miBÈsmvi
iiiiass
ififS5ilïï|§81
Illllilliil;
Musis 320
Oude huizen zijn ooit nieuw geweest en nieuwe huizen
zullen ooit oud zijn.
Dat is een geruststellende gedachte.
Als je wilt, kun je er uit afleiden dat Vooruitgang een fictie is.
Misschien zelfs wel, dat de Tijd niet bestaat. Als wat gisteren
gebeurde hetzelfde is als wat morgen gebeurt, vervalt de
noodzaak om gisteren van morgen te onderscheiden.
Daarom zegt een jaartal op een gevelsteen niet zoveel. Het
betekent alleen maar, dat op die plaats vroeger ook al mensen
woonden. Materiële omstandigheden daargelaten, verschilde
hun leven niet wezenlijk van het onze.
Nog jaren nadat zij het huis aan de Schie hadden gekocht,
bleven Theo en Marlène Brouns post ontvangen die voor de
vorige eigenaar was bestemd. De enveloppen waren
geadresseerd aan de Hollandsche Wijnhandel te Schiedam en
bevatten Franstahge brochures met verleidelijke aanbiedingen
uit streken als de Bordeaux en de Bourgogne.
Tot het ophield te bestaan, had het bedrijf verschillende
panden langs de Schie in bezit. Het pand van Theo en
Marlène had als kantoor dienst gedaan. Een stukje verderop in
de richting van de Ooievaarsbrug waren de opslagplaatsen
gevestigd geweest. In de begintijd was Theo, nieuwsgierig naar
zijn nieuwe omgeving, er af en toe een kijkje gaan nemen.
Net als de meeste woningen en pakhuizen in de vroegere
Brandersbuurt waren de opstallen van de wijnhandel
ontmanteld en verlaten. Je kon er zo in. Je hoefde maar een
beetje kracht te zetten en de deur sprong open. Door een
raam klimmen kon ook. Geen ruit was meer heel.
In het schemerduister vond Theo allerlei attributen die aan de
wijnhandel herinnerden. Flessen, kurken, etiketten, oude
prijshjsten. Er hing ook een onmiskenbare alcohollucht. Maar
waar in de Brandersbuurt rook het niet naar alcohol?
Het was 1975 en Schiedam wilde van zijn beschamende
verleden af. Dat stinkende armoedewijkje waar het roet van de
branderijen tot diep in iedere steen was doorgedrongen moest
als eerste van de aardbodem verdwijnen.
Een deel van de bebouwing was al gesloopt, een ander deel
stond op instorten, toen Theo en Marlène het koopcontract
tekenden. In zijn plakboek bewaart Theo zwartwit foto's
waarop hij met een buurman tegen een belendend muurtje
leunt, pal naast een bordje met het opschrift Pas Op!
Instortingsgevaar!
Hij vond die bouwvallen rondom knap verontrustend. Toen de
afbraak door de gemeente stagneerde, besloten Theo en een