De binnenstad moet naar buiten
t.IRLRU
gesprek aan de Schie
Kor Kegel Hans van der Sloot
Als het eerste Gesprek aan de Schie met als thema 'De binnenstad is van
ons allemaaldat op vrijdag 6 september in de bibliotheek werd gehouden
iets heeft opgeleverd, dan is het wel de bewijslast dat de gemeente
Schiedam ondanks alles nog te klein denkt. Het gesprek ging over de
binnenstad en daar wil men van alles: meer kantoren, meer winkels, meer
woningen, meer plekjes voor stilte en verpozing, meer gevarieerde horeca.
Dat lukt niet allemaal, want men zoekt het nog in een te beperkt
plangebied. De binnenstad is voor al die voorzieningen te klein.
Conclusie: de binnenstad zou tweemaal zo groot mogen worden en zeker
eens zo levendig. Meest opvallend was dat de discussie ditmaal niet bleef
steken in een litanie van Schiedamse klachten, maar vooral voorstellen
opleverde. Praktisch uitvoerbare voorstellen bovendien.
293 Musis
Foto: Arie Wapenaar
Frans Griffioen, die vanuit de
gemeente richting geeft aan de
ontwikkelingen in de binnenstad
kon na afloop breeduit lachen.
Tevoren had hij geen geheim
gemaakt van zijn bezorgdheid over
het gesprek. Inmiddels meer dan een
kwart eeuw betrokken bij het
maken en uitvoeren van plannen,
heeft hij vrijwel alles gezien op het
gebied van onwil, vastlopend
overleg, mislukken van voornemens
en achterdocht. Zouden het weer
dezelfden zijn die het open gesprek
zouden gebruiken om hun mis
noegen met het gevoerde beleid
kenbaar te maken, vroeg hij zich nog
voor aanvang van het gesprek af.
Het liep anders. Nieuwe gezichten
en nieuwe meningen waren ruim in de meerderheid. En dat
leverde al direct een stemming op waarin de inmiddels
overbekende klachten over parkeerbeleid en bereikbaarheid,
voor dit moment even terzijde
werden geschoven. De ruim zestig
aanwezigen hadden andere,
interessanter vragen om zich over
te buigen. En hadden daar
duidelijk zin in.
Toen ze beiden nog wethouder
waren, spraken Herman Meijer
(D66) uit Rotterdam en Peter
Groeneweg (PvdA) uit Schiedam
elkaar geregeld over gezamenlijke
problemen. Bij één gelegenheid gaf
Groeneweg zijn Rotterdamse
collega een boek over Schiedam en
dat verleidde Meijer tot een
prikkelende stelling.
Hij zei: dn Delfshaven hebben wij
maar anderhalve kade, maar een
stroom van toeristen. Jullie in Schiedam hebben geen
toeristen, maar twintig keer meer historische bebouwing dan
Delfshaven heeft. Wanneer dóen jullie daar eens wat mee?'