385 Musis te huren. 'Als je personeel hebt, ben je voortdurend bezig mensen aan te sturen. Dan heb je nauwehjks nog tijd om je met het product bezig te houden,' is zijn vrees. Hij houdt liever alles zelt in de hand. Hij is een eenmansbedrijf. Hij distilleert, bottelt, plakt zelfs eigenhandig de etiketten. Ook het hele papieren proces, van de marketing tot de boekhouding, gaat door zijn handen. Een van de consequenties van die aanpak is, dat zijn onder neming nooit zal uitgroeien tot een multinational. Maar klein blijven is juist wat hij wil. Zijn werk moet ook een beetje zijn hobby blijven.'Ik wil niet zo groot worden dat ik het niet meer aankan. Waarschijnlijk lachen m'n collega's uit de branche me uit. Maar ik vind het gewoon leuk een kwaliteitsproduct neer te zetten. Dat is mijn voornaamste doel. Geld verdienen komt op de tweede plaats. Plezier in mijn werk vind ik belangrijker dan een groter huis of een duurdere auto.' Dat 'leuke kwaliteitsproduct' is natuurlijk allereerst de schelvispekel. Dat is de kurk waarop de onderneming draait. Die drank heeft, in zijn ruim honderdjarige bestaan als gedeponeerde merknaam, wereldwijd een schare fans opgebouwd. In eigen land wist Van Toor voor zijn likeur een klantenkring op te bouwen van Maastricht tot Terschelling, vanVhssingen tot Den Helder. Een deel van zijn landelijke populariteit zal de schelvispekel zeker te danken hebben aan het succes van Sonnema's beerenburg, geeft Fontijne toe. 'Daar heeft de schelvispekel vermoedelijk aardig op meegelift.' Maar het is ook zo dat beide dranken al vele tientallen jaren voor hun landehjke doorbraak een grote schare vaste afnemers had in de streek van herkomst. Net als schelvispekel werd beerenburg op tal van plaatsen en naar tal van recepten gestookt, voordat één producent het merk op grote schaal begon te exploiteren. Beerenburg en schelvispekel leven trouwens in opperste harmonie met elkaar. Beide dranken zijn ingeburgerd op eikaars geboortegrond. 'Ik was laatst op Schiermonnikoog en daar stond de schelvispekel zowel in het café als bij de slijter," vertelt Leo trots. Een gevoel van ware triomf overviel hem toen hij een door hem afgevulde fles pontificaal op de bar van een trendy Amsterdams café zag staan. 'In de Amsterdamse artiestenwereld wordt het nog heel veel gedronken. Waarom speciaal schelvispekel? Moetje mij niet vragen.' Grijnzend: 'Misschien wel omdat het bij beroemdheden past. Ad Visser die jongen van dat popprogramma op tv, weetje wel schijnt er bij te zweren. En er gaat een hardnekkig verhaal dat David Bowie een grote liefhebber is. Ik kan het niet bevestigen, ik heb nooit een bestelling van 'm gezien. Maar ik ga zo'n gerucht natuurlijk niet tegenspreken.' Een kwartiertje speurwerk op Internet maakt duidelijk dat popkameleon Bowie niet speciaal naarVlaardingen hoeft te bellen om zijn dorst te lessen. Zijn geliefde kruidenstooksel wordt door verschillende bars in New York geschonken. Ook in menige andere wereldstad schijnt het Vlaardingse vocht moeiteloos verkrijgbaar te zijn. De drank valt, volgens de maker, bij zowel mannen als vrouwen in de smaak. Dat is een zeldzaamheid in het genre, want Beerenburg wordt door de meeste vrouwen niet geapprecieerd, terwijl veel mannen weer niet van Jagermeister houden. 