167 Musis Voor bijzondere producten wordt de kelderfles nog steeds gebruikt Kelder' jeneverbessen uit ca. 1900. (Gedistilleerd Museum Schiedam) Kelderflessen, gemaakt tussen 1770 en 1860 Keldeifless vt egel o/. dt choude en v torzien van de naam van de distillateur, 1850 - 1900 vergemakkelijken. Ook zou bij het produceren een tapse fles sneller uit de vorm te trekken zijn dan een rechte. Geen gedistilleerdfles is zo populair geweest als deze Hollandse 'kelderfles', letterlijk wereldwijd verspreid door de succesvolle export van jenever. Het was de eerste speciale fles die slechts voor één speciale gedistilleerde drank gemaakt werd. Gedurende meer dan twee honderd jaar zou deze fles model staan voor het Hollandse- en, in mindere mate, ook Belgische gedistilleerd, ondanks Duitse, Engelse, Deense en zelfs Amerikaanse imitaties. Ook in de 21e eeuw worden nog kwaliteitsjenevers in kelderflessen verpakt, al zijn deze soms aangepast aan de moderne verwerkingseisen. De karakteristieke vormgeving maakt datering van kelderflessen vrij gemakkelijk. De oudste exemplaren, vanaf 1770, hebben een korte slanke hals met brede kraag, de zg.'flat lip' ook wel 'pig snout lip' genoemd. Soms hebben deze flessen nog een blaaspijpontiel merk. Later ontstonden flessen met een dikke platte kop doordat de glasblazer voordat hij de fles van de blaaspijp afhaalde deze kort omlaag stootte, waardoor een typische verdikking ontstond. De flessen kregen nu ook vaak de naam van de distillateur in twee zijden van de fles: de andere twee bleven gereserveerd voor een etiket. In deze tijd ontstond ook de gewoonte om op de schouder van de fles een glaszegel aan te brengen met daarin de initialen van het bedrijf. Voor verzamelaars zijn deze flessen interessant, te meer daar het tegelijkertijd juist afgelopen raakte met de gewoonte om zegels aan te brengen op wijnflessen. Rond 1880 ontstond een taps naar boven lopend mondingsprofiel, dat ook in het machinale tijdperk (vanaf 1920) in gebruik bleef tot het gebruik van schroefdoppen daar een eind aan maakte. Kelderflessen met een kleine, platte, ringvormige monding werden speciaal gemaakt voor de export naar West-Afrika. Hamburgse handelshuizen die de succesvolle Hollandse jenever export wilden navolgen introduceerden begin 1 800 een slanke, vierkante fles, die als 'Aromatic Schnappsfles' de geschiedenis is ingegaan, naar de drank die er in werd verpakt. Oorspronkelijk was dit product (Hollandse jenever met een toevoeging van kruiden en aroma's) een activiteit van het huis Udolpho Wolfe, dat samenwerkte met de distilleerderij van Blankenheym Nolet. Meer dan welke andere leverancier ook, benadrukte Wolfe de geneeskrachtige werking ervan en raadde het aan als wondermiddel voor alle kwalen. Dit soort flessen werd ook in ons land op grote schaal afgevuld en vormde tot 1980 een succesvol export artikel naar Afrika waar het behalve als 'geneesmiddel' ook ritueel gebruikt werd bij de inzegening van nieuwe huizen en bij huwelijken. In gemoder niseerde vorm leeft de oorspronkelijk groene Schnappsfles nog voort als verpakking van 'Olifant' jenever. In 1598 trok de Vlaming Ambrosius Vermeulen weg uit zijn woonplaats Lier, bij Antwerpen en zwierf uiteindelijk tot Danzig, het huidige Poolse Gdansk. Het voor ons interessantste deel van zijn bagage was het recept voor een likeur, in smaak niet ongelijk aan wat we thans kennen als Elixir d'Anvers. Het raakte bekend als 'Danziger Goldwasser', naar de deeltjes bladgoud die aan de likeur werden toegevoegd om geneeskrachtige of misschien ook wel religieuze redenen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 167