93 Musis aanraakbare voorwerpen die door de vroegere bewoners zijn gebruikt en in de grond achtergelaten. Daar is zo meteen nog iets meer over te zeggen. Eerst nog dit: de wetenschappelijke waarde van al die vondsten komt in het promotionele verhaal over de stad Vlaardingen minder tot uitdrukking - maar die wetenschappelijke waarde is in werkelijkheid vele malen groter. Door toedoen van het VLAK is de geschiedenis van Vlaardingen verrijkt met een schat aan details. De bewoningsgeschiedenis van het gebied is nog verre van volledig, maar kan zich door onderzoek baseren op tal van gegevens die anders verborgen zouden zijn gebleven. Globaal bestaat er een goede indruk van de geograöschc ontwikkelingen van het grondgebied sedert de Vlaardingen- Cultuur, een kleine Vijfduizend jaar geleden. Ook de inrichting van de stad in de Middeleeuwen is beter bekend uit de gevonden details en door grondige vergelijking met metingen uit de in archieven beschikbare gegevens. Archeologisch onderzoek heeft een aantal verhoudingen duidelijk gemaakt en vertelt meer over gemiddelde welvaart, de manier van wonen, bouw en inrichting van woningen, maar ook over bedrijf en handel en betrekkingen tussen Vlaardingen en de wereld eromheen. Dat de door archeologisch onderzoek verkregen gegevens een heel ander licht op de geschiedenis kunnen werpen, is afdoende aangetoond. Met het ruimte scheppen voor VLAK vervult Vlaardingen een voorbeeldfunctie. Archeologisch onderzoek wordt in de lager gelegen delen van Nederland vaak gezien als overbodig en storend. De geschiedenis van het gebied wordt immers als bekend verondersteld. Honderd jaar voor Christus werd het rivierenland bevolkt door de Batavieren, die in hun boomstammen de Rijn afzakten.Vervolgens duurt het dan tot de vroege Middeleeuwen, voordat er werkelijk van bewoning en stedenstichting sprake is en gaat er nog eens een eeuw of wat overheen voordat de samenleving zich begint af te tekenen waarmee wij ons meer verwant voelen. Het archeologisch onderzoek van VLAK verlegt die grenzen. Het weet licht te brengen in een duistere en moeilijk te doorgronden periode als die van de tiende eeuw tot aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Het werk van Tim de Ridder en de zijnen maakt dat Vlaardingen inmiddels over heel wat meer geschiedkundige (archeologische, prehistorische én historische) kennis beschikt dan de meeste steden in het westen van Europa.Vlaardingen heeft zelfs meer kennis over de ontstaansgeschiedenis van zichzelf én van Holland in huis dan de grote steden. Die oogst is waardevol, vooral omdat met de boeiende verhalen eromheen niet alleen de kleine kern van liefhebbers van de geschreven geschiedenis wordt bereikt, maar ook een veel grotere groep van mensen die niet zozeer in de blote feiten geïnteresseerd zijn, maar wel graag willen weten hoe het er in het vroege Vlaardingen ongeveer heeft uitgezien. Er is een schat aan gegevens, waarop nadere conclusies en reconstructies kunnen worden gebaseerd. Er is een enorme hoeveelheid gegevens, die zich lenen voor vergelijkend onderzoek. Er is een spreekwoordelijke bodem te ontginnen dankzij het archeologische veldwerk van het VLAK: een instituut met eigenlijk eenvoudige middelen, weinig mankracht - maar met motivatie! En met een vermogen om stelselmatig onderzoek toch tot de verbeelding te doen spreken. In feite resteren twee conclusies. Elke gemeente zou een Archeologisch Kantoor moeten outilleren en faciliteren - je weet nooit. Misschien ligt de wending van mondiale ontwikkelingen wel in eigen bodem. Tweede conclusie is, dat het VLAK een toeristische waarde verdient. Weten we uit de geschiedenisboeken van de Hollandse graaf Dirk III te Vlaardingen, door Tim de Ridder kennen we ook de plaats waar Dirk III woonde en dat het er flink kon spoken als de wind in de verkeerde hoek stond. Maar dat vraagt om publicitaire begeleiding. Er zijn educatieve borden nodig, waarop de toerist én de Vlaardinger kan lezen wat er nou eigenlijk zo belangrijk was met dat Gat in de Markt. Gevelpanclcn, ANWB-achtige paddenstoelen en markeringen in de bestrating kunnen veel promotionele waarde toevoegen aan wat VLAK aan axioma's opdiept. Er is een vervolg nodig. Het is niet zomaar, dat er aan het Westnieuwland de anekdote bestaat dat er geen paal voor nieuwbouw meer geslagen kan worden, zonder dat Tim de Ridder er het gat voor heeft gegraven. De resultaten zijn er naar. Archeologie als marketinginstrument - dat zou nieuw beleid zijn, maar mag je het ergens eerder verwachten dan in Vlaardingen?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 93