we zullen er hoe dan ook mee moeten leren leven Musis 18 tegen zijn, maar dan schaad je de belangen van anderen. Van de automobilisten en de mensen in Overschie. Als de A4 verlichting voor hen brengt, is dat toch alleen maar gunstig?" In Nederland, vindt De Leede, moetje inschikkelijk zijn. „Anders moetje in een hutje op de hei gaan wonen of emigreren naar een land met meer ruimte." Vanuit het slaapkamerraam op de eerste etage overziet hij de situatie. Het talud ligt dichtbij, erkent hij, maar als de weg in een tunnel wordt gelegd, is er toch weinig aan de hand? Zich van het venster afkerend: „Wil je de badkamer eens zien?" Hij betreedt een marmeren ruimte waar Hollandse properheid ons tegemoet blinkt. De aangrenzende kleedkamer is al even schoon en netjes.Veel spiegels en halogeen. Trots worden een paar soepel lopende kastdeuren open geschoven. „Wat een ruimte hè?" Piet Prins, voormalig gemeenteraadslid en speelgoedhandelaar in ruste, volgt een soortgelijke gedachtegang als zijn buurman De Leede. Prins hield al rekening met die rijksweg toen hij nog aan de Smetanalaan woonde. Die straat ligt ook langs het tracé. Daar heeft hij het dertig jaar kunnen uitzingen zonder dat er iets infrastructureels gebeurde. Misschien waait ook deze bui weer over? Hoewel: „Nee, ik denk toch niet dat we er deze keer onderuit kunnen." Hij berust er maar in, dat is hij bijna aan zijn milieu verplicht. „Ik ben ondernemer geweest, ik weet welke schade het bedrijfsleven ondervindt van de files. Die mensen moetje toch ook ter wille zijn. Nieuwe wegen aanleggen is dan de enige uitweg. Toevallig gebeurt het achter ons huis. Dat is jammer. Maar waar je het ook doetje zadelt er altijd iemand mee op." Toch, echt gelukkig met het vooruitzicht van zo'n onherstelbare ingreep in zijn achtertuin is Prins niet. „Het verkeer op het Kethelplein is hier goed te horen. De herrie wordt straks zes keer zo erg. Nee, je woongenot gaat achteruit, dat staat als een paal boven water. Ik hoop dat ze de boel zodanig overdekken, dat wij er weinig last van hebben. Maar we zullen er hoe dan ook mee moeten leren leven." Een paar huizen verderop woont Ton Valkenburg. Hij lijkt de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Hij verwacht weinig of geen overlast te zullen ondervinden. Als de weg ondergronds wordt aangelegd zal die zijn huis onzichtbaar en onhoorbaar passeren. „Als alles volgens de regels gebeurt, is er niets aan de hand, De milieumaatregelen zijn streng. Als de overheid zich daar aanhoudt, hebben we niets te vrezen." Dat is drie keer 'als' in één redenering. Hebt u zoveel vertrouwen in de loop der dingen? Een verbaasde blik. De regels zijn er toch niet voor niets? Deze bewoner schijnt niet te worden gehinderd door angst voor overlast of schade door de bouwactiviteiten. Met een beetje geluk merkt hij niets van de uitvoering. „Als ze die tunnel boren, hebben wij nergens last van," zegt hij opgewekt. Om te vervolgen: „Het wordt pas moeilijk, als ze op de tunnel gaan bouwen. Huizen of sportvoorzieningen. Daar is sprake van geweest. Dan is je natuurlijke uitzicht weg. Maar voorlopig gaan we er vanuit, dat er bomen worden geplant." Enfin. Eigenlijk interesseert die weg hem niet zo. „Wij maken ons op dit moment veel drukker over de erfpacht. Ze willen ons een schandalige verhoging aansmeren. We gaan straks van 3200 naar 5800 gulden per jaar. Moet je je eens indenken! Betaal je straks zo'n enorm bedrag en dan ligt er ook nog een snelweg achter je huis!" Geeske van den Bergh en haar zoon Richard zijn in het trapportaal bezig met de kerstversiering. Ze leggen slingers en lampjes terzijde om hoofdschuddend hun twijfels te uiten over het nut van alweer een nieuwe snelweg. „Totaal zinloos," oordeelt Richard. „De files op de wegen worden veroorzaakt doordat het verkeer de steden niet in kan. In Den Haag hebben ze die prachtig brede Utrechtsebaan aangelegd en wat staat er aan het einde? Stoplichten! Gevolg: kilometerslange files tot ver op de rijksweg. Dat krijg je hier straks ook. Deze weg komt uit op de A15. Die staat nu al vol. Met de A20 is 't hetzelfde liedje. Nee, deze weg lost niets op. Er komen alleen maar meer files bij." Zijn moeder vindt het vooral zonde van de fazanten, konijnen, vossen en ooievaars die op het talud leven. „Toen we dit huis negen jaar geleden betrokken, liepen er nog koeien op de dijk. Eigenlijk is het 't enige stukje natuur dat we hier in de wijde omtrek nog hebben. Zelfs mensen uit Capelle komen hier wandelen en hun hond uitlaten." Richard: „Ik heb filters voor de pomp moeten zetten, omdat die telkens verstopt raakte met salamanders." De makelaar waarschuwde, voordat zij het koopcontract tekenden, dat de kans bestond dat er ooit een snelweg achter hun huis zou komen te liggen. Ze tekenden niettemin. Die weg was niet meer dan een spookbeeld. En als ze 'm ooit aanleggen, zou 't in een tunnel zijn of achter een geluidswal dat had de makelaar hen met nadruk verzekerd. Vader Rikus mengt zich nu ook in het gesprek. „Voor veel mensen is de limiet zo onderhand wel bereikt," meent hij. „We hebben hier al meer dan genoeg lawaai te verduren. Van de spoorbrug, bij oostenwind. Verder hoor je de tram, de snelweg en heel veel vliegtuigen. De tram wordt binnenkort doorgetrokken naarVlaardingen en de baan komt hier vlakbij te liggen. Wij zijn gewend met mooi weer veel buiten te zitten. Dat kunnen we straks wel vergeten." Als het te dol wordt, is er altijd nog de optie verhuizen. Richard: „Verschillende mensen uit de buurt hebben dat al gedaan.Vier zijn er al weg uit dit rijtje, nu staan er weer twee te koop." Overwegen ze zelf een verhuizing? Ze kijken elkaar aan. Zwijgen. Sommigen op het plein duiden Louis Bouman aan als de woordvoerder van de bewoners. „Hij is goed ingevoerd in de materie, hij schrijft namens ons brieven aan de gemeenteraad. Vraag hem maar wat wij vinden." Bouman, wiens huis afzijdig staat van de twee onder een kappers en ook een tikje groter lijkt, verklaart 'geen problemen' te hebben met de A4. „Zolang hij geluidsarm is en je niets ruikt." Bouman heeft dit namens het plein aan de gemeenteraad laten weten. „Maar we hebben ook gesteld dat de overheid rekening moet houden met onze wens dat er een park wordt aangelegd boven op de tunnel, en geen sportvelden. Van sportvelden heb je last. En we willen ook geen op- en afritten hier pal achter. Dat kan absoluut niet." Als aan al deze voorwaarden wordt voldaan, is er wat het De la Marplein betreft geen vuiltje aan de lucht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 18