De
Cora Laan en Harold E. Henkes
I
I
jgg Sppsgi
Rond 1600 begon de opmars van jenever in Holland.
In het loop van de 17de eeuw groeide jenever, naast de al veel
langer bekende brandewijn, uit tot een zeer gewaardeerde,
opwekkende en 'geneeskrachtige' drank.
Waaruit werd jenever gedronken? Bestond er een speciaal
jeneverglas? Het wonderhjke is dat we weinig afweten van het
drinkgerei bestemd voor jenever (en brandewijn), in
tegenstelling tot het wijn- en het bierglas dat zich al voor
1600 als specifiek glas voor deze dranken had gemanifesteerd.
Vanwege het hoge alcoholpercentage van ca. 45 mogen
we aannemen dat jenever (en brandewijn) in de 17de eeuw
uit kleine glazen werd gedronken; kleiner dan het glas bestemd
voor wijn en bier. Immers, de inhoudsmaat van een glas richt
zich op het alcoholpercentage van de drank die er uit genoten
wordt. Het jeneverglas zal dan ook een bescheiden volume
hebben gehad. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor andere uit
wijn of moutwijn bereide en zo nodig met kruiden en
vruchten gedestilleerde dranken.
In de 17de eeuw was er nog geen sprake van een
gestandaardiseerd jeneverglas; men dronk uit alle glaswerk van
klein formaat. Het maakte niet uit of het een beker, roemer,
kelkglas of zelfs een flesje was. Dat tonen niet alleen
schilderijen en prenten uit die tijd maar ook archeologische
vondsten uit die periode laten dit zien. Bovendien tonen veel
afbeeldingen daarbij ook nog de fles waaruit de sterke drank
geschonken is.
Aan een viertal voorbeelden wordt dit gedemonstreerd.
Op een schilderij van David Teniers (c. 1650) staat een
jeneververkoper met een dienblad met vierkante flessen voor
zijn buik, terwijl de man ter herkenning en aanmoediging een
kelkglaasje op korte stam omhoog houdt.
Een tweede voorbeeld is een prent van Matthijs Pool (ca. 1700:
de drinkster) waarop een vrouw met een roemertje en een
zeskantige drankfles is afgebeeld. Het onderschrift luidt:
"Tabak verdroogt en is derVrouwen vijandin. Maar dit
David Teniers
Jenever handelaar
Matthijs Pol,
De drinkster