Binnenstad als decor
Bert van Kan
327 Musis
Evenementen. Ze zijn de nieuwe
vorm waarnaar menig organisatie
streeft tegenwoordig. Gewoon iets
leuks organiseren is er niet meer bij.
Die dingen kennen we nu wel,
herhaling geeft slijtage en scoort niet.
Vernieuwing moet minstens de klok
slaan. En andersom. Multicultureel en
werelds moet het zijn, of minstens de
'hoofdstad van
Dat moet ook wel, want er is een
strijd gaande. De strijd tegen het
binnenzitten, ongeacht wat voor
belangrijke dingen de mensen daar
zouden kunnen doen. Voldoende
beweging is overigens altijd
verstandig. Waarschijnlijk wordt er
naar het scherm van een televisie
gekeken, de moderne 'open haard' die
ooit nog eens onderwerp van een
Monumentendag zal worden. De zapcultuur is er de nieuwe
normvorm door geworden en Big Business. De
maatschappelijke omstandigheden veranderen er trouwens ook
mee, we zappen tegenwoordig vaker naar verschillende
werkgevers, partners, woonplekken en even-weg-vakanties. De
mensen kómen te weinig hun huizen uit, en vergroeien nóg
meer met hun woonvorm als cocon dan al wenselijk was voor
het ontstaan van enige binding tussen die mens en de plaats
waar hij woont. Mensen gaan niet meer de stad in om te
kijken naar een nieuwe winkelvestiging, kijken niet naar een
tentoonstelling van een beroemdheid in het lokale museum,
willen het nieuwe fluistermenu niet proeven, zien het wel wie
de nieuwe burgemeester wordt, geloven niet meer in een
nieuwe parkeergarage nabij de Korte Haven of een straat
manager op de Hoogstraat en zijn niet belangstellend naar de
archeologische vondsten op de Kortedijk of Broersvest.
Mensen hóeven ook hun huis niet meer uit om te communi
ceren. Alle informatie en communicatie komt in kleur en bijna
in geur via televisie, teletekst en high speed browsend glasvezel
de woonkamer in. Wat je er van moet vinden, is te lezen in de
pulpbladen of in de nodige lifestyle-magazins. En de tijd die
we over hebben, er voor over hebben en de vele tijd die we
steeds vaker noodgedwongen wachtend moeten doorbrengen,
wordt zowel gevraagd als ongevraagd ingevuld door mobiele
telefoons. Voor 'ontmoeten' hebben we de stad dus niet meer
nodig. Dus waarom zouden we moeite doen om te gaan
ontdekken hoe leuk of mooi een stad kan zijn?
Met die houding hebben alle organisatoren tegenwoordig
rekening te houden. Teruglopende bezoekersaantallen,
opstappende besturen, jaaroverslaande toppers, sponsormoeheid
in de regio en steeds meer onvoorspelbaar blijkende
weersverwachtingen maken 'iets organiseren' er niet
gemakkelijker op. Kortom, die (wedjstrijd tegen het
binnenzitten moet met sterke spelers gespeeld gaan worden
om te kunnen winnen. Dus móeten ze wel van hun
Gebeurtenis een Evenement maken, en dat vereist nieuwe
formules. Zoals: van iets leuks zoals
buurtbarbecue een Uniek Gebeuren op
het Stadserf maken waar tien cateraars
met subsidie heel de stad aan tafel
proberen te krijgen. Zodat een pittoresk
havenhoekje een stedelijke Schat (b)lijkt
die over de stad uitgekolkt kan worden.
Waar het leuke van een sneeuw-
glijbaantje ook kan verregenen tot een
weinig swingend en op (Oosten)'rijk'
gericht Liesveld. Maar waar ook in het
Hof huisgehouden kan worden met het
plaatsen van tenten en vlonders. Als er
maar gekomen wordt, desnoods
óndanks de stad.
Die stad is slechts het decor dat gedeeld
wordt met anderen die toevallig in
hetzelfde toneelstuk zitten. En die
ongevraagd deel uitmaakt van het
woonpakket dat ooit besteld werd, maar
waar men verder geen omkijken naar wil hebben. Het dus wel
best vindt dat er een paar mensen zijn die het geheel een
beetje beheren. En voor men het weet is men gewend aan
deze omstandigheden. De in het stadsbeeld steeds meer
verdwijnende verschijnselen als bloemen en kunst, mooie
pleinen en bijzondere gebouwen worden al niet meer gemist,
er zijn nu immers Evenementen. Die zorgen voor de geur en
fleur in het stadse bestaan waarin men figureert!
Naast het succes dat ze ermee hebben, lopen de organisatoren
er ook wel degelijk risico mee. Het risico namelijk dat
wanneer men op een Evenement is, ineens in gaat zien dat
voor de betekenis en het succes van de voorstelling, het decor
een essentieel onderdeel is. Dat zelfs zonder een programma
boekje ook een voorstelling op zich kan zijn. Net zoals de
ontdekking dat de kleur van filmmuziek het visuele aanbod
zijn kracht kan geven of ontnemen en thuis op een cd
gedraaid, ook zonder film mooi blijkt te kunnen zijn.
Er zijn plekken in elke stad die de potentie hebben om te
worden bezocht en waar men door de verfbladders en
patatcultuur heen sporen van geschiedenis en betekenis kan
waarnemen.
Daarom wordt het mooiste plekje van Schiedam gebruikt als
letterlijk decor van een toneelstuk dat appelleert aan de
behoefte aan eenvoud en echtheid, al is het dan historische.
Daarom komen mensen zelfs zonder Evenement naar het
Vlaardingse Hof, ook zonder te weten dat het oude bomen-
pad 'de Hogelaan' waarschijnlijk al een Romeinse wandelroute
was. Daarom worden grootschalige stedelijke gebeurtenissen
en feesten op een Groot Erf gehouden omdat dat groot
genoeg is om mensen zowel Elkaar als De Stad te laten
ontmoeten.
Dat risico willen die organisatoren wel nemen. Nu de mensen
in hun woningen nog en de gemeente die gaat investeren in
hun decor.