Bij de nota zijn vier bijlagen gevoegd: twee brieven van teleurgestelde leden van de klankbordgroep en twee interviews uit Musis Volgens hetnieuwe tijdsbeeldconcept zal het besteden van aandacht aan deze modieuze parakunst altijd gebeuren in combinaties van fenomenen die zich in een bepaalde tijd hebben afgespeeld 163 Musis het Haags Gemeentemuseum, het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem en het Groninger Museum, om er maar vier uit zeer vele te noemen, besteden al jaren veel aandacht aan 'design' zoals zij 'vormgeving' in goed maar modieus Nederlands noemen. De schrijver heeft dus geprobeerd oude wijn te verpakken in een nieuwe maar doorzichtige zak. Onze notaschrijver heeft echter nog meer vernieuwing in zijn verrassingspakket. Hij wil dat het 'podium/centrum voor moderne en hedendaagse kunst', zoals hij het Stedelijk Museum hier noemt, parallel aan de beeldende kunst en de vormgeving, ook aandacht gaat besteden aan een ratjetoe van kunstvormen als fotografie, ballet, dans, muziek, literatuur, poëzie, drukkunst en video-, laser- en internetkunst.Volgens het 'nieuwe' tijdsbeeldconcept zal het besteden van aandacht aan deze modieuze parakunst altijd gebeuren in 'combinaties van fenomenen die zich in een bepaalde tijd hebben afgespeeld'. Ook dat is in het geheel niet nieuw, want (te) veel musea verbrokkelen hun activiteiten al jaren op deze manier om toch vooral de aansluiting niet te verliezen bij het onrustige en zaplustige publiek, en al die tijd is in toenemende mate merkbaar dat het kunstmuseum de noodzakelijke verdieping verliest en een onrustige culturele speeltuin dreigt te worden. En natuurlijk komt keurig de aap uit de opportunistische mouw: zo zal iedereen altijd iets van zijn gading vinden en zullen de tentoonstellingen dynamischer zijn en aantrekkelijker voor een groter publiek dan tot nu toe het geval was. Met andere woorden: voor elck wat wils en vooral niet te moeilijk. En ook de citymarketing is niet vergeten. Dit museum wordt een 'unique selling point' en zal de 'toeristische en culturele [let op de volgorde, HS] uitstraling' van Schiedam vergroten. Ook de historiotheek van Laurens Priester is nieuw. Berenschot voelde meer voor een 'historisch pakhuis' maar de gemeente archivaris heeft met veel creativiteit en educatief invoelings vermogen een nieuwe bestemming voor de historische collectie gevonden: het uitlenen voor educatieve en recreatieve doeleinden aan scholen, verenigingen en zelfs particulieren. Uiteraard tijdelijk en onder strenge voorwaarden. De nota legt uit waarom voor deze formule gekozen is. Er worden veel nieuwe musea gebouwd. Van al die musea zal het eerste al in 2015 herbestemd moeten worden, want 'musea worden de kerken van de 21ste eeuw.' De schrijver van de nota wil daaraan niet nog een museum toevoegen, maar zich richten op nieuwe doelgroepen als de jeugd en de burgers van de stad. Een open deur, want dat doen goede historische musea natuurlijk ook. Voor de Historische Vereniging die zo graag een historisch museum in Schiedam zou zien, bevat de nota heel misschien toch een flinterdun strohalmpje. In het overzicht van de ruimtelijke indeling van het 'podium/centrum voor moderne en hedendaagse kunst' is zowaar een presentatieruimte voor de historische collectie opgenomen van maar liefs 500 m2. Wonderlijk, want nergens in de hele nota is sprake van een historische opstelling. Integendeel, in de paragraaf over de historiotheek staat dat in Nederland teveel musea worden gebouwd die 'allemaal zijn gebaseerd op bepaalde markt- verwachtingen die, bij elkaar, een volstrekt illusoir toekomst beeld opleveren'. Misschien moet de voorzitter van de Historische Vereniging, met deze nota in de hand, desondanks maar eens gaan praten met de nieuwe wethouder van cultuur. Wat gedrukt staat is immers waar! De schrijver van de nota geeft ruiterlijk toe dat zijn visie aanmerkelijk verschilt van die van Berenschot. De adviseurs van Berenschot vinden dat het museum zich nationaal moet profi leren en de toerist uit de Randstad als doelgroep beschouwen. De nota kiest voor regionaal, stedelijk én nationaal, en voor jeugd, bewoners én toeristen. Berenschot adviseert één duidelijke museale functie, de nota kiest voor 'meerdere culturele functies'. De schrijver baseert zich daarbij op 'de discussie'. Hij bedoelt dan waarschijnlijk die in de klankbordgroep. Dat geldt in ieder geval niet voor de twee leden die zich in hun brieven in de Bijlagen van die discussie distantiëren. Jolie Hakkert doorziet de nieuwe kleren van de keizer feilloos. Schiedam krijgt straks een sociaal cultureel centrum met ruimte voor beeldende kunst, ongeveer wat Hans Bakker en Hans Koning in 1979 voorstelden. Ze eindigt haat- vooral teleurgestelde brief dan ook veelzeggend: 'Als ik Karei Appel was, kwam ik alsnog razendsnel al mijn doeken terughalen, want wie weet is het volgende plan wel deze alsnog te verkopen om een en ander gefinancierd te krijgen!' Het tweede stuk ontnuchtert het eerste volledig en maakt de hele adviesberg en de discussie in de klankbordgroep overbodig. Het is het regeerakkoord van het nieuwe college van B&W Hierin zijn aan het museum en deszelfs toekomst precies negen aandoenlijk eenvoudige regels gewijd: 'De historische verzameling wordt afgesplitst van de collectie moderne kunst, het huidige gebouw wordt grondig gerestaureerd en daarna benut voor de expositie van tenminste een van beide, de andere wordt zo mogelijk ondergebracht in een bestaand pand in de omgeving van de huidige locatie. Indien nieuwbouw nodig blijkt, is tenminste 50% co-financiering vereist. Adequate depotruimte wordt gerealiseerd.' Er is dus nog hoop.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 163