n verkoop aan een
an dit monument
371 Musis
Bewonersorganisaties (SOBO) en de bewonersvereniging
Schiedam-Oost hebben de bewoners steun toegezegd.
Ze vinden het onaanvaardbaar, dat Woonplus nu al gestopt is
vrijgekomen huizen opnieuw te verhuren. Er staan er
inmiddels drie leeg en dat komt de leefbaarheid niet ten
goede, een wrange situatie, juist omdat er zoveel in de
leefbaarheid in het Proveniershuis geïnvesteerd is.
Bovendien zijn er in de Schiedamse binnenstad wel andere
gebouwen, waar een hotel gevestigd zou kunnen worden en
waar dat ook verstandiger zou zijn, omdat ze verwaarloosd
zijn en bescherming behoeven. Voor het opwaarderen van de
binnenstad is de aanpak van rotte plekken beter dan een
functieverandering van het Proveniershuis.
Het is de vraag, of er voldoende gemeenteraadsleden zijn, die
voor de belangen van het monument en daarna van de
bewoners willen opkomen. Het zou de bewoners het mooist
uitkomen, als het stadsbestuur nu al uitspreekt dat het
bestemmingsplan niet aangepast wordt, want dan zal
Museumhotel Delft direct van aankoop afzien. Hebben de
raadsleden nog meer argumenten nodig om de bewoners te
helpen? Naar verluidt is ooit bedongen dat het Proveniershuis
voor altijd voor sociale huisvesting behouden moet blijven.
Het gemeentearchief heeft hier geen documenten van, maar
dat wil niet zeggen dat er niet een dergelijke overeenkomst
bestaat. De bewoners proberen dat nu uit te pluizen.
Ze hoeven daarvoor echter met ver terug in de geschiedenis.
Archiefmedewerker Jef Janssen heeft al onderzoek gedaan.
Toen de gemeente als eigenares in 1846 besloot om het
Proveniershuis te doen exploiteren door de
Magistraatsarmenkamer (de directe voorloper van de Sociale
Dienst), is slechts geregeld dat het tehuis een schuld van
28.000 gulden zou inlossen in jaarlijkse termijnen van 2000
gulden. De gemeente behield het eigendom. Dat werd
bekrachtigd met een raadsbesluit van 17 april 1863, dat stelde
dat het Proveniershuis met alle baten en lasten in
gemeentehanden was, met dien verstande dat de baten
uitsluitend voor de armenzorg zouden worden gebruikt.
Ten gevolge van de Bijstandswet 1965 ging ook de exploitatie
over aan de gemeente. Proveniers waren er toen al lang niet
meer en het tehuis verloor zijn oorspronkelijke bestemming,
waarmee ook de bepahngen over batige saldi hun kracht
verloren. Het is niet aannemelijk, dat de gemeente als
eigenares zichzelf toen verplicht heeft om de taak van sociale
huisvesting overeind te houden. Wel legde wethouder Collé in
1968 aan de gemeenteraad uit hoe belangrijk het was om het
Proveniershuis een woonbestemming te laten behouden.
Hij stelde alles in het werk om voor de woningen de pas
ingestelde Van Dam-subsidie te verkrijgen voor één en
tweekamerwoningen voor jongeren en alleenstaanden.
Die vastgelegde woonfunctie was er ook de reden van dat het
Proveniershuis is overgegaan in handen van de
Woningstichting Noordvest, het latere Woonplus.
Om de Van Dam subsidie te kunnen binnenhalen moest het
Proveniershuis als gewone huisvesting worden aangemerkt.
Het pand onderbrengen bij de Gemeentelijke Woningdienst
leek een veilige weg om zowel het monument veilig te
stellen, huisvesting en onderhoud goed geregeld te hebben en
bovendien de aantrekkelijke rijkssubsidie te kunnen
incasseren. Subsidie aanvragen voor het monument was op dat
moment onhaalbaar.
Subsidie aanvragen voor een monument onder het mom van
huisvesting zou Schiedam in aanvaring hebben gebracht met
de regering Den Uyl. Dus leek overdracht aan de
Gemeentelijke Woningdienst voor alle partijen de beste én
meest aantrekkelijke oplossing. Het toenmalige
jongerenhuisvesting- en atelierbeleid werd ermee opgepoetst
en het monument werd veilig gesteld. Bij de privatisering van
de Gemeentelijke Woningdienst tot Woningstichting
Noordvest is de status van het Proveniershuis nadrukkelijk aan
de orde geweest, weet de toenmalige wethouder Chris
Zijdeveld zich te herinneren.Vastgelegd werd er niets.
Gehandeld werd in goed vertrouwen. Dat er ooit gedacht zou
worden aan verkoop aan een hotelketen en feitelijke
vernieling van dit monument kwam geen moment op in de
hoofden van de directeur van de Woningstichting en de
wethouder. Kom nou.ze waren juist zo blij dat er voor
behoud van het Proveniers zo'n stabiele basis gevonden was.
Foto's: Jan van der Ploeg