Sappig verhaal van
Vlaardingse bodem
Kor Kegel en
Hans van der Sloot
Archeologie als marketinginstrument
In het Vlaardingse stadhuis is het bij de bestuurders nu wel doorgedrongen: voor
nieuwbouw mag er eigenlijk geen paal meer de grond in, voordat Tim de Ridder er het
gat voor heeft gegraven. Zijn opgravingen zijn vermaard. Niet eens zozeer door de
vondsten op zichzelf, als wel door de interpretaties die Tim de Ridder eraan geeft. De
verhalen, die Tim de Ridder uit de Vlaardingse bodem peurt, zijn sappige verhalen. Ze
maken de geschiedenis smeuïg en ze bezorgen Vlaardingen een reputatie, die geen stad
in Holland heeft. Vlaardingen mag archeologie beslist als marketinginstrument gaan zien.
Het Gat in de Markt is al vijfentwintig jaar een spraakmakende
locatie. Er zijn verschillende bouwplannen geweest voor de
plek, waar de Maassluissedijk op de Markt uitkomt. De plannen
werden één voor één afgeschoten, omdat ze niet voldeden aan
de eisen waar zo'n historisch centrum om vraagt. Ook bij de
huidige bouwplannen kun je je afvragen of ze zich met het
Oudhollandse stadsbeeld verdragen - er is langs de dijk al meer
misgegaan. Toch, als nieuwbouw onvermijdelijk is, heeft
Vlaardingen veel gewonnen bij het doen afketsen van eerdere
plannen. Want vijfentwintig jaar geleden was Tim de Ridder
nog geen stadsarcheoloog. Vijfentwintig jaar geleden zou er een
stuk dijk zijn afgegraven om hup, de heimachine te laten
dreunen en dan hadden er nu mensen gewoond zonder te
weten dat ze bovenop schatten uit de stadsgeschiedenis zaten.
Waar uitstel niet goed voor kan zijn.
Begin februari troffen de schatgravers van hetVlaardings
Archeologisch Kantoor (VLAK) in het Gat in de Markt een
middeleeuwse lijkkist aan. Het hout was nog helemaal gaaf en
het was niet al te ingewikkeld om de goed geconserveerde
lijkkist te lichten, compleet met inhoud. Verrast waren de
spitters niet.Voordat de opgravingen begonnen, waren er al
vermoedens dat er in de Middeleeuwen een begraafplaats was
geweest. Maar het was niet zeker, omdat er in de vijftiende
eeuw en mogelijk al eerder bebouwing was geweest.
De vondst van de lijkkist bevestigde de begraafplaatstheorie.
Wat heb je nu aan zo'n bevestiging? Laat dat maar aan Tim de
Ridder over. ,,lle ontdekking werpt een nieuw licht op de
nederzettingsterp," stond in een gezamenlijk persbericht van de
gemeente Vlaardingen en het VLAK. Zoals je in de Middel
eeuwen wel meer langterpen had, kenmerkend voor ophogin
gen waar handel werd gedreven, zo zag het ernaar uit dat de
terp met de Grote Kerk eveneens een langterp was met de
begraafplaats aan de zuidkant en de eerste Vlaardingse neder
zetting aan de noordkant. Vanaf de late Middeleeuwen zijn de
Vlaardingers rond de kerk gaan wonen. Er is altijd een hypo
these geweest, dat het oude Vlaardingen aan de zuidzijde van de
terp ontstaan is en dat de eerste huizen zijn weggespoeld bij de
grote overstromingsrampen van de twaalfde eeuw. Maar in dat
geval had op de plek van de lijkkist ook ander materiaal
gevonden moeten zijn: restanten van huizen of gebruiksg
oederen. Die aanwijzingen zijn niet aangetroffen. Wel heeft het
onderzoek van de dijkmuur in het Gat in de Markt iets anders
opgeleverd. Er zaten eiken trekbalken in de bodem, die de
functie hebben gehad om een houten beplating langs de dijk
op z'n plek te houden. Die beplating maakte in 1459 plaats
voor een stenen muur, in opdracht van het Hoogheemraad
schap Delfland. Het blijkt dat de muur meermaals gerepareerd
is en dat er in de dijk een vlechtwerk lag, een zogenaamde
horde, die als harde afzetting werd gebruikt. De horde bestond
uit gevlochten riet, met daartussen vette grijze klei die uit de
gorzen kwam, de opgeslibde kwelder ten zuiden van Vlaardingen.
Er zijn al eerder bewijzen gevonden, dat het woeste water
stukken van de dijk heeft weggeslagen en dat er als het ware
een hap in de nederzetting werd gedaan, waarin de Maas zand
en klei achterliet. We kunnen ons voorstellen dat de
Vlaardingers een panische angst hadden voor de aan hun
nederzetting vretende vloed en mogelijk, zegt Tim de Ridder,
is later de gedachte ontstaan dan toen tevens het oude
Vlaardingen is weggespoeld. Maar uit het bodemonderzoek
komt een ander beeld naar voren. De dijk was de eerste en
belangrijkste waterkering en buitendijks zullen geen huizen
hebben gestaan. En aan de zuidkant van de terp was er de
begraafplaats. Vlaardingen moet dus langs de Hoogstraat en de
Korte Dijk zijn ontstaan.
Hier zien we het cultuurhistorische belang van een simpele
opgraving als een ongeschonden lijkkist. Het draagt bij aan het
verhaal van de stad. Je zou schouderophalend aan die lijkkist
voorbij kunnen gaan, maar Tim de Ridder weet wat publiciteit
is. De stadsarcheoloog doet met grote regelmaat kond van zijn
vele vondsten in de vakpers, hij levert nauwkeurige opmetin
gen en geeft een wetenschappelijke verantwoording van zijn
graafwerk, en bovendien haalt hij regelmatig de landelijke pers
door aandacht te vragen voor de meer spectaculaire kanten van
zijn werk. Tim de Ridder doet dat door aan zijn vondsten
steevast een verhaal te verbinden, dat een groot pubhek aan
spreekt. Op die manier wordt de door hem gevonden houten