'Schelvispekel zit er precies tussenin,' weet de producent uit smaakonderzoeken. Ondanks zijn behoudende instelling heeft Leo Fontijne bij de overname vanVanToors imperium niet alles bij het oude gelaten. Wil een product blijven voortbestaan, dan moet het geregeld nieuwe afnemers weten te vinden.Vanuit dat besef, en met de wetenschap dat niets zo veranderlijk is als de smaak van het publiek - een publiek dat bovendien steeds veeleisender wordt - begon de erfgenaam van de schelvispekel na te denken over middelen die de verkoop op gang moesten houden - en liefst ook uitbreiden. Hij stelde één voorwaarde vooraf: aan de smaak zou hij niet tornen. Bleef over het uiterlijk, anders gezegd: de verpakking.Veel distillaten gebruiken een eigen model fles, vanuit de gedachte dat het uiterlijk bijdraagt aan de identiteit. Daarom zit cognac altijd in een buikflesje, wordt jenever vaak in een lange smalle fles met een korte hals gebotteld en heeft Cointreau die kenmerkende vierkante fles. Viel er voor schelvispekel niet iets dergelijks te verzinnen? Vast wel, maar dat ging een hoop geld kosten, en dat was nou ook weer niet de bedoeling. Zo'n investering is alleen lonend voor een echt groot bedrijf, niet voor een ondernemer die juist mikt op kleinschaligheid. Toch zat die fles hem niet lekker. 'Ik had al zo vaak gehoord dat die groene kleur veel mensen aan de peutfles deed denken, aan schilderwerk en schoonmaakmiddel, dat ik daar hoe dan ook iets aan wilde doen.' Dat resulteerde erin dat het groene glas werd veranderd in blank glas. De vorm van de fles bleef ongewijzigd. Maar was dat voldoende om schelvispekel een eigentijds imago te geven? Vermoedelijk niet. Daarom werd vervolgens het etiket aan een kritisch onderzoek onderworpen. Leo vond dat de verpakking niet paste bij de inhoud. 'In het schap van de slijter sta ik altijd bij de kruidenbitter. Daar hoor ik niet thuis. Schelvis is niet bitter.' Warmere kleuren dan dat belegen groen, oubollige geel en rasta-rood en een modernere belettering moesten de drank van zijn verouderde uiterlijk afhelpen. Er kwam een grotere afbeelding van de vertrouwde logger (de Vlaardingen 92) op het etiket en de basiskleuren werden weliswaar gehandhaafd, maar omgetoornd naar een sfeer die associeert met warmte en geborgenheid. Het nieuwe etiket voert de geest automatisch mee naar een woeste zee, waar de vissers de ontberingen doeltreffend bestrijden met een paar slokken van dit troostrijke vocht. Het ontwerp kwam pas tot stand na zorgvuldig wikken en wegen. Veijonging was goed, maar het was nu ook weer niet de bedoeling van de schelvispekel meteen een impulsdrank te maken zoals Bacardi Breezer. Impulsdranken, het woord zegt het al, zijn de ene dag razend populair en de volgende dag bij iedereen uit de gratie. Critici verklaarden hem voor gek. 'Je verpakking zo ingrijpend veranderen, dat is zelfmoord.' Ook voor Leo was het zeer de vraag of zijn klanten deze verregaande stap zouden accepteren. Voordat hij het nieuwe etiket invoerde, hield hij een marktonderzoekje onder slijters en andere afnemers. Wat bleek? 'De kopers vonden de nieuwe verpakking veel mooier.' De omzet van schelvispekel is na de introductie van het nieuwe etiket gestegen en niet gedaald, zoals pessimisten voorspelden. De veijonging van het etiket van de boerenjongens en boerenmeisjes en de daarop volgende omzetstijging hebben Leo Fontijne tot de overtuiging gebracht dat de verpakking een product kan maken en breken. Dat is handig om te weten, want een bestaan als kleine ondernemer in een wereld van louter feestelijke producten mag dan idyllisch lijken, het heeft ook zakelijke - om niet te zeggen keiharde -kanten. 'Het is hard vechten tegen de groten,' heeft Leo Fontijne inmiddels ontdekt. 'Ik ben in een dalende markt gestapt, elk jaar zie je de consumptie van gedistilleerd verder teruglopen. Elke fles is er een. Je moet heel bewust kiezen welke producten je wilt maken en voor wie ze zijn bedoeld. Ik heb een keuze gemaakt voor kwaliteit. Daar blijft altijd een markt voor. En ooit wil ik mijn eigen jenever gaan maken. Daar droom ik al jaren van. Dat ben ik ook aan mijn status als Schiedammer verplicht.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2002 | | pagina 385