Het vak van tv- en antenne-installateur was
booming business
275 Musis
die echter van wisselende kwaliteit waren. Hoe groter de groep
deelnemers in zo'n installatie, hoe beter de ontvangst.
Tenminste als de kabels niet van te grote lengte waren, want
ook die was van invloed op de beeldkwaliteit.
Veertienduizend woningen - precies de andere helft van
Schiedams woningbezit - bleven echter aangewezen op eigen
antennes, die overigens steeds groter en geavanceerder werden.
Met masten van soms meer dan tien meter hoogte hengelde
Schiedam zijn programma's binnen. Het vak van tv- en
antenne-installateur was booming business, ook of juister -
voor wie meer thuis was in het verkopen
van praatjes dan in de geheimen van
signaalontvangst en —bewerking.
Het GTB beheerde echter een kabel
infrastructuur waarmee, na uitbreiding
met de CAI alle Schiedammers zouden
kunnen worden bediend. En vrolijk
nam men alvast een voorschotje op een
techniek die nog niemand in de vingers
had, maar die het op papier prima deed.
Ijlings staken functionarissen hun licht
op in gemeenten die al over een
televisienetwerk beschikten en druk
werd gestudeerd op systemen en
apparatuur die deze technische stap
mogelijk moesten maken. Gelukkig voor
het GTB had het bedrijf in Reinier
Scheeres een wethouder die het grote
gebaar ook niet schuwde en derhalve
kon er worden gecijferd en gedaan tot er
een plan lag dat in 'majeure stappen' - in
de woorden van Henk Eikenbroek -
Schiedam voor de somma van dertien
miljoen gulden en een maandelijkse
bijdrage van acht gulden per aansluiting
acht programma's van glasheldere
kwaliteit beloofde. En deze zouden zich niet beperken tot de
twee Nederlandse zenders, maar ook het venster openen naar
België, Duitsland en Groot Brittannië. Hiervoor zouden in
Rotterdam straalzenders worden opgericht, die de signalen,
versterkt naar de centrale antenne op de Beethovenflat moesten
sturen. Weliswaar stond de straaltechniek hiervoor nog in de
kinderschoenen, maar dit compenseerden de jongens van het
GTB door net te doen alsof er op de groei werd gekocht,
onderwijl druk experimenterend in de laboratoria van de
KEMA in Arnhem die hiermee ook nog de nodige ervaring
moesten opdoen.
De discussies in de gemeenteraad en in de kranten Hepen
parallel met het bespreken van de plannen voor een regionale
omroep. Want in de marge van de technische uitleg van het
kabelnet had het GTB ook de lekkernij van een eigen
ongestoorde - stadszender verstopt. De wenselijkheid daarvan
was al in 1972 onder de aandacht gebracht door de Stichting
de Schiedamse Gemeenschap. Deze op dat moment in verval
rakende - culturele koepel zag in de opzet van een regionale
omroep een nieuwe toekomst.
Maar, het zou vijftien jaar duren voordat de stadsomroep
eindelijk in de ether zou komen en tien jaar nadat de
commissie 'Lokale omroep' een aanbeveling had gedaan die
door de SG was samengevat in de nota 'Lokale omroep
Schiedam'. En deze nota kwam ook niet uit de lucht vallen. In
1975 pubhceerde televisiejournahst en SG bestuurslid Joop
Daalmeijer al een vlammend pleidooi voor een stadsomroep in
zijn aanbevehng 'Lokale omroep nu of nooit'. Daalmeijer
kwam daarin tot de conclusie, dat een stadszender in het licht
van die tijd dringend gewenst was, maar dat Schiedam de
gedachte aan een plaatsehjk televisiestation maar geheel uit het
hoofd moest zetten: 'Veel te duur en te ingewikkeld door de,
kostbaarheid van apparatuur en de omvang ervan. Nog afgezien
van het feit dat er tientallen mensen nodig zouden zijn om
zelfs maar een uurtje televisie te kunnen vullen'.
Daalmeijer betwijfelde overigens of de SG wel de aangewezen
organisatie was om een lokale zender te exploiteren.
Hij betitelde de SG als 'star' en 'weinig tot luisteren bereid'.
De nota van Joop Daalmeijer leidde overigens wel snel tot
initiatieven. De ingestelde Werkgroep Kabeltelevisie adviseerde
in hetzelfde jaar 1975 al om over te gaan tot het aanleggen van
televisiekabels in de gehele stad. Nou ja.., de gehele stad was
wat te veel gezegd volgens de voorzitter van de Werkgroep
Lokale Omroep Chris Zijdeveld.Voor de prijs van iets meer
dan vijftien miljoen gulden - de prijs Hep, zoals verwacht, elk
jaar meer op - zou Schiedam wel worden bekabeld, maar
moesten bewoners van de uiterste noordgrens en industrie
terreinen het zonder doen.
Ook inVlaardingen werd druk gesproken over de oprichting
van een CAI. Hiervoor zou hetVlaardingse energiebedrijf als
exploitant gaan optreden en moest een bedrag van elf miljoen
gulden op tafel worden gelegd.
In maartl977 meldde het Algemeen Dagblad, dat in
voorkomende gevallen soms sneller berichtte dan de plaatselijke
pers, dat Schiedam besloten had tot een centrale antenne
inrichting en voornemens was om in 1979 25.000 huishoudens