voor Midden Delfland een voor stedelijk vermaak ingericht park op de plek waar zich nu nog een min of meer oorspronkelijk polderlandschap bevindt. Is het grotendeels opofferen van de huidige landschappelijke en cultuurhistorische betekenis dat wel waard? Of zijn er nog mogelijkheden om delen van Midden Delfland te laten voor wat ze zijn? Midden Delfland moet behouden blijven, dat staat voor velen als een paal boven water. Maar méér nog: waar mogelijk moet het oorspronkelijk agrarische karakter van dit gebied in ere worden gehouden. De inmiddels al vijfentwintig jaar bestaande Midden Delfland Vereniging wil niets liever, al beseft de vereniging dat zij praktisch met de rug tegen de muur staat. Want waar stadsuitleg, industrialisering en recreatisering nog niet hun aanspraken op Midden Delfland hebben doen gelden, zijn het de maatschappelijke ontwikkelingen die de boeren de das om doen. Hun bedrijf hier ter plaatse is nauwelijks nog levensvatbaar te noemen. Voor het gehele gebied geldt dat een toenemend aantal boeren nog wel hun bedrijf op de vroegere boerderij uitoefenen, maar zelf inmiddels in de stad wonen. Het zijn agrarische ondernemers geworden waarvan de meesten trouwens niet weten hoe ze voor hun bedoening een opvolger moeten vinden. Hordes recreanten trekken intussen in het weekeind per fiets door het open landschap. Voormalige stille polderwegen zoals de Midden Delfland verdwijnen. Met het omzetten van weidegrond in recreatieterrein zal ook het aantal en diversiteit van de weidevogels afnemen.Voor de boer is een functie gedacht als beheerder van een 'natuurgebied' op de stukken die door Natuurmonumenten worden aangekocht en gedeeltelijk in cultuur worden gehouden. Het park zal er op het eerste gezicht best aantrekkelijk uitzien, maar is en blijft Harreweg tussen Schiedam en Delft en de Zouteveenseweg tussen Vlaardingen en Schipluiden zijn geworden tot doordeweekse sluiproutes terwijl het landschappelijk aanzien op de zondag verkleurt door de sportkleding van joggers.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 77