Why me Lord?
337 Musis
Hans V3n dsr Sloot Sommige mensen en dingen veranderen nooit. Zoals Henk Tas. Of diens werk, z'n
manier van spreken en z'n gedrevenheid. Henk Tas spreekt in fragmenten. Nog steeds.
Over kunst. Over muziek. Of de overactiviteit van Rotterdam nu de stad is uitgeroepen
tot halve culturele hoofdstad van Europa en de stad zich om die reden tot bijna het
culturele centrum van de wereld verklaart. En over Schiedam. De stad waar zijn vader
ooit slager was aan de Van Swindenstraat. Z'n herinneringen aan de wandelingen door
Schiedam. De oude vriendschap met Rick Vermeulen en de tijd dat deze op de Singel
woonde in de voor afbraak bestemde winkel van juwelier Kok. Het tragische overlijden
van kunstenaar en vooral vriend Paul Beekman. Tas verbaast zich erover dat Beckmans
nalatenschap overal in museaal Nederland op z'n waarde wordt geschat, maar in
Schiedam niet meer waard is dan een achterafplaats in een wijkplantsoen.
Maar vooral gaat het gesprek over popmuziek, rock 'n' roll en The King. Hoewel...,
muziek is veelal slechts een aanleiding. Hij spreekt over de echtheid van de muzikant
tegenover de onechtheid van de wereld waarin deze leeft. De ondergang van velen
fascineert hem, maar tegelijkertijd de vitaliteit van anderen en het weigeren concessies te
doen. Het zijn de tegenstellingen; de teloorgang en de mythe, de kunstmatigheid en het
cynisme van de werkelijkheid tegenover de schijn van romantiek en het blinde geloof
van de aanbidders.
Zijn geënsceneerde foto's zijn opgebouwd uit de symbolen uit die wereld. Evenals de
lijsten waarin ze zijn
gevat; uitgevoerd in
blinkende tegels
versierd met snij- en
schilderwerk. Ze
vormen een eenheid
met de sterke
kleuren van de foto's
en de verhevigde
symboliek daarin.
Mickey Mouse en
Elvis Presley
figureren regelmatig
in decors die zijn
opgebouwd uit de
parafernalia van de
jaren vijftig en
zestig: een gekroond
plastic negertje
vertelt in de foto's
van Henk Tas
verhalen over het
leven binnen die
mythe, het mannetje
draagt en verbreekt
boeien en sjouwt
rond met muziek
instrumenten en
lasten. Het is de metafoor voor de neger in het sprookje en dienaar, slaaf en held
tegelijk. Ook de Beatles komen op de foto's met regelmaat voor. Het zijn de lieveheers
beestjes (beetles) die de naam van Elvis Presley van diens speelgoedcaravan slopen,
terwijl hoog daarboven een roadie er vandoor gaat met het instrumentarium van The
King. Hij draagt een sleutelhanger die een bliksemschicht voorstelt met daarboven de
letters TCB. Die sleutelhanger is ooit door Elvis zelf ontworpen.
De letters TCB staan daarin voor Taking Care of Business. Vijfenveertig-toeren plaatjes
vormen verder het podium waarop de gebeurtenissen zich afspelen met banden van
speelgoedauto's, plastic figuurtjes en miniaturen van muziekinstrumenten de zetstukken