Musis 88
voor het gebied Babberspolder-Oost dat transformatieproces in
beeld gebracht. De gemeente heeft samen met Waterweg
Wonen middels procesmanagement en een uitgebreide
projectgroepenstructuur een uitvoeringsprogramma tot 2014 in
de computer zitten en inmiddels met de wijkbewoners eind
januari 2002 gecommuniceerd. Waterweg Wonen is met een
bezit van 2300 woningen zonder meer de dirigerende partij.
De komende 12 jaar zullen er ruim 1400 van worden gesloopt,
te beginnen in 2004 met 128 woningen aan de van
Hogendorplaan Adriaan Pauwstraat inclusief tussenliggende
blokjes. Daarna 184 woningen in 2005, de Fannius
Scholtenstraat inclusief duplexwoningen aan de Johan de
Wittstraat, laatste flat aan de van Maanenstraat, 187 woningen
in 2006, 159 in 2007, dan de 536 van de Muwi II in 4 jaar en
dan een restant van 246 in 2012.
Wat komt er voor terug en hoe verhoudt dat zich tot de
hiervoor geschetste gewenste woonvoorraad? Hoe gaat de wijk,
die stedenbouwkundig zo nauwgezet en kenmerkend is
ontworpen in 1949 door ir. van Tijen, er uitzien in de
toekomst? Wordt er weer een iemand van landelijke niveau en
expertise ingezet, net zoals 50 jaar geleden en ook 5 jaar
geleden in de Westwijk? Is de stedenbouwkundige studie naar
het overkluizen van de er langslopende A4, waar het ministerie
onlangs subsidie voor verleende aan Schiedam en Vlaardingen
voor een gezamenlijke studie, op tijd gereed? Het zou zonde
zijn om mogelijkheden voor een groot landschapspark dat
langzaam de stad binnendringt aanVlaardingse kant, niet mee
te nemen in de opzet voor het nieuwe wijkgedeelte. Op die
manier zouden de respectievelijk groen- en sportgebieden 't
Nieuwelant en Harga aan elkaar kunnen groeien met groen,
veel water en fietsroutes. Daarmee kan unieke en
plekgebonden woonkwaliteit ontstaan en kan er vervolgens
daarmee succesvol op de regionale woningmarkt een plaats
verworven worden.
Als mensen keuze hebben, kiezen ze wat hen het beste uitkomt.
Daarom moet op regionaal niveau er ook uit kwalitatief
oogpunt iets te kiezen zijn uit die badkuip. Waterweg Wonen
heeft als organisatie zichzelf een missie opgelegd om voor haar
verschillende categorieën klanten het gewenste woongenot in
Vlaardingen te (gaan) realiseren. Verschil van inzien met de raad
van toezicht over de manier waarop je als een van de regionale
spelers in het veld, daarmee bedrijfsmatig, makelend en al dan
niet met afhankelijkheid van regio en stad zou moeten omgaan,
kostty een maand geleden de directeur-bestuurder van
Waterweg Wonen zijn baan. Die regio weet wat.
De ontwikkelingen die Vlaardingen te wachten staan met de
transformatie van de Babberspolder-Oost, kent Schiedam reeds
uit ervaring met reeds enige jaren geleden gestarte
vernieuwingsoperaties in Nieuwland.
Beide wijken dragen duidelijk het stempel van de
wederopbouw en het elan waarmee in de jaren vijftig van de
twintigste eeuw de stadsuitbreiding ter hand werd genomen. In
Vlaardingen met het plan Tijen als onderlegger, in Schiedam
gebaseerd op het stedenbouwkundig ontwikkelingsplan
waarvan Horvath,Van Praag en de architect Emile Groosman
de ondertekenaars waren. Hoewel de inzichten en uitgangs
punten beide steden in detail verschilden, waren de ter
beschikking staande middelen vrijwel gelijk. In huizentype en
stratenplannen zijn meer overeenkomsten dan afwijkingen.
De gehanteerde oppervlakte en inhoudsmaten van de gereali
seerde woningen zijn vrijwel gelijk, in stedelijke vormgeving
werd nagenoeg hetzelfde repertoire gehanteerd en ook in
bouwkundige detailleringen zijn er niet die opmerkelijke
verschillen die het kenmerk zijn van de volkshuisvestelijke
bouw in het interbellum. De verfrissende verschillen tussen
bijvoorbeeld de Amsterdamse en de Delftse school en op lokaal
niveau tussen bijvoorbeeld de Vlaardingse architect Van derVlis
en de Schiedammer Piet Sanders, zijn na de Tweede Wereld
oorlog onder druk van enerzijds de financiële en materiële
omstandigheden en anderzijds een voortschrijdend inzicht in
verkavelings- en ordeningsvraagstukken nagenoeg opgelost.
Het veelgeprezen wijkmodel van Lotte Stam-Besemer dat in
z'n opperste vorm ten grondslag ligt aan de wijk Pendrecht in
Rotterdam werd een vrijwel landelijk nagevolgd model.
De belangrijke verschillen tussen de Babberspolder-Oost in
Vlaardingen en het Schiedamse Nieuwland liggen 'm vooral
daarm dat Nieuwland in aanvang werd gerealiseerd in een ver
weg gelegen polder en met slechts een smalle aansluiting op
een dichtbebouwde volkswijk, terwijl de Babberspolder min of
meer verbonden werd met een nabijgelegen, meer welgestelde
buurt. Heeft het oudste gedeelte van Nieuwland al een
duidelijk stedelijk karakter, de Babberspolder-Oost manifesteert
zich meer als een tuindorp, hoewel ook hier de keuze
vooraleerst werd bepaald op portiekflats. Dat het in beide
gevallen gaat om stedehjke en stedelijk bedoelde uitbreidingen,
spreekt duidelijk uit de zelfverzorgende opzet van beide wijken
met hun kerken, scholen en winkelcentra; mVlaardingen de
Van Hogendorplaan en in Schiedam de winkelas die wordt
gevormd door het Wibautplein en de Mgr. Nolenslaan.
Evenmin als de Babberspolder-Oost het uitloopputje wil zijn
in de woningvoorzienende regionale badkuip wil ook
Nieuwland niet het laagste punt worden. Woonplus verkeert als
ver- en veruit de grootste woningeigenaar in Nieuwland in
zoverre in het voordeel dat de voornaamste doelstellingen op
het gebied van stadsontwikkeling en wijkvernieuwing reeds
zijn vastgelegd. Woonplus-directeur Karin van Dreven wijst
daarbij op een extra vereenvoudigende factor in de toekomstige
ontwikkelingen, zijnde het tracé van de ondergrondse metro,
die een brede groene voor door het stedehjke landschap trekt
vanaf het Plem 40-45 tot aan de tegenoverliggende zijde van
de stad. Zoiets ruimt op en schept alle mogelijkheden tot een
bijzondere bouw waarin parkaansluitingen, waterpartijen en
monumentale accenten mogelijk zijn. Een voorschotje is alvast