139 Musis brug naar de 'grote architectuur' en de actuele discussies daarin. En enkele door hem gerealiseerde projecten verdienen daarbij op z'n minst een eervolle vermelding in de annalen van een eeuw volkshuisvestelijk bouwen. Met name de complexen volkswoningen aan de Zwartewaalse-, Geervlietse-, Heenvlietse-, Brielse-,Voornse- en Abbenbroeksestraat verdienen om verschillende redenen veel meer aandacht dan ze op dit moment genieten. Tussen Sanders en de in 1922 benoemde directeur van de Woningdienst Marinus M. van Praag zal al spoedig een nauwe relatie zijn ontstaan. Evenals de Schiedamse architect was Van Praag een erudiet man die zich tot in detail met de zaken bemoeide. Van Praag had ook duidelijke en moderne inzichten op het gebied van de volkshuisvesting, stedenbouw en architectuur. Beide hadden op dat moment een onmiskenbare affiniteit met de Delftse school en voor zover Van Praag daarop invloed wist uit te oefenen, dragen de stedenbouwkundige ontwikkelingen hiervan vanaf het moment van zijn aantreden tot in de late jaren dertig de sporen. Ongetwijfeld hebben beiden de toen actuele ontwikkelingen gevolgd op het gebied van stedenbouw en architectuur. Ze behoefden daarvoor niet ver te gaan. In Rotterdam was J-JP- Oud m 1918 als architect in dienst getreden bij de Rotterdamse Woningdienst en introduceerde daar het gedachtegoed van De Stijl waarvan hij medeoprichter was. Het Witte Dorp, vlak over de Schiedamse stadsgrens, de Kiefhoek en de woningen in Hoek van Holland en het inmiddels gerestaureerde café-restaurant zijn hiervan sprekende voorbeelden. Nieuwe gedachten over ruimtelijke indeling, combineerde hij met de jongste materialen, sterke kleuren en een strakke geometrie in het stratenplan. Sanders bewandelde echter een andere weg. Al in 1906 wist hij het bestuur van de Vereeniging Volkshuisvesting ervan te overtuigen dat ook de kleine arbeiderswoningen aan de latere Fabristraat het niet zonder enige versiering konden stellen. En die versiering zocht hij niet alleen in de aankleding van een enkele raampartij. Goed kijkend zien we een doordachte afwisseling in het metselwerk en zelfs het gebruik van geglazuurde steen. De woninkjes, hoewel tezamen één complex vormend, bezitten individualiteit door de hoekpanden vergroot uit te voeren, waardoor vanzelf een afbakening ontstaat en door het toevoegen van kleine tuintjes voor de terugspringende gevels van de woningenrij aan weerszijden van de straat. Ook de gevelbeëindiging onder de dakgoot liet hij uitvoeren in vertand metselwerk. gebouwen de aandacht door de onmiskenbare persoonlijke signatuur. Evenals Van derVlis kan Sanders worden gerekend tot de 'verdienstelijke' architecten. Maar waarVan derVlis zich vooral manifesteert als een consciëntieus uitvoerder van bouwplannen ging Sanders de dialoog aan met zijn opdrachtgevers. In de archieven van de woningcorporaties, de woningdienst en andere instellingen waarvoor hij ontwierp en uitvoerde bevinden zich correspondenties over tal van technische, architectonische, ruimtelijke en maatschappelijke zaken. Cees van der Geer en Jan Dröge komen in hun nauwgezette maar helaas wat beperkt opgezette uitgave 'Eenige versiering zou echter wel gewenscht zijn' overigens tot de slotsom dat er in de archieven nauwelijks iets over Sanders te vinden is. Dit is slechts juist voor wie het archief doorloopt op van Sanders afkomstige of aan Sanders gerichte brieven. Wie er echter de verslagen en inspecties op doorloopt, wordt duidelijk dat de bemoeienissen van de architect met het beleid van de corporaties veel verder gingen dan de gebruikelijke relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Ook blijkt hieruit dat volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (deze discipline bestond nog niet als zodanig, maar de principes erin vormden al wel in toenemende mate de grondslagen voor buurt- en wijksgewijze stadsuitbreidingen) voor hem betekenisvolle begrippen waren. Voor Schiedam vormde Piet Sanders een

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2001 | | pagina 139