mm.tm
fr 'êSÊ
Musis 378
Foto: Jan van der Ploeg
populair en binnen een kwart eeuw onder bereik van vrijwel
de gehele bevolking. Samen met de imitaties in de vorm van
Delfts Blauw moet de introductie van het porselein een ware
materiële revolutie teweeg hebben gebracht, die de
herinnering aan het prille verleden al snel heeft doen laten
vervliegen. Dit voorbeeld is natuurlijk zeer sprekend, maar
ongemerkt speelt dit proces zich nog dagelijks af. Bekijk eens
een folder van willekeurig welk warenhuis van tien, vijftien
jaar terug en het valt op hoe snel ons interieur verandert.
Hoeveel witte, paars/bruin/oranje en grenen meubelen
hebben we in de laatste 30 jaar al niet meegemaakt? Om nog
maar te zwijgen van macramé, keramieken lampen en een
raambedekkende plantenweelde. De tentoonstelling laat zien
dat dit soort veranderingsprocessen heel menselijk en iets van
alle tijd zijn. De parallel met de Westwijk als geheel ligt
misschien niet direct voor de hand, maar kan in het zelfde
kader geplaatst worden. Er heeft zich in de afgelopen veertig
M
-
jy v -
directe voorouders er een minstens net zo'n andere
leefcultuur op na hielden als menig allochtoon vandaag de
dag.
De tentoonstelling beoogt te laten zien hoe veranderlijk het
menselijk handelen is en hoe belangrijk externe factoren
daarbij zijn. Kortom, hoe ontwikkelingen in de maatschappij,
of deze nu een economische of politieke oorsprong hebben,
hun weerslag hebben op zoiets als materiële cultuur.
Het mooiste voorbeeld uit de tentoonstelling is misschien wel
de introductie van het Chinese en Japanse porselein en de
weerslag die dat heeft gehad op de zogenaamde Westerse
wereld. Eeuwenlang beperkte het kleurenspectrum van het
Hollands aardewerk zich tot bruine, rode, gele en groene
tinten. De handelscontacten met het Verre Oosten,
aanvankelijk via Italië, Portugal en Spanje, introduceerden niet
alleen nieuwe vormen maar vooral ook een nieuwe,
ongekende, materiaalsoort en onbereikbaar geachte kleuren
(blauw en wit). Het nieuwe werd razendsnel buitengewoon
jaar door externe factoren een cultuurverandering
voorgedaan, die er bijvoorbeeld voor heeft gezorgd dat we
ons niet alleen mobieler voelen maar ook zijn. De tot
leegstand gedoemde winkelgalerijen zijn daar een misschien
niet gewenst, maar wel logisch gevolg van.
Deze constatering roept natuurlijk de vraag op wat de rol en
taak van een willekeurig museum daar in is. Het is dan ook
een fenomeen dat de makers van het nieuw te vormen
Vlaardings Museum bezig houdt. Is het de taak alleen een
valide nostalgisch gevoel bij de bezoekers op te roepen, door,
om het in modieuze termen uit te drukken, evocatieve
opstellingen te creëren, waarin men zich herkent? Of is het
ook van belang om los van enig nostalgisch gevoelen lange-
termijn-processen in kaart te brengen en te laten zien waar
onze cultuur op gestoeld is? Het mag duidehjk zijn dat het
Vlaardmgs Museum beide aspecten van de plaatselijke
geschiedenis in de opstelling zal belichten.