75 Musis liggen pal boven een overspoelingsdek dat vermoedelijk herinnert aan de stormvloedramp die Vlaardingen op 21 december 1163 teisterde. Het betrof dus een laat 12e-eeuwse uitbreiding van de middeleeuwse begraafplaats. Lang zal deze uitbreiding overigens niet in gebruik zijn geweest. Reeds in de loop van de 13e eeuw graven de Vlaardingers boven dit deel van de begraafplaats een enorm gat, vermoedelijk een gracht. Dit deel van de begraafplaats zal nog geen eeuw in gebruik geweest zijn, waarschijnlijk zelfs korter. Toch zijn er in deze uithoek van de begraafplaats niet minder dan 49 begravingen aan het licht gekomen. Vanwege de ongekende dichtheid aan begravingen krijgen we twee weken uitstel. Het blijft echter hard doorwerken. Ook op zaterdagen en zondagen zijn we aanwezig in de put. Vooral de zondagochtenden hebben wel iets bizars als we de graven De kisten hebben zich als een omgekeerde cakeblik in de ondergrond gesneden. Door de verzakking van de kisten neemt de holle ruimte boven de skeletten steeds verder af totdat het skelet het deksel bereikt. Van sommige skeletten zitten de ribben vastgeprikt in het deksel en bij enkele steken ze zelfs door het deksel heen. In andere gevallen is de verzakking minder en bevindt er zich nog lucht in de kist. Bij het ontgraven levert dit regelmatig bizarre geluiden op. Terwijl de kist nog maar met enkele centimeters grond is afgedekt, weerklinken bij het ontgraven doffe klanken in de ondergrond. Het is wonderlijk als je bedenkt dat werkehjk het hele opgravingsvlak bezaait is met kisten, waardoor het onvermijdelijk is dat de archeologen over de kisten die enkel nog afgedekt zijn met enkele centimeters grond, hebben gelopen en dat niemand er doorheen is gezakt. Het geeft wel Twee schedels, deels afgedekt met stro (Foto: VLAK 2002-028-18) Schedel (Foto: VLAK 2002-024-14) lichten met op de achtergrond kerkmuziek uit de Grote Kerk. De graven blijken uitzonderlijk goed te zijn geconserveerd. