Te weinig wordt in
Nederland nog
gekeken naar
mogelijkheden om
de beschikbare
buitenruimte
een functie
te geven in
het totale ontwerp
273 Musis
de cortenstalen platen die de indruk wekken dat gebruik is
gemaakt van een geroeste scheepshuid. Die vormgeving was
niet zonder problemen. Er is heel wat voor nodig om
architecten en bouwkundigen te overtuigen van de
toepasbaarheid van staal als dakbedekking. Zeker als het
cortenstaal betreft dat is ontwikkeld om te roesten en in de
loop der jaren een prachtig patina te vormen uit de roestige
korst.
De bestrating bestaat uit "scoria bricks deze stenen werden
gebruikt als ballaststenen in de scheepvaartwereld en vormen
de verbinding tussen alle tuinelementen. Schiedam had in het
verleden ook straten met een plaveisel dat geheel uit deze
opvallende grijsblauwe bakstenen bestond met hun
merkwaardige vierkante vorm en blauw geglazuurde
bovenkant.
Met de opkomst van de stoomvaart en het verdwijnen van de
grote zeilschepen, kwamen deze bricks in grote hoeveelheden
en werden graag toegepast omdat ze weinig water opnemen,
maatvast zijn en nauwelijks slijten bij intensief gebruik. Het
feit dat ze bij nat weer spekglad werden, nam men maar op
de koop toe.
In de boventuin staan - in mastvorm - tenslotte drie
carpinusbomen in een veld van taxus, dat in de vorm van een
golf geknipt zal worden. Water is weergegeven in een centraal
geplaatst waterelement dat in de boventuin een verbinding
maakt met de tuin als dynamiek en de cortenstalenvloer als
statisch element. Het begrip van tijd en ruimte wordt
verkregen door de beweging van het water via de sculptuur
van Henk Rusman in het spiegelende wateroppervlak dat ook
de architectonische omgeving reflecteert en de beplanting die
zijn rol op zal gaan eisen naarmate de tijd vordert.
Het effect van een monolithische muur uit Belgisch hardsteen
voorzien van een watergordijn met daarnaast het prachtige
gedicht van Willem Hussem (1900-1974) vormden het
uitgangspunt in de benedentuin. Waar de boventuin door zijn
directe associaties met het verleden van Vlissingen een
dynamisch-architectonisch geheel is, moest de benedentuin
een verstilde ruimte worden. De afstand tussen boventuin en
benedentuin wordt nog eens benadrukt door een rand van
siergras die is aangeplant in de boventuin en in volle wasdom
precies boven de rand van de muur muur komt. Van
benedenaf gezien zal er sprake zijn van een wuivende kruin
boven de monolithische wand. De keuze van steensoorten,
het gedicht van Willem Hussem en het suggereren van een
grote afstand door het wuivende siergewas nodigt uit tot
overpeinzing.
Te weinig wordt in Nederland nog gekeken naar
mogelijkheden om de beschikbare buitenruimte een functie
te geven in het totale ontwerp. Dat behoeft niet persé in de
vorm van beplanting of begroening of - zoals tegenwoordig
vaak gebeurt - een stenen oppervlak met hier en daar wat
accenten. De buitenruimte is een kostbaar gebied, zowel uit
ergonomisch, milieutechnisch als financieel gebied. Niet
zelden maakte buitenruimte deel uit van de totale investering.
Zonde om er vervolgens niets mee te doen. Terwijl er zoveel
mogelijkheden zijn om gebouw en ruimte met elkaar te
verbinden. In Vlissingen stonden slechts tweehonderd
vierkante meter ter beschikking. Waarvan elke vierkante
meter op één of andere wijze dienstbaar is aan de opdracht
die Vlissingen en Zeeland zich met hetVlissings MuZEEum
hebben gesteld.