Oud zeer
H-j
Musis 102
Voor de historicus én voetballiefhebber vormen de
v J verhoudingen - eertijds - tussen de Schiedamse
voetbalclubs Hermes DVS en SW natuurlijk een
prachtig verhaal. Gemeentearchivaris Laurens Priester
\J J staat er ook lang bij stil in de door hem geschreven
aflevering van 'Ach lieve tijd', die de Schiedamse
L I 1 sport tot onderwerp heeft. En bovendien maakte het
stadsarchief er een tentoonstelling van in de
benedenzaal van het stadskantoor, waar de supporters
en kemphanen van weleer nu grijs, wijs en vol
anekdotes tijdens de opening, toehoorden hoe de
I spelers van Hermes DVS aan het einde van de
*- I negentiende eeuw de regels van het spel nauwelijks
meester waren en hoe de arbeidersclub SW in 1949
landskampioen werd.
Van animositeit was in het stadskantoor geen sprake meer.
Bijna vergeten was hoe het 'Huppie, huppie, huppie...SW dat
is mijn duppie' uit de jaren
vijftig zowel een blijk was
van supportersliefde als van
sociaal en maatschappelijk
bewustzijn. Voor de kinderen
was het alleszins méér dan
een clublied. Want met de
gezongen keuze voor de
blauwwitten of de
roodgroenen stond je ergens
voor. Hermes DVS was
ontegenzeggelijk een meer
elitaire club, zoals SW
onmiskenbaar voortkwam
uit arbeiderskringen.
Hoefden de Hermesspelers
daarom geen grote kennis te
bezitten van de regels van
het voetbalspel en moest
SW, gesteund door een
groot en actief legioen
daarom wel een keer
landskampioen worden? Het
zijn vragen die het Schiedam
omstreeks 1950 in twee
kampen verdeelde en waarop
ook Laurens Priester geen
antwoord weet te geven. Wél
weet hij uit overlevering dat
een SW-supporter het in
een uitgesproken Hermes
buurt niet altijd gemakkelijk
had (en zeker niet bij
gelijktijdig verlies voor de
ene en winst voor de andere
club) en dat Hermesklanten
(van het deftiger 'supporters'
werd alleen in eigen kring gesproken) SW beschouwden als
een typische gorzenese club, om van falderappes maar niet te
spreken. Noch het één, noch het ander was natuurlijk waar.
Ook onder de grote aanhang van Hermes bevonden zich
eenvoudige handwerkslieden en kleine middenstanders. Precies
zoals SW in z'n topjaren spelers als onder andere Jan van
Schijndel en Flip van Kan in het veld bracht; echte gentlemen,
hetgeen Flip van Kan bovendien onderstreepte door als één
der eersten in de vaderlandse competitie keurig zijn
onderwijzersbrilletje op te houden om aldus de indruk te
versterken van zijn uiterste precisie in zijn passes.
Met smaak citeert Priester het krantenverslag van de eerste
wedstrijd van Hermes op 29 maart 1891: 'Van de
buitenspelregels begrepen de spelers van Hermes niet veel', zo
leert het wedstrijdverslag. 'Toen het spel ongeveer een half uur
aan de gang was, ondernamen Dirkzwager, P. Metzelaar en
Vormer een rush; terwijl zij al dichter bij de vijandelijke goal
kwamen, ging Metzelaar snel achter de Rapiditas-backs staan.
Bienfait loopt toe, maar Dirkzwager centert, voordat Bienfait
hem bereikt had, naar Metzelaar, die even dreef en natuurlijk
off-side stond. Onder geroep van: "umpire, how is that"? floot
de umpire van Rapiditas, als teeken, dat het off-side was. De
keeper, umpire's fluitje hoorende, staakte het spel en liet de bal
kalm doorgaan. De Schiedammers, die er niet mede
overeenstemden, verklaarden: dat de backs dan wel altijd
konden oplopen en men zodoende nooit een goal zou
kunnen maken. Met géén woorden kwam Rapiditas hier
tegenop, maar zij lieten een spottenden glimlach over hun
gelaat gaan'. Hermes hield ermee op, waarna de scheidsrechter
de wedstrijd staakte.
De verslaggever sprak
de wens uit dat
Hermes in het vervolg
'minder met de
handen en meer met
de voeten werkte.
Evenmin schenen de
spelers iets van de
regels van het
voetbalspel af te
weten. Dit bleek uit al
hunne handelingen
met outgooien,
cornerkicken enz'.
De oud SW-ers
hoorden dit citaat
minzaam aan tijdens
de opening van de
tentoonstelling 'Sport
in beeld: de
roemruchte
geschiedenis van twee
Schiedamse
voetbalclubs. Om even
later te horen te
krijgen dat tot de
prestaties waarin SVV
in de
voetbalgeschiedenis
zal voortleven toch
vooral het feit
behoort dat het Piet
Romeijn was (toen
Feyenoorder, maar in
hart en nieren
gorzenees én SW-er)
die op de Nederlandse voetbalvelden als eerste speler de
scheidsrechter luid en duidelijk durfde te kwalificeren als
'hondenlul'. En hoe lang geleden dit alles ook plaatsgreep; uit
de wederkerige reacties van de Hermesklanten op dit laatste
citaat werd weer duidelijk waarom SW-supporters indertijd
vooral slagerij Maltha hun klandizie gunden en Hermesleden
hun brood bij voorkeur van Van Soest betrokken. HvdS
Sport in Beeld, Stadskantoor Schiedam t/m 31 maart, maandag t/m
vrijdag geopend tijdens kantooruren
Heyster
(riermes
D.V.S.)