117 Musis Het lijkt erop dat in het bestaan van de Stadsgehoorzaal vanaf het begin sprake is van een cyclus van technische problemen die elke 10 jaar de kop op steekt. Na de volgende 10 jaar functioneren komen er twijfels over de stabiliteit van de verschillende gebouwonderdelen. Zichtbare scheurvorming en een zekere scheefstand hier en daar gaven aanleiding tot een grote bouwkundige opname door de Vlaardingse architecten Van Pelt en Louter in augustus 1986. Uit intern commentaar op een rapport van mei 1986 van het theatertechnisch bureau Cenario wordt gesproken over 'instandhouding van ca. vijf jaar', zodat 'geen grote zaken (toneeltoren) kunnen worden aangepakt.'Wel zullen veiügheidsverhogende ingrepen worden uitgevoerd zoals vluchtwegen etc. Metingen inzake de zakkingen zoals die vanaf 1986 door 15ouw- cn Woningtoezicht worden uitgevoerd, worden vooralsnog 'niet verontrustend' beschouwd, hoewel wel angst voor 'drijven' bestaat. Ook de politiek weet niet te kiezen cn kiest daarom voor de bekende pas op de plaats. Op 25 mei 1989 schrijft het college dat het een advies van gemeentewerken wil 'inzake noodzakelijk geachte voorzieningen waarmee de instandhouding van de SGH kan worden gewaarborgd'. Uiteindelijk zal gekozen worden voor een vernieuwing van de voorzijde aan de Schiedamseweg die onder het motto 'instandhouding' een uitvoeringskrediet van een half miljoen van de gemeenteraad meekrijgt in maart 1990. De architect Ton Hol uit Hoorn tekende voor de thans als toevoeging duidelijk zichtbare nieuwe entree, die als een in 1992 opgeleverde 'accolade' aan de Schiedamseweg een gezamenlijke entree geeft aan zowel de SGH als De Harmonie. Tevens wordt een theatercafé voorzien in de ruimte voor De Harmonie.Vernieuwing geeft elan en moed. Na de plotselinge dood van theaterdier Martin Putman is directeur Sandór Góra degene met organisatorische inbreng die rust brengt. Vernieuwing van gebouw en programma-aansturing gaan gelijk op en geven de onderzoeken naar de door de politiek van die dagen gewenste verzelfstandiging van het theater gedurende langere tijd vleugels. De Stadsgehoorzaal zou als verzelfstandigd gemeentelijk onderdeel vrijer de vleugels kunnen uitslaan, zo was de gedachte. De Dienst Welzijn, die het theatercomplex krijgt toegewezen bij de vorming van de dienstenstructuur in 1993, weet lange tijd niet bedrijfsmatig met de voorziening om te gaan. 1 let planmatige grootonderhoud is weliswaar uitbesteed aan de facilitaire Dienst, maar 'er zijn te weinig middelen'. In de aanloop van de voorziene verzelfstandiging in 1999 stapelen de adviesrapporten zich op: de bruidschat moet worden bepaald. Het rapport van ingenieursbureau Marcus spreekt in september 1997 zorgelijke taal. Het is van mening dat 'het zakken, zetten en scheuren niet stabiel is, maar lineair in verloop van de tijd'. Met name door de toename van het hoeveelheid zwaarder verkeer op de Schiedamseweg zakt de punt van De Harmonie richting de weg. Mede daarom worden de reeds bestaande twijfels over aard en omvang van de oude fundering nog eens herhaald. De opdracht in februari 1998 tot een beschouwing voor de komende 15 jaar levert het advies van het hoofd Bouwkunde van de Facilitaire Dienst op 'het grootonderhoud voortaan niet uit te stellen' en 'grootschalige investeringen gezien de politieke onhaalbaarheid uit het hoofd te zetten'. Deze ervaringswijsheid zal de toon zetten voor de komende jaren die in een hink- stap-sprong-discussie duidelijkheid zullen gaan geven over het voortbestaan van de voorziening. Ondanks de dure externe adviezen met betrekking tot de mogelijkheden van verzelfstandiging van de culturele voorziening, is het pas de Stadsvisie die in de jaren 2000 en 2001 een politiek draagvlak schept voor voortbestaan. In de tekst staat datVlaardingen een 'volwaardig theater' zou moeten bezitten. Door daar vervolgens niet bij te schrijven op welke locatie die zich het beste zou kunnen bevinden, wordt de sloop en herbouwdiscussie echter opnieuw geopend. Handhaven van het gebouw betekent het zoeken naar nieuwe en vooral kwalitatieve impulsen. Immers, na de jarenlange tevergeefse pogingen om het stadsgehoorzaalcomplex de status van verzelfstandigd onderdeel van de gemeente te laten verkrijgen, staat deze culturele voorziening op een interessant scharnierpunt in haar bestaan. De op 1 april 2002 in dienst komende nieuwe directeur zal ongetwijfeld de kans willen krijgen om het perspectief uit te werken dat de gemeentelijke plannenmakers hebben voorzien voor de culturele voorziening. Uit de recentelijk ingevoerde nieuwe benaming 'Theater van Vlaardingen', waaronder dan de Stadsgehoorzaal, de Harmonie en het Filmhuis 'Het Zeepaard' vallen, is op te maken dat er in Vlaardingen nog steeds een stroming bestaat die het dorpse randstedelijke karakter van de stad zou willen opstuwen in de grootschalige vaart der volkeren. Vlaardingen heeft echter ook zonder nieuwbouw a ca. 20 miljoen euro de mogelijkheid om het huidige kleinschalige complex zowel qua programmering als qua gebouw om te bouwen tot een culturele voorziening met unieke kwaliteiten. Een programmering die zich onderscheidt van vergelijkbare kleinere theaters in de regio als Rotterdam-zuid, Spijkenisse, Gouda en Delft door gericht te zijn op voorstellingen die juist vragen om kleine en intiemere zalen. Solotoneel, cabaret en kleinkunst, startende en beginnende carrières en try-outs, educatieve voorstellingen voor scholen. Handhaven van het huidige gebouw betekent blijvend investeren. In eerste instantie een up-to-date installatie inclusief nieuwe gemechaniseerde trekkenwand en vervolgens in periodieke upgrading van interieur qua aankleding en meubilair alsmede van klimaatvoorzieningen. Daarbij zou het kiezen voor het unieke basiskarakter van 'een Van Ravesteyn' wel eens de benodigde synergie kunnen doen ontstaan tussen gebouw en programmering en daarmee de door de politiek gewenste status van 'volwaardig theater'. Het terugrestaureren naar een bakstenen gebouw met een geheel lichte zaalaankleding, met de gestucte ornamenten en thans weer in zwang zijnde lamparmaturen in de ruime wandelgangen, zou - weer - een uniek complex opleveren. Moedige en snelle besluitvorming en uitvoering zou kunnen betekenen dat Vlaardingen en de culturele regio nog binnen de termijn van de komende gemeenteraad zou kunnen beschikken over een eersterangs voorziening. Bouwwereld Nederland (be)schreef het in 1953 al:'In ontvankelijke stemming wordt de zaal betreden, welke door de architectonische vorm, kleur en materiaal een feestelijk karakter bezit en toch getuigt van de betekenis van haar culturele waarde'.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 117