Mooi nooit zo bedoeld
307 Musis
Inmiddels is iedereen
ermee vertrouwd dat
de bronzen branders
knecht een plaats vlak
voor de Korenbeurs
heeft, al beweren
Schiedammers die het
weten kunnen dat
geen brandersknecht
in het verleden ooit
in de buurt van de
deftige Korenbeurs
mocht komen. Het
beeld staat dus op de
minst toepasselijke
plaats tenzij postuum
eerherstel de bedoehng is geweest.
De ouwetijers zagen de beurs alleen als zij in het holst van de
nacht langs de straten sjokten op weg naar de branderij waar de
vuren al om drie uur 's morgens moesten worden opgestookt
om het bedrijf gaande te houden. De Schiedamse onderwijzer/
schrijver Henri Hartog legde op het einde van de negentiende
eeuw in verschillende verhalen en schetsen het uitzichtloze
leven van de brandersknechts treffend vast en ook Ferdinand
Bordewijk verbaasde zich over wat hij in Zwart Nazareth zag
in de nadagen van de moutwijnindustrie.
Voor wie Hartog leest wordt het voor eens en voor altijd
duidelijk hoe onachtzaam de opdrachtgevers zijn geweest in de
plaatsing van het beeld van Frits Henderickx.
Henderickx is in zijn ontwerp ook nooit uitgegaan van deze
plek. Het ontwerp bestond als gipsmodel al veel langer toen de
opdrachtgevers, op zoek naar een brons dat het verleden van
Schiedam tot uitdrukking bracht, op bezoek waren in het
ateliers van André en Frits Henderickx. Zij kenden de beide
broers goed door de vele decoratieve opdrachten die zij voor
Schiedamse distillateurs hadden uitgevoerd.
Dat de sculptuur op z'n huidige plaats terecht is gekomen heeft
alles te maken met het feit dat het opdrachtgevende comité
vooral een groots gebaar in gedachten had en zich niets gelegen
liet liggen aan de bedoelingen van de kunstenaar. Dus werd de
brandersknecht inplaats van eerbewijs aan al die naamloze
mannen, die eeuwenlang sjouwend met hun kitten kokend
water Schiedam hadden grootgemaakt, een soort plaatselijk
monument. Want een echt bronzen beeld dat zoveel geld had
gekost, moest toch een plek krijgen die de grootsheid van de
schenkers méér nog dan de nagedachtenis aan de branders
knechts blijvend in het oog zou houden.
Wie desondanks in de gekozen plaats van het beeld zo vlak
voor de deftige Korenbeurs, toevallig naast de deur van Jan des
Bouvrie toch een gedachte van hoger plan wil zien, mag
bedenken dat hier het monument staat van mannen die hun
leven lang in het zweet huns aanschijns andermans brood
hebben verdiend. Een vrolijke gedachte, gezien publiek en
prijspeil, in de tegenwoordige Korenbeurs. En even
gerechtvaardigd als bijvoorbeeld een bijbeltekst als 'van stof zijt
ge gemaakt en tot stof zult ge wederkeren' boven de
winkeldeur zou
zijn.
Maar die practical
joke om deze bij
leven - haveloze,
tuberculeuze tobber
uitgerekend op de
stoep van een sjieke
woonwinkel te
zetten, had Frits
Henderickx
natuurlijk niet
kunnen bedenken.
Integendeel. Hij
modelleerde de
brandersknecht
voor die mannen in wier nabijheid hij was opgegroeid en waar
hij een enkele keer speelde met de gedachte waar een dergelijk
beeld geplaatst zou moeten worden, zag hij voor zijn knecht
een heel bescheiden plaatsje. Geheel in overeenstemming met
diens nederige positie en het liefst midden in het
brandersbuurtje dat in de periode waarin Henderickx het beeld
ontwierp in ijltempo tegen de vlakte werd geslagen.
Dat de Henderickx Brandersknecht nooit terecht is gekomen
waarvoor het beeld was bedoeld, had ook veel te maken met
het feit dat de leden van het comité geen enkele affiniteit
hadden met hun vroegere knechts en in geen geval
vereenzelvigd wensten te worden met het gemene volk van de
Raam en de vaste klanten van de bar Intiem die 's avonds met
z'n rode raamverlichting méér suggereerde dan de Oude Sluis
ooit in werkelijkheid heeft mogen aanschouwen.
Maar tijden veranderen. In dezelfde lokaliteit waarin ooit Japie
de Bibber, Henk de Glazenwasser, Zwarte Otto, Chiel
Houtbeen enYmke de Loods, die eens in complete dronken
schap een zeeschip met de boeg in de kade van de Merwede-
haven had geboord, spelen nu de yuppen in etablissement
'Sjiek' hun spelletjes jiskefet en wat rest van de brandersbuurt is
inmiddels perfect gerestaureerd.
Toch zal het beeld van de brandersknecht zich op de Oude
Sluis meer op z'n gemak voelen. Frits Henderickx bewaart
tussen zijn papieren de situatieschets waarop hij het latere
gipsontwerp baseerde. De brandersknecht heeft daarop een
plaats onder de bomen; de enige twee die hun plaats hadden
weten te behouden in die drukte van branderijen, distilleer
derijen, kurken- en capsulefabrieken, koperslagers, spoeling
rijders, zakkendragers en varkenshouders, oud-metaal
handelaren, gistfabriekjes en woonhuizen. Hier klopte het hart
van de brandersbuurt. De omgeving van de Korenbeurs
vertegenwoordigde voor de brandersknechts een andere wereld
waarin zij zich op straffe van ontslag op staande voet niet eens
mochten vertonen. Bovendien zal zijn bronzen gestalte op de
Oude Sluis beter tot z'n recht komen. Hij is er voor gemaakt,
zogezegd. Hem overbrengen naar de oorspronkelijk bedoelde
plaats zou een eerbewijs zijn. Voor de kunstenaar, voor de
Brandersbuurt en niet in de laatste plaats voor de branders
knechts zelf. Hier woonden en werkten ze.