173 Musis Drie jeneverglazen uit de periode 1720 tot 1750 bestemd voor de Hollandse markt. Twee glazen zijn afkomstig uit Holsteinhet middelste glas is in Thüringen geblazen. De inhoud bedraagt (geheel gevuld) respectievelijk 58, 44 en 44 ml (de inhoud van een [geheel gevuld] modern jeneverglas komt op ca. 45 ml uit]. Een Holsteins wijn- of jeneverglas, met een uit de kelk getrokken stam. Het glas draagt een glaszegeltje met het wapen van.de provincie Utrecht. Datering ca. 1700 [inhoud: 98 ml]. Drie 'oorlammen' met zware voet uit de periode 1760 tot 1800. Het linker glas is vermoedelijk geblazen in de Nederlanden, de andere twee zijn afkomstig uit Noorwegen [inhoud resp. 63, 103 en 118 ml]. Nicolaas Walraven van Haeften, Vrouw nodigt man uit Niet alleen voor gedistilleerd was dit glastype een geliefd borrelglas; in een grotere uitvoering was het ook een populair wijnglas. Dat blijkt uit de inhoud van het kelkglas van afb. 6: bijna 100 ml, ruim tweemaal de inhoud van een 'normaal' brandewijn/jeneverglas. Ook dit Holsteinse glas draagt een zegel met het wapen van de provincie Utrecht. De hier getoonde kleinere modellen zijn ons inziens karakteristiek voor Holsteins/Hollandse borrelglazen uit de eerste helft van de 18de eeuw. Dit type borrelglas werd volgens Pose trouwens ook in de Nederlanden gemaakt. Een ander niet zelden voorkomend jeneverglas uit dezelfde periode wordt getoond in afb. 7, van oorsprong een strak, Engels model. Kort voor het midden van de 18de eeuw treedt een nieuw type borrelglas op: een kelkglas op korte, soms rudimentaire stam voorzien van een Literatuur Charleston, R.J.: English Glass, London 1984 Henkes, Harold E: Glas zonder GlansIGlass without Gloss, Rotterdam Papers, Rotterdam 1994 Het drinkglas (red.J. Brand e.a.), Zwolle 1997 Poser, H.K.Alte TrinkglaseFlaschen und Gefasse. Gebrauchsglas in und um Schleswig-Holstein. Neumünster 1997 Kosler, R.Flasche, Bottle und Bouteille. Fascination eines Hohlglases. Ismaning 1989 SoetensJ.: In glas verpakt; kunst, kitsch en koopmanschap. Amsterdam 1999. Een gin/jeneverglas van Engels origine ontstaan omstreeks 1740. Ook in onze streken een bekende verschijning [inhoud 53 ml]. Drie jeneverglazen uit de periode 1825 tot 1850 [inhoud resp. 46, 39 en 56 ml] getrokken met als resultaat een fluit- of trompetvormig di mkglas waarvan de stam vaak een luchtbel, een 'traan' bevat. zware, platte voet. Dit type borrelglas, oorlam genoemd, is vooral bestemd voor gebruik in besloten kring. De oorsprong van dit glastype ligt vermoedelijk in Engeland. Ze worden daar als 'firing glasses' omschreven, naar de gewoonte ze met een klap op de tafel neer te zetten, in het bijzonder ter ondersteuning van een uitgebrachte toast. Omdat ze vooral gebruikt werden in bijeenkomsten van vrijmetselaars worden ze ook wel naar die orde genoemd. In Duitsland en Noorwegen zijn deze glazen dan ook als 'Freimaurer' bekend. Afb. 8 toont enkele voorbeelden, zowel afkomstig uit Holstein als Noorwegen maar ook elders in Europa was het oorlam populair. Het linker glas met de witte email-shnger in de korte stam dateert uit ca. 1760; het werd gemaakt in de Nederlanden. De Noorse oorlammen tegen 1800 hebben een grotere inhoud: ruim 100 ml. In de 19de eeuw blijven deze glazen populair; naast Holstein worden ook Thüringen en Neder-Saksen als productiegebieden genoemd, regio's waar al eeuwenlang gebruiksglas werd geblazen. In de 19de eeuw blijven voor het drinken van jenever trouwens ook de glazen op stam met de trompetvormige kelk populair. Maar ook nieuwe modellen komen dan op de markt, vaak verkleinde uitgaven van in die tijd 'moderne' wijnglazen. Afb. 9 laat hiervan enkele voorbeelden zien.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 173