voor Toonkunst 353 Musis van alle moderne componisten kunt zeggen. Hedendaagse muziek vergt zowel van de luisteraar als van de uitvoerder meer inspanning. De chronologie - het muzikale verhaal, dat bijvoorbeeld een belangrijk kenmerk is van de barok en romantiek - ontbreekt veelal in de hedendaagse muziek. Britten gebruikt wel middeleeuwse teksten en speelde ook een belangrijke rol in de 'herontdekking' van de grootste Britse barokke componist Henry Purcell, maar ook zijn muziek kenmerkt zich door een hoog abstractieniveau. Anneke Huitink oefent Britten dan ook niet meer dan een half uur of hooguit drie kwartier per week. Want ook het repeteren vergt veel concentratie van haar koorleden. In de gekozen compositie van Britten geeft de structuur van het stuk de vorm aan. Meer houvast hebben de zangers niet. Het ritme en het metrum lopen door elkaar en voor de zangers - toch gewend aan het klassieke muziekschema en de daarin betrekkelijk gestructureerde composities - is het gevoel van 'uit en thuis' weg. De feeling met het stuk ontstaat pas na meerdere keren beluisteren. Met het op het repertoire plaatsen van Benjamin Britten willen het Toonkunstkoor en Anneke Huitink een bredere basis in de vertolking zoeken. Het gaat niet alleen om de muziek en het samen zingen, maar ook wat het koor heeft mee te delen. Want de componist schept niet alleen muziek, als kunstenaar heeft hij ook een verhaal te vertellen. Huitink leert zingen, één van de kenmerken van de romantische muziek. Dit is erg belangrijk voor de stukken van componisten uit de late achttiende en negentiende eeuw. De stap naar de moderne muziek durfde Huitink aan na een geslaagde uitvoering van Purcell's Dido en Aeneas. Dit in de zeventiende eeuw gecomponeerde barokke werk bestaat uit een eenvoudige en heldere harmonie. Het hele koor toont z'n muzikaliteit in gelijke klankbewegingen. Timing en het behouden van de juiste balansen spelen een belangrijke rol en maken een goede tekstuitbeelding mogelijk. Als studiestuk biedt Dido en Aeneas, waarin de teksten vertellend worden gezongen, volop mogelijkheden. Een ander stuk waarvan zij de uitvoering voorbereidt, is het Requiem van Mozart (1791), de beroemde dodenmis, waarover door musicologen tot op de dag van vandaag discussies worden gevoerd. Het requiem zelf is een onderdeel van de Katholieke eredienst en eigenlijk een mis voor de doden.Veel componisten zijn door dit thema geïnspireerd, en hebben het vaste stramien en de bijbehorende Latijnse teksten voorzien van muziek. De vorm van de mis is zo oud als het katholieke geloof zelf. Verschillende componisten waarvan Mozart,Verdi en Fauré de bekendste zijn, hebben rondom het requiem geniale muziek gecomponeerd met alles wat daarbij hoort aan lyriek, grootse dramatische uitbarstingen, verstilde schoonheid, en zelfs humor. Mozarts Requiem wordt herkent in zichzelf en in Britten veel van bijvoorbeeld de Duitse filosoof Max Horkeimer. Horkeimer neemt als vertegenwoordiger van de filosofische richting die gewoonlijk de Frankfurter school wordt genoemd, een duidelijk standpunt in over de verwijdering tussen de mens en de hem omringende natuur.Voor Horkeimer is de twintigste eeuw de zwarte eeuw van het materialisme, waarin de mens de binding met symboliek en rituelen verloren laat gaan. Er zijn geen indianen meer die zingen voor de regen of spirituele genezing. De mens heeft de techniek boven alles gesteld met als gevolg dat de waarde van natuurlijke materialen en ambachten verloren is gegaan. De meubelmaker is een bijna uitgestorven vakman, smaken zijn vervreemd van hun oorsprong en zelfs in de kunst is sprake van het plaatsen van de techniek boven menselijke inspanning. Sinds 1998 dirigeert Anneke Huitink het gemengde Toonkunstkoor, dat momenteel vijfenveertig leden telt. De balans tussen vrouwen- en mannenstemmen in het koor noemt zij 'gelukkig goed'. Ook voor uitvoeringen van moderne muziek. Onlangs heeft het koor een cursus boventonen gevolgd. Een gezongen toon bestaat namelijk uit meerdere toonlagen, ook wel een groepje genoemd, in zich. Sommige lagen liggen hoger of klinken sterker dan andere. Volwassen oren zijn hierop niet meer gericht, die horen alleen de grondtoon. Kinderen horen scherper, die kunnen het verschil in toonlagen nog wel waarnemen en van nature beter in zang tot klinken brengen. Oefening helpt volwassenen om de verschillende lagen al zingende beter te mengen, waardoor een mooie resonantie in de ruimte ontstaat en de klankkleur van het koor aanzienlijk verbetert. Verder is het de bedoeling dat het koor meer legato, vloeiend uitgevoerd door orkest, koor en vier zangsolisten. Het verhaal achter de compositie is overigens al even boeiend en mysterieus. Aangenomen wordt dat Mozart de mis voor zichzelf heeft gecomponeerd, hoewel hijzelf het verhaal verspreidde van een verontrustend bezoek in de zomer van 1791. Een vreemdeling, die onbekend wilde blijven, wenste een Requiemmis te bestellen. Over de reden wilde hij niet meer loslaten, dan dat het een mis ter herinnering aan de echtgenote van een onbekende edelman zou moeten worden. Mozart nam de opdracht - en de vooruitbetaling! - aan, maar de merkwaardige omstandigheden bedrukten hem. Hij werd op dat moment al gekweld door de ziekte die zijn dood zou worden en de merkwaardige bezoeker kreeg in zijn beleving de trekken van de dood zelf. Door noodzakelijke werkzaamheden aan zijn laatste opera 'La Clemenza dl Tito', de voorbereidingen van de opvoering van deze opera en die van 'Die Zauberflöte', moest het schrijven aan het Requiem al snel onderbroken worden en uiteindelijk zou het werk nooit worden voltooid. Zeker is dat alleen de eerste drie delen van de hand van Mozart zijn en onbekend is in hoeverre de componist voor de overige delen nog aan wijzingen heeft kunnen geven aan zijn leerling Franz Xaver Süssmayr, die op verzoek van Mozart's echtgenote het werk heeft voltooid. Musicologen hebben hun tanden stukgebeten op al dan niet vermeende inferieure onderdelen, 'die Mozart zelf nooit zo zou hebben geschreven' en uiteindelijk zou het de Nederlander Marius Flothuis zijn die na jaren van intensieve studie - in de overleverde partituur enkele wijzigingen aanbracht die hebben geleid tot het Requiem dat wij nu beluisteren. Voor (amateur)koren hoort Mozart Requiem tot de moeilijkst te zingen composities. Maar Toonkunst heeft er zin in. En Anneke Huitink niet minder.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 353