en opportumstiscn
als de Fluisterboo
311 Musis
Broersvest zou de middeleeuwse archeologie in de ruïne van
het middeleeuwse Huis te Riviere opgesteld kunnen worden.
Dit is het allerbeste moment om die ruïne een culturele
functie te geven, waardoor meteen de ligging in de schaduw
van het stadskantoor minder belachelijk wordt. Een beetje
architect moet daar een goede vorm voor kunnen vinden.
Ook voor de gevelstenen in het voormalige gemeentearchief
heeft Sjef een interessant en uitvoerbaar idee. Breng ze terug
in de stad. Daar horen ze en daar kan iedereen zien wat ooit
hun functie was. Aan de samenwerking met de Rotterdamse
archeologen tenslotte moet onmiddellijk een eind komen.
Vlaardingen heeft een eigen stadsarcheoloog en een heus
archeologisch museum. Dat voorbeeld zou Schiedam moeten
volgen. Dat zou de betrokkenheid van de Schiedammers
vergroten en dus de archeologie en de Schiedamse
geschiedenis ten goede komen.
Sjef Henderickx vraagt de gemeenteraad dringend een eind te
maken aan de verwaarlozing van de Schiedamse geschiedenis,
door wethouder Hafkamp te dwingen nu eindelijk de
beslissingen te nemen, waarvoor hij ooit op het bestuurlijk
fluweel is neergezet. De raad moet hem opdragen geld vrij te
maken voor een professioneel historisch museum, waarin de
stadsgeschiedenis wetenschappehjk onderbouwd getoond
wordt, en een eind te maken aan de onverantwoordelijke
verwaarlozing van de historische collectie in en buiten het
voor de gemeente, dat die elk protest tegen sloop negeert of
zelfs weet te voorkomen, zoals nog onlangs bij het belangrijke
pand van Frauendorf aan de Nieuwe Haven.
Iemand die zoveel kritiek heeft, moet ook bereid zijn met
constructieve voorstellen te komen. Sjef Henderickx heeft er
genoeg. Het idee van het historisch pakhuis met uitleenfunctie
verfoeit hij. De geschiedenis is onderdeel van de cultuur van
een stad en moet niet alleen incidenteel en dan nog in
contextloze brokken gepresenteerd worden. Die geschiedenis
moet altijd zichtbaar zijn, voor de eigen inwoners maar ook
voor de toeristen. Alleen al de gedachte dat de historische
collectie gebruikt zou kunnen worden als aankleding van de
kamers van bestuurders en ambtenaren is hem een gruwel.
Hij ziet in de kamer van de wethouder van de Partij van de
Arbeid al de vaandels van de vakbeweging hangen, in die van
de wethouder van het CDA de portretten van monniken of
dominees, al naar gelang de bloedgroep van de bestuurder.
Daar is een historische collectie niet voor. Die hoort niet in
werkkamers of boven particuliere schoorstenen en dus ook
niet in een pakhuis, waaruit individuele personen naar
believen objecten kunnen lenen, maar in een museum, dat
voor iedereen toegankelijk is, want alleen daar kan die
collectie goed geordend en gepresenteerd bekeken worden en
doen waarvoor hij bestemd is: inzicht geven in het karakter
van de stad. Dat historisch museum moet een professioneel
museum zijn, met een conservator stadsgeschiedenis die voor
goede registratie en conservering, actieve collectievorming,
wetenschappehjk onderzoek en een boeiende presentatie kan
zorgen. Dat mag de stad niet aan de goedwillende maar
amateuristische vrijwilligers van de Historische Vereniging
overlaten. En als er dan toch een Centrum voor Moderne
Kunst moet komen, kan de historische collectie mooi in het
Sint Jacobsgasthuis aan de Hoogstraat blijven. Als buurstad
Vlaardingen zich een professioneel historisch museum kan
permitteren, kan Schiedam dat natuurlijk ook. Als de
plaatselijke politiek het maar prioriteit geeft, zoals die in
Vlaardingen doet!
En natuurlijk moet de archeologische collectie die nu buiten
Schiedam is, hier snel terugkomen. De Broersvest gaat geheel
op de schop. Als onderdeel van de rehabilitatie van de
Stedelijk Museum. Dat kan door het Stedelijk Museum
onmiddellijk opdracht te geven die beter te verzorgen en goed
te laten beschrijven, voordat er immaterieel en materieel nog
meer verloren is gegaan. Op alle politieke partijen doet
Sjef een dringend beroep de zorg voor en de presentatie van
de geschiedenis van de stad prominent op te nemen in hun
programma's voor de komende verkiezingen door als
uitgangspunten te nemen dat een stad alleen kan laten zien dat
hij zich van zijn geschiedenis bewust is door die een plaats te
geven in een echt museum, en dat de stad die zijn verleden
respecteert dat toont door de plaatselijke archeologie niet uit
te besteden aan Rotterdam, maar door een eigen archeoloog
aan te stellen of desnoods aan te haken bij de succesformule
van Vlaardingen. Pas dan hebben fluisterboten en geheimen
van Holland óók zin. Nu getuigen ze alleen maar van politieke
onmacht en minachting voor de eigen geschiedenis.