Hij keek dankbaar terug op de gelukkige
regering van de koning, was weemoedig bij
de gedachte dat met hem het Oranjehuis in
mannelijke lijn zou uitsterven en noemde
prinses Wilhelmina een lichtpunt in de
donkere toekomst. Na de kerk was de
parade van de Schutterij en het Corps
Scherpschutters op de Grote Markt, en
daarna in het stadhuis de ontvangst van de
feestcommissiehouders.
De burgemeester dronk op 'het welzijn van
de beminden Oranjevorst', de 'grijze
wethouder' Nolet op de koningin, en
wethouder Elzevier Dom op de jeugdige
prinses. De heren hadden graag nog wat
langer bijeen gebleven, maar voor de leden
van de feestcommissie riep de plicht.
Musis 322
Kort na het vertrek stopte de stoet bij het stadhuis, waar
voorzitter Visser van de feestcommissie het gemeentebestuur
de geschenken van de burgerij en de schoolkinderen aanbood,
en na de lange tocht, die ook langs het Hoofd voerde, rustten
de deelnemers uit in de Officierentuin bij de Vlaardingerstraat.
Daarna bewoog 'een dichte massa zich tot laat in den
nacht door de straten, en [maakte] eene opgewekte stemming
onder het volk het geheel tot een onvergetelijke feestavond'.
Zondagavond was de zaal van de Doele tot de laatste stoel
gevuld voor het concert, waarvan de kranten schreven dat de
nummers tot grote voldoening van het pubhek ten gehore
werden gebracht, maar dat de zangers en musici op
maandagavond wat minder fouten maakten. De Schiedammers
hadden nog niet genoeg gefeest, want op maandag lokte de
roeiwedstrijd, ondanks de regen, 'een ontelbare menigte naar
de Nieuwe Haven, waar zich de muziek der Schutterij en der
Vereeniging Kunstmin, ieder aan een eind, deed hooren, -
eerstgenoemde voor het pakhuis Samarang en laatstgenoemde
bij de Oranjebrug - en onder de toeschouwers een vrolijke en
opgewekte stemming teweeg bracht'. Na afloop van de
wedstrijd roeiden de deelnemers naar Musis aan de Lange
Haven, waar majoor Visser de prijzen uitreikte.
De eerste prijs bij de vletten was een 'zilveren remontoir
horloge met zilveren ketting of f 20', die gewonnen werd door
de gebroeders Hillen. De winnaars bij de platbodems waren
Andr. Koster en P. van Koetsveld. Ook zij kregen een zilveren
horloge.
Dinsdagochtend kregen
eindelijk de
schoolkinderen hun
feest. De kranten waren
de superlatieven nog
niet moe, want de
hoera's voor de koning,
de koningin en de
prinses, de uitdeling aan
de kinderen van
krentenbrood en wijn
de voorstellingen van
de maar half
verstaanbare
poppenkast, de
sneltekenaar, het
draaiorgel in de
Officierentuin, het
zingen van Tollens'
vaderlandse liederen als
Wiens Neerlandsch
Bloed op de Grote
Markt, en de ovatie na
de mededeling van de
burgemeester dat het
'kindergeschenk'
diezelfde dag naar Den
Haag was verzonden,
stonden de volgende
dag uitgebreid in de
kranten. En natuurlijk
hielden ook de
schoolkinderen een
optocht met de muziek
van de Schutterij.
Onderweg verdwenen
steeds groepjes kinderen
in hun eigen school en
om drie uur was het volksfeest ter gelegenheid van de
veijaardag van de koning eindelijk voorbij.
Het feest was in Schiedam vlekkeloos verlopen, maar dat was
niet overal het geval. Zo was landelijk een zogenaamd bulletin
van Nieuwe Rotterdamsche Courant verspreid, dat in
Schiedam bedacht en gedrukt was en berichtte dat de koning
plotseling was overleden. In Rotterdam pakte een sjouwer
iemand die geen oranje droeg, in de Hoofdsteeg in zijn kraag
en beet hem toe: 'wat jij, geen Oranje, ben je soms een
socialist?' Hij sleurde de man een winkel binnen, waar hij
twee minuten later met een grote oranje strik weer uit kwam.
In Amsterdam verstoorden socialisten het oranjefeest in de
Jordaan met het zingen van een tartend lied met het refrein
'Weg met Oranje, Leve Nieuwenhuis' en in de Damstraat in
dezelfde stad kreeg een colporteur van Recht voor Allen die
'op de gewone aanstootgevende wijze zijn blad en een
gemeen schotschrift' verkocht het aan de stok met werklieden
en vrouwen die zijn papieren verscheurden. Dat uitgerekend
op zaterdag 19 februari 1887 in Nieder-Ingelheim bij Mainz
Eduard Douwes Dekker, beter bekend als de schrijver
Multatuli overleed, viel met een berichtje van vijf regels in het
niet bij de kolommenlange berichten over de veijaardag van
de koning.
De zeventigste veijaardag van koning Willem III was de
generale repetitie voor de nieuwe Prinsessedag. Op de ochtend
van 31 augustus 1889 wapperden in Schiedam de vlaggen om
de sympathie van de bevolking met
de 'meer dan gewone feestelijke
viering der 8e verjaring van den
geboortedag van H.K.H.
Wilhelmina' te demonstreren.
Aldus het begin van het verslag van
dit feest in de Schiedamsche
Courant van 1 september 1889.
Na de inhuldiging van Wilhelmina
als koningin in 1898, werd
Prinsessedag de Koninginnedag
die in het begin van de twintigste
eeuw in veel steden, ook in
Schiedam, de kermis als het
jaarlijkse volksfeest verving.
Bijschriften:
1) Het zilveren beeldje van prins Willem
staat op een zwarte ronde marmeren zuil
op een vierkante plint. Op de achterkant
van de zuil is een zilveren cartouche
bevestigd met de inscriptie: 'De
Schoolkinderen van Schiedam aan
H.K.H. PRINSESWILHELMINA 19
FEBRUARI 1887. Het beeldje is 49 cm
hoog en weegt 8080 gram. Stichting
Historische Verzamelingen van het Huis
Oranje-Nassau, Den Haag.
2) Het huldeblijk van de Schiedamse
burgerij bevat circa 1.200
handtekeningen. De leden van de
feestcommissie hebben als eersten
getekend. De kartonnen bladen zijn
verguld op snee en voorzien van een
lithografische randversiering. Het geheel
bevindt zich in een leren band met
gelakte palissanderhouten- voor en
achterplatten met in het midden van het
voorplat het rijks-koninklijk wapenschild.
Koninklijk Huisarchief, Den Haag.