Eerst de inhoud
Op vrijdag 75 februari werd in de bibliotheek aan het Stadserf gediscussieerd over de
toekomst van het museum. Taboes werden doorbroken en ferme uitspraken waren niet
van de lucht. Het is immers verkiezingstijd. Buiten de vraag of er niet gediscussieerd moet
worden over zaken als veiligheid, werkgelegenheid en onderwijs, kun je je afvragen of de
discussie over het museum nu op het goede spoor zit. Omdat Musis zich uitvoerig bezig
houdt met gedachtewisseling over de musea in Schiedam en Vlaardingen is het goed om
hetns niet over de faciliteiten te hebben maar over de inhoud. Want die gaat de cultuur
in Schiedam toch het meeste aan. Yorick Haan, lijsttrekker van de Socialistische Partij
heeft er na afloop van 'het museumgesprek' zo z'n gedachten over.
Yorick Haan
99 Musis
Jarenlang heeft iedereen geroepen dat de vestiging van het
museum aan de Hoogstraat niet geschikt is. Nu blijkt de
meerderheid van de lokale politici voor blijvend gebruik van
het huidige gebouw. Jarenlang heeft iedereen geroepen dat de
collectie intact moest blijven, nu is mogelijke verkoop van
delen van de collectie een breed gesteunde optie. Ferme taal.
Maar er lopen een paar zaken door elkaar. De eventuele ver
koop van delen van de collectie dient één doel: er moet geld
in het laatje komen. Geld om de overgebleven collectie goed te
kunnen beheren, geld voor tentoonstellingsprogramma's en
presentaties, geld om mensen naar het museum te lokken en
geld voor het gebouw. Dat laatste voert in de discussie de
boventoon. Of er nu sprake is van nieuwbouw of een
uitgebreide opknapbeurt van het huidige museum, het zal veel
geld kosten. Maar met de discussie over het omhulsel begin je
aan het verkeerde eind. De inhoud staat voorop. Om te
beginnen zou duidelijk moeten zijn wat we eigenlijk met het
museum willen. Op wat voor publiek richt je je, wat is er te
zien en - vooral - te beleven. In opdracht van het gemeente
bestuur heeft Stan Petrusa hierover een rapport geschreven.
Het rapport biedt veel aanknopingspunten voor een museum
voor moderne kunst. Als de raad de aanbevelingen overneemt
is de discussie over eventuele verkoop van delen van de
historische collectie snel over. Want in het 'nieuwe stedelijk
museum' is geen plek voor die collectie. Het museum richt
zich uitsluitend op Nederlandse kunst van na 1945 en wil dit
met tijdsbeelden inzichtelijk maken. Nog los van het feit dat
het wel eens een illusie kan blijken te zijn, dat de verkoop van
delen van de historische collectie voldoende geld in het laatje
brengt, blijft de vraag watje dan met de rest doet. Wat blijft
over als de stofkam er door is. Zijn er in de collectie genoeg
dingen de moeite waard om het nog een collectie te noemen.
Moet het niet juist het rommeltje blijven dat het nu is en hoe
zorg je er voor dat het publiek daar op een boeiende manier
kennis van kan nemen.
Er moeten musea zijn in Schiedam. De mogelijkheid om alles
voor een schappelijk prijsje van de hand te doen (in het
verleden al eens door de PvdA geopperd) sluit ik bij deze uit.
Er blijven dan drie opties over: 1: Alles blijft zoals het nu is.
Uit onderzoek van D66 een paar jaar geleden zou blijken dat
de helft van de Schiedammers niet eens weet dat Schiedam
een stedelijk museum heeft. Er is dus nog heel wat te doen.
2: De huidige cohectie wordt opgesplitst. Dat betekent dat er
ook twee gebouwen moeten komen om zowel de moderne
kunst als de historische collectie te huisvesten. 3: Eén van de
twee collecties wordt afgestoten en met de opbrengst daarvan
wordt het overgebleven museum gefinancierd.
Ik ben geen kunsthistoricus en kan ook niet op inhoudehjke
gronden kiezen welke cohectie in de uitverkoop moet.
Ik ga er van uit dat de 4322 museumstukken, die de huidige
cohectie telt, niet zomaar verzameld zijn. Ze zuhen dus
ahemaal wel een of andere waarde vertegenwoordigen. En dan
bedoel ik waarde in artistieke, culturele of cultuurhistorische
zin en geen euro's. Ik pleit voor optie 2: behoud van zowel de
historische als de moderne cohectie. En ik pleit er voor dat de
huidige locatie van het museum in die functie behouden blijft.
Een unieke locatie, centraal in het oude centrum, een plek
met een historische uitstraling die best een impuls kan
gebruiken. U raadt het al: een ideale plek voor de historische
cohectie. Bijkomend voordeel is dat de broodnodige renovatie
van het gebouw financieel binnen de perken kan blijven. Het
op boeiende wijze toegankelijk en inzichtelijk maken van de
historische cohectie vergt geen ingrijpende modernisering.
Bhjft de moderne kunst over. Vooraf dient gezegd te worden,
dat het gebouw 'dienstbaar' moet zijn aan de inhoud. Op duffe
tentoonstehingen in het Centre Pompidou komt binnen de
kortste keren ook geen hond meer af. Het probleem van het
huidige museum is niet zozeer het gebouw, als wel de manier
van werken. Het tentoonstehingsbeleid van een eerdere
directeur had meer succes. Het huidige beleid trekt geen kunst
minnende toeristen naar Schiedam en geen Schiedammers over
de drempel van het museum. Laten we het eerst eens worden
over de inhoud, uiteraard met voldoende bewegingsvrijheid
voor de museumdirecteur. Laten we vervolgens op zoek gaan
naar een goede verpakking.
Veertig miljoen voor een museum lijkt veel, maar als je
bedenkt dat een belangrijk deel van dat bedrag ook nodig zal
zijn voor het behoud van de cohectie voor het nageslacht, dan
valt de prijs nog best mee. Alleen..., de gemeente kan zo'n
bedrag nooit aheen opbrengen. Waarmee nog eens extra wordt
onderstreept dat het beantwoorden van de vraag wat we
inhoudelijk met het museum wihen, veel belangrijker is dan
het praten over de huisvesting ervan. Want daarmee zul je het
publiek bij het museum moeten betrekken. En evenzeer de
externe geldschieters zonder wie een nieuw museum vrijwel
ondenkbaar is.