voor de gaucho's
die wisten
hoe een wild paard tot
kalmte moest worden
gebracht
153 Musis
vruchten die ook hun naam en smaak geven aan de Coca
Cola.
De Schiedammers wisten daar overigens raad mee. Ook hier
werd rum gestookt alsmede colawijnen gemaakt met de
colanoten die speciaal voor dit doel in Nederlands Indië
werden verbouwd. En ook hier profiteerde men van de
wereldnaam van Schiedam. Terwijl de lokale rum als naamloze
piratendrank door de allerarmsten werd gedronken, bezat de
Schiedamse rum een zekere chic, ook door de aangepaste
kleurige etiketten die gewaagden van een heroïsch verleden,
verborgen schatten en helden van de vrijheidsstrijd.
Nauwkeurig werd er bij dit alles op toegezien, dat zwartjes een
nederige plaats hadden en dat de helden zich met een blanke
Zuid-Amerikaanse nationaliteit lieten identificeren. Aan
Engelsen en Fransen hadden de eilandbewoners een broertje
dood.
Eenvormig waren ook de flessen waarin
de Schiedamse jenever aan de man werden
gebracht. Deze waren praktisch zonder
uitzondering van het taps toelopende,
vierkante en breed geschouderde model
dat bekend is geworden onder benaming
'kelderfles'.
Vrijwel de gehele export van jenever en
ander gedistilleerd vond plaats in deze
glazen verpakkingen. Export op fust was
een te verwaarlozen uitzondering.
De flessen werden vervaardigd door de
verschillende glasfabrieken in en rondom Schiedam. Ze werden
geblazen in driedelige of tweedelige vormen die met de voet
door de glasblazer werden bediend. Hoewel Schiedam bekend
staat als de grootste jeneverstad ooit, waarop het hoogtepunt
zeventien molens en meer dan vierhonderd mouterijen,
branderijen en distilleerden bij de productie van jenevers en
likeuren betrokken waren, gaven de arbeidsintensieve
glasfabrieken aan méér mensen werk.
De kelderfles was ontstaan uit de vierkante flessen die vanwege
het gemak ervan op reizen en voor vervoer van wijnen en
gedistilleerd over grote afstanden werden gebruikt en al sedert
de Romeinen voorkomt.
De naam is afkomstig van de benaming 'kelder' voor de
compacte kisten waarin de flessen met twaalf tegelijk werden
verpakt. Elke fles had een strooien huls die ervoor zorgde dat
de inhoud stevig en zacht stond vastgeklemd en de reis met
sleperskarren, zeilschepen en dragers onbeschadigd kon
doorstaan. De tapse vorm van de flessen maakte het vullen van
de kisten met de strohulzen en flessen een stuk eenvoudiger.
Vierkant waren ook de flessen waarin de schnapps werd
verkocht. Deze verschilden van de kelderfles doordat de vorm
geheel recht was en dat voor schnappsflessen vaak blank glas
werd gebruikt terwijl kelderflessen per traditie uit groen
(door glasfabrikanten 'zwart' genoemd) glas werden geblazen.
Schnapps, dat oorspronkelijk een noordduitse jenever met een
eigen karakteristiek was, werd beter en lekkerder in Schiedam
en Delfshaven gedistilleerd dan in Hamburg. De verkoop
geschiedde echter veelal door tussenkomst van Duitse
handelshuizen die hun naam ook op het etiket heten
afdrukken. Schnapps neigt door het ruime gebruik van
karweizaad en anijs meer naar de Deense aquavit en was met
name in het westen van de Verenigde Staten zeer populair.
Het feit dat veel kolonisten in de westelijke staten van
Duitse herkomst waren zal daaraan niet vreemd zijn geweest.
De allereerste krant die in de negentiende eeuw in
San Francisco werd gedrukt verscheen ook in het Duits.
Het verval van de export van de Schiedamse jenever kan worden
toegeschreven aan verschillende oorzaken. De 'ierlandisatie' en
'britannisering' van het Noord-Amerikaanse continent (er
wonen meer Ieren in de Verenigde Staten dan in Ierland zelf)
versterkten de opkomst van de 'bourbon' als nationaal gedistil
leerd. De Verenigde Staten beschikken over haast onbeperkte
graanreserves, waarbij het goedkope maïs een uitstekende
grondstof bleek voor het vervaardigen van inlandse whisky.
Elders ontdekten nationale regeringen dat het gedistilleerd een
nog betere bron van inkomsten werd als niet alleen de import
en verkoop ervan werd belast maar de fiscus zichzelf ook nog
inkomsten verschafte uit accijnzen op grondstoffen en
productie en zelfs productiemiddelen. De Hollandse jenever
veranderde hiermee van een welkome bron van
(neven)inkomsten tot concurrent van het nationale product.
Enkele distillateurs ondervingen deze protectie van regionale
markten door het stichten van distilleerderijen overzee.
Zo kwam de Koninklijke De Kuyper in
bezit van een distilleerderij in Canada,
stichtten de Erven Lucas Bols een vestiging
in Brazilië en opende Henkes
Distilleerderijen in de jaren zestig van de
twintigste eeuw nog een eigen
distilleerderij in Ghana.
Van grote invloed was ook de Geneva and
Gin Ordinance die in 1904 door het Britse
parlement werd aangenomen. Deze
ordonnantie schreef voor dat elke
importeur een zogenaamd potstill-certificate moest kunnen
overleggen. Potstill is de Engelse benaming voor distilleerketel
en het certificaat werd alleen verleend aan producten die
aantoonbaar in drie procesgangen waren gestookt. Hiermee
werden voor jenever dezelfde kwaliteitsmaatstaven aangelegd als
ook golden voor de Schotse whisky.
Veel belangrijker echter was de bepaling dat de export naar de
Britse koloniën jaarlijks met tien procent moest worden
teruggebracht. In de praktijk kwam hier niet overal evenveel
van terecht, maar was er toch de oorzaak van dat de jenever ten
opzichte van het lokale gedistilleerd en whisky terrein begon te
verhezen. Deze ontwikkeling werd nog extra versneld door het
uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de drooglegging van
Amerika waardoor belangrijke markten voorgoed verloren
gingen.
De kelderfles wordt inmiddels nauwehjks meer geproduceerd,
hoewel vierkante flessen meer in trek raken als benadrukking
van het ambachtelijk en historisch karakter van de jenever.
De laatste distillateur die er tot aan de opheffing van zijn
distilleerderij gebruik van maakte was Jan Wittkampf. Hoewel
ook deze fles ten opzichte van de Schiedamse exportfles enkele
belangrijke wijzigingen had ondergaan. De hoeken van de fles
waren mooi strak en recht in tegenstelling tot de flessen die in
onvoorstelbare massa's in de gentiende eeuw werden geprodu
ceerd en liepen over in een fraaie ronde schouder. Ook was de
fles uit blank glas vervaardigd wat het product een zekere status
gaf. De Wittkampf-fles had eigenlijk maar weinig uitstaande
met de export naar verre oorden.
Overigens mag bij die export nog een laatste kanttekening
worden geplaatst. Waar in westerns vuurwater ten tonele
verschijnt en indianen, outlaws, trekkers en cowboy de fles aan
de mond zetten, dient dit eigenlijk geen ronde fles te
zijn met daarin een inferieure zelfgestookte whisky, maar die
vierkante groene jenever- of blanke schnappsfles, die in de
negentiende met vele miljoenen exemplaren per jaar in
Schiedam werd afgevuld.