rse onprecisie van Moritz Ebinger 397 Musis Moritz Ebinger werd geboren in Bern in de nacht dat in Berlijn de Muur werd opgericht en was dertig toen in Oost- Duitsland de fluwelen revolutie uitbrak en diezelfde muur werd neergehaald.Toen woonde hij al in Nederland.Tijd, maar een heel andere tijd dan die van koekoeksklokken, is in het leven en het werk van de Zwitserse kunstenaar even belangrijk als de lijn. Hij kan alles tekenen en tekent op alles. Van opgeraapte papiersnippers tot Utrechtse stadsbussen en steile flatwanden zoals in Wormer. Momenteel beschildert hij de muren van de kinderleesruimte in de nog te openen nieuwe bibliotheek van Maassluis met surrealistische voorstellingen en creaturen. Een knoestige boomtak die eindigt in de kop van een zeemonster. Een scheepje met een vuurtoren als mast en daardoor gedoemd tot zinken; een doodshoofd vaart mee op deze un-thinkable "Titanic". Moritz Ebinger werkt zonder voorontwerp, plan of principe ot het moet het principe zijn van "peinture automatique": de voorstellingen en het verhaal ontstaan spontaan tijdens het tekenen of schilderen, waarbij het lijkt of niet hij maar de wonderlijke wezens zelf het penseel in een bepaalde richting sturen. Door het gesprek, zegt hij, zal de schildering ook anders worden. Zijn cartoon-achtige stijl doet sterk denken aan Robert Crumb, die hij als geen ander bewondert, maar de wezens die hij tekent of schildert hebben de genetica van Jeroen Bosch-figuren: bizar, hybride en tragi-komisch. De koekoek in het hoofd van Moritz Ebinger maakt dinosaurus geluiden. Hij kwam uit de scene van krakers, jonge wilden, links anarchisten die schopten tegen het keurig-al te keurige Zwitserse establishment. Op doorreis naar Indonesië ontmoette hij in het hash-Mekka Amsterdam een Zwitserse studente. Hij werd hopeloos verliefd op haar en zij na enige dagen en nachten ook op hem. Uit Indonesië ging hij daarom met terug naar Bern, maar naar Amsterdam. Die studente is nu zijn vrouw en de moeder van zijn kinderen. Hij woont tegenwoordig in Zaandam. Hij had nooit bepaald gedroomd van het kunstenaarsschap. Met op zijn naam slechts één tekening, een reisdagboek, wat filmpjes en geluidsopnamen werd hij aangenomen op de Rijksacademie. Dat was voor hem iets ongekends. "In Zwitserland," verklaart hij," bestonden tot tien jaar terug geen kunstopleidingen. Dat is dom en barbaars. Om kunstenaar te worden moest je kunstenaar zijn en goed verkopen. Zo is het systeem daar: je bent kunstenaar of niet, er is geen tijd voor ontwikkeling. Misschien daardoor maak ik in Nederland altijd ruzie met collega's die niet durven te zeggen dat ze kunstenaar zijn. Dat is voor mij onbegrijpelijk. Net zo onbegrijpelijk als de Hollandse gewoonte om een wildvreemde te feliciteren met de verjaardag van een ander. Ik zeg gewoon dat ik kunstenaar ben. Hij spreekt Nederlands met een berg van Zwitsers accent. "Het Nederlandse landschap is vlak, eentonig, voorspelbaar.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2001 | | pagina 397