Musis 272
Vlissingen heeft een bijzonder maritiem verleden. Dat wilde
ik tot uitdrukking brengen in een symbiose van maritieme
geschiedenis en de hedendaagse museale opvattingen. De
keuze van materialen en verhouding tussen beplanting en
andersoortige elementen werd hierdoor mede bepaald.
Het ontwerp moest bovendien tijdloos van karakter zijn met
gebruikmaking van duurzame materialen. De maritieme
symboliek wilde ik met behulp van minimale esthetische
elementen vertalen tot één geheel. De tuin diende een
universele verblijfsruimte te worden die een abstract gevoel
van tijd op de bezoeker zou overbrengen.
Door het grote hoogteverschil binnen deze relatieve beperkte
buitenruimte en de hoogte van de gebouwen eromheen rees
al snel het idee om juist de verticale omgevingselementen te
versterken door deze tot een integraal onderdeel te maken
van het gehele concept. Dit bleek mogelijk door de laag
geplaatste horizaontale elementen een massieve structuur te
geven, waardoor vloeroppervlak, wanden en opgaande lijnen
als het ware uit elkaar werden getrokken. Verder was het
streven er op gericht om voor deze museale buitenruimte een
sterk architectonisch en tijdloos minimalistisch beeld te
scheppen. Van een tuin is eigenlijk ook geen sprake. Het
architectuur-begrip 'buitenruimte' wordt hier ook voor de
niet in architectuur ingewijde bezoekers voelbaar en zichtbaar
gemaakt.
Het toepassen van een beeldtaal die de aanwezigheid en vorm
van een keermuur tot uitgangspunt neemt, een spiegelend
wateroppervlak centraal stelt en een vloer als een geroeste
scheepshuid een beeldbepalend element laat zijn, geeft de
buitenruimte voldoende kracht om directe associaties met
Vlissings verleden en scheepvaart en scheepsbouw op te
roepen, De sterke beplanting met verticale elementen
onderstreept dit ten overvloede. Door het ontwerp te baseren
op meerdere verscheidene gezichtspunten en uiteenlopende
materialisaties wordt door de bezoeker zowel vanuit het
museum als vanuit de tuin een directe relatie gelegd met de
museale binnen- en buitenruimte. Is in traditionele
opvattingen de museumtuin een omgeving met geheel eigen
waarden, in Vlissingen is het een buitenruimte binnen de
beslotenheid van het museum en een voortzetting van de
architectuur van het geheel.
De bovenruimte wordt gedomineerd door krachtige
beeldelementen die samen de optelsom vormen van het
maritieme verleden en de nog evenzeer door het water
bepaalde toekomst. Het kelderdak wekt de illusie een vloer te
zijn door zijn kleur en het schijnbaar willekeurig ritme van