of in een andere kleur gebracht
Musis 110
niemand weet waarom. Hier geldt een elementaire factor van
het kunstgenot; het glanzende, het kleurige heeft
symboolwaarde en wekt associaties op'. Doelmatigheid als enig
uitgangspunt vermocht hem - ooit bejubeld als de
spoorwegarchitect die een strakke zakelijkheid als dwingend
uitgangpunt had genomen - niet te boeien.Van Ravesteyn zelf
motiveerde zijn opvattingen met te zeggen: 'de karakteristiek,
de geestelijke waarde wordt met andere middelen en symbolen
gegeven. Deze hebben met de bestemming niets te maken. En
vanuit dit autonome gezichtspunt stond Van Ravesteyn zichzelf
toe om die 'symboolwaarden' op alle niveaus tot uitdrukking
te brengen. 'De mens vraagt van de architectuur nu, evenzeer
als vroeger, visuele schoonheid', was één van de stellingen
waarmee hij in 1937 reeds het verschil van opvattingen
aankondigde waarom hij zich een jaar later zou losmaken uit
de belangrijkste Nederlandse stroming in de bouwkunst van
dat moment; de groep architecten die als 'De 8' de
geschiedenis zouden ingaan.
Slechts korte tijd maakte Van Ravesteyn deel uit van deze
interieur van het Koninklijk Jacht Piet Hein, het excessief
gekrulde meubilair van de Brandwaarborgmaatschappij Tiel-
Utrecht in Utrecht, de gracieuze buigingen van de daken en
hallen Van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam en het
opgewekte en het ruim van beelden en decoraties voorziene
voormalige Centraal Station in Utrecht. Zelfs in de late jaren
vijftig en in het begin van de jaren zestig, wanneer ook Van
Ravesteyn kiest voor een strakker vormtaal, laat hij zijn
vroegere opvattingen m het geheel niet varen. Elij bleef bij zijn
stelling:'wij zijn te lang gebleven bij de simpelheid. Jaren lang
gold iedere gebogen lijn als onsympathiek. De Nieuwe
Zakelijkheid moet haar onarchitectonische boeien verbreken
en vrijmoedig vorm gaan geven met de normale middelen ter
bereiking van schoonheid en normale, menselijke, visuele
behoeften. Derhalve vindt ook het Rotterdams Centraal
Station z'n markante trekken in de buigingen die het
stationscomplex maakt en het benadrukken van decoratieve
elementen zoals de grote glaswand van de entreehal, de
uitwerking van de natuurstenen vloer, de loketten en de beide
decoratieve poorten, bekroond door robuust
architectengroep die als de grondlegger mag worden
beschouwd van het Nieuwe Bouwen. Het opzeggen van het
lidmaatschap leidde overigens niet tot het beëindigen van de
vriendschappen met onder andere Rietveld, Kloos, Stam,
Bakema en Wiebenga. Hoewel werkend vanuit een compleet
ander perspectief bleef men Van Ravesteyn zien als een
belangrijk vernieuwer. Rietveld; als belangrijke stimulator van
de Stijl, De 8, het Nieuwe Bouwen en de Nieuwe
Zakelijkheid, die overigens als meubelmaker vele ontwerpen
van Van Ravesteyn had uitgevoerd, was en bleef een verklaard
bewonderaar van de laatste. Een groter tegenstelling is haast
niet denkbaar voor wie het purisme van Rietveld plaatst naast
het luchtige, van buigingen en rondingen ruim voorziene
steenhouwerswerk. Overigens vinden rondom het stationsplein
de grote werken van Maaskant (het Groothandelsgebouwj.Van
Ravesteyn (Centraal Station) en Hoogstad (Centraal
Postkantoor) elkaar opnieuw in dc adviserende persoon van
Van Tijen.
De Vlaardingse keuze voor Van Ravesteyn laat zich misschien
ook nog om andere redenen verklaren. In 1938 had de
bouwmeester de opdracht geaccepteerd voor de interne
verbouwing van de schouwburg Kunstmin in Dordrecht.
Kunstmin was als schouwburg in 1889 gebouwd door de op
dit gebied internationaal befaamde J. Verheul Dz van wiens
hand ook de Grote Rotterdamse Schouwburg aan de Aert van