137 Musis ontwikkeld, de zichtlijnen in de bestaande zaal zijn nooit echt goed geweest en de eisen aan publieksopvang voor en na de voorstelling zijn sterk verhoogd, om een paar voorbeelden te noemen. Je kunt proberen met veel kunst- en vliegwerk een aantal van deze functionaliteiten alsnog in te bouwen, maar zo luidde de conclusie 20 jaar geleden al - echt bij de tijd wordt het nooit. Zou het theater minder monumentaal zijn, dan zou het veel gemakkelijker zijn tot nieuwbouw te beslissen. Dit probleem doet zich ook elders voor, o.a. in Helmond (Speeldoos, gebouwd door Piet Blom als Grote Paalwoning), Kunstmin in Dordrecht (ook van Van Kavesteyn) en De Meerpaal in Dronten (Van Ravenzwaay). om mij tot drie voorbeelden te beperken. Alle drie zijn het markante, of zelfs monumentale gebouwen, maar geen van drieën is echt nog geschikt als theater. Hele vakken die niet op het toneel kunnen kijken en een betonstructuur die het onmogelijk maakt de te geringe beenruimte tussen de rijen te vergroten (Speeldoos), of een overdekte glazen marktplaats, waar sport, kunst en het verstrekken van alcoholische versnaperingen met elkaar worden gemengd in open - soms glazen verbinding (Meerpaal). In Kunstmin in Dordrecht heeft Van Ravesteyn een juweel van een theater neergezet, met als ingenieuze vondst een hellend toneel, zodat bij een geringere helling van de zaal dan gebruikelijk, de ideale zichtlijnen toch intact konden blijven. Heel ingenieus, maar decors moeten scheef worden verzaagd en dansers moeten een sprong naar voren minder hard inzetten dan één naar achteren, om te voorkomen dat ze al hellend de zaal in springen. Hoe mooi en monumentaal ook, met het verstrijken van de tijd worden dergelijke gebouwen steeds minder geschikt voor de functie waarvoor zij ooit bedoeld waren. Wie dan inzet op behoud inclusief de oorspronkelijke functie, dreigt geforceerd en (dus) voor veel geld functies in gebouwen in stand te houden die daarvoor niet meer geschikt zijn en onderwerpt zich met een groot woord aan de dictatuur van de architectuur. Wat te doen? Trek ten eerste de discussie over de functie van een nieuw theater los van de monumentale waarde van de huidige Stadsgehoorzaal. Bepaal daarnaast eerst welk profiel, omvang en veelvormigheid je aan een nieuw theater zou willen meegeven. En wees in het denken daarover niet te benauwd onder het hiervoor bepleitte motto: hoe Meer Theater Hoe Beter. Dit leidt tot een concreet programma van eisen en een daarbij behorende begroting van kosten. Bepaal ook, los van de vraag hoe en waar een theater gerealiseerd moet worden, monumentale waarde aan de huidige Stadsgehoorzaal moet worden toegekend, ook als daarin geen of slechts een beperkte theaterfunctie in vervuld zou kunnen worden. Stel dat besloten wordt dat die monumentale waarde zo groot is, dat de Stadsgehoorzaal ook zonder theaterfunctie in stand moet blijven. Maak dan ook daarvan een begroting van kosten, uitsluitend gericht op monumentaal behoud en kijk pas dan of het programma van eisen van de gewenste zaal binnen de monumentale waarden van het bestaande theater gerealiseerd kan worden. Voor zover ik mij daarover een oordeel kan aanmatigen, denk ik dat de kans daarop klein is. Als het tegendeel het geval is dienen de kosten in ogenschouw te worden genomen die aan herstel van gebouw en theaterfuncties verbonden zijn en bepaal of deze kosten opwegen tegen de optelsom van afzonderlijke nieuwbouw en afzonderlijke renovatie. Realiseer aËeen het gewenste theater in het bestaande gebouw (of delen daarvan) als al die afwegingen positief uitvallen. Zo niet, bouw een apart theater en herstel indien gewenst - het monumentale karakter van de Stadsgehoorzaal. Wat de gemeente ermee zal moeten aanvangen is een vraag die vanuit een ander gezichtspunt moet worden beantwoord. Het is niet gemakkelijk direct een passende functie voor de Stadsgehoorzaal te bedenken, als dat niet langer het centrale theater van Vlaardmgen zou zijn. Een discotheek? Nachtclub, de hotspot van Rotterdam en omstreken? Dependance van het nieuw te bouwen theater? Casino, m Ik heb de rotsvaste over tuiging dat een gebouw dat zijn monumentale restauratie waard is, altijd iemand weet te vinden die bedenkt hoe je het in zijn volle pracht pubhekelijk zou kunnen exploiteren. En natuurlijk blijf ik van mening dat de Harmonie weer tuin en theehuis moet worden, niet alleen voor een goede maaltijd met mooi uitzicht op de inpandige tuin waaraan het grenst, maar waar ook jazz, kamermuziek, zang of stand-up comedy in kleine bezetting kan worden geprogrammeerd. En vanzelfsprekend noemen we één van de nieuwe zalen van het te ontwikkelen theater de Martin Putman Zaal in herinnering aan een bevlogen theaterdirecteur. Hans Onno van den Berg is directeur van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouw Directies (VSCD) te Amsterdam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 137