereformeerde Maranathakerk in de
Westwijk. Gelukkig is dit gebouw nog
gespaard, al gaan er geluiden dat ook
hier de sloper binnenkort wel eens voor
de deur kon staan.
In 1948 ontving hij de opdracht tot het
realiseren van een monument op de
Algemene Begraafplaats aan het Emaus;
daaruit mogen we opmaken dat hij in die
tijd toch tenminste tot de betere
architecten gerekend werd. Bepaald sier
maakte hij ook met de beide badhuizen,
die hij in 1949 voor de gemeente
bouwde. Het fraaiste daarvan was wellicht
het badhuis aan de Hartmanstraat, dat
helaas alweer gesloopt is. Net als bij het
andere badhuis (in de Valeriusstraat) is er
duidelijk sprake van verwantschap met de
Delftse School. Datzelfde geldt voor het
café Vlaardingen Oost, dat naar verluidt
ook van zijn hand moet zijn.
In de jaren vijftig en zestig kon hij de
nodige gebouwen (woningen, de
balletschool van mevrouw Kassels-Kroon,
een bejaardentehuis), met name in de
Westwijk, realiseren. In de Industriewijk
(Vettenoordse Polder) bouwde hij onder
andere enkele fabriekshallen en in de
Oostwijk een bijkantoortje van de
spaarbank aan de Van Hogendorplaan
(geopend 22 mei 1955). Aan de voorzijde
is dit laatste gebouwtje tegenwoordig
helaas van een storende uitbouw
voorzien. Aan de achterzijde is het
oorspronkelijke idee van dit bescheiden
gebouwlje nog goed herkenbaar. Wat
onder andere opvalt is het flauw hellende
dak, dat ook op het laboratoriumgebouw
van de E.N.C.K. en op de uitbreiding
van de vroegere ambachtschool aan de
Oosterstraat (1960) is gebruikt. Hoewel
door de onduidelijkheid van zijn lijst van
werken de meeste van de door hem
gerealiseerde gebouwen moeilijk te
traceren zijn, bestaat de indruk dat hij in
de loop van de jaren vijftig geleidelijk
aan een meer eigentijdse stijl navolgt,
zonder al te zeer afstand te nemen van
het zorgvuldige gebruik van baksteen
metselwerk. De bekende sterflats aan de
Maasboulevard (1959) zijn wellicht een
uitzondering, omdat deze met hun
vrijwel geheel glazen puien vooral een
magnifiek uitzicht op de Nieuwe Maas
moesten bieden.
In de jaren zestig ging hij aan de slag in
de Holywijk, alwaar aan 'de Goudkust'
de nodige bungalows van zijn hand
verrijzen. Dit zijn eenvoudige, doch
zorgvuldig vormgegeven huizen, met -
volgens de geest van de tijd - grote
ramen, die vaak aan de bovenzijde zijn
afgezet met een boeïboord van drie
horizontale planken. De gesloten
gedeelten van de gevels zijn met een
eenvoudige aluminium daktrim
afgesloten en alle bungalows die tot
dusverre als werk van Van derVlis
bekend zijn hebben bovendien een
samengestelde plattegrond.
In de jaren vijftig werd het bureau
versterkt met de komst van Johan van
Pelt, die zich ontwikkelt tot de tweede
architect en later het bureau overnam.
Het werk van de grondlegger kan niet
dan met veel moeite aan de anonimiteit
worden onttrokken. Zeker is dat de hier
genoemde werken slechts een fractie
vormen van het oeuvre van Van derVlis.
Wat daarbij vast staat, is dat de gebouwde
erfenis van Van derVlis in hoog tempo
aan het verdwijnen is. Tot op heden heb
ik nog met gemerkt dat men, alvorens
een sloopbesluit te nemen, onderzoekt
wat de waarde van een pand is. Die
waarde wordt dus ook niet meegewogen,
als men over nieuwe ontwikkelingen
denkt. Nadenken over de waarde van de
scheppingen uit het verleden wordt
blijkbaar nog steeds ervaren als een rem
op nieuwe ontwikkelingen. Terwijl het
toch zo zou moeten zijn, dat het
verleden de spiegel is van het heden en
de inspiratiebron voor straks.
40
47
,V' 7
mem
38. Sterflats aan de Maasboulevard.
39. Drukkerij Van Dooren aan de Oosterstraat.
40. Ds. De Visserschool in Vlaardingen Ambacht
(1926). Deze school staat op naam van Jaap Snijders.
41. Overzicht lagere school Van Maanenstraat.
42. Gedeelte van de lagere school Van Maanenstraat.
43. Gedeelte van de lagere school Van Maanenstraat
(zichtbaar boven een latere aanbouw): ornamentaal
gebruik van baksteen metselwerk.
44. Garage Zuidgeest aan de Kethelweg.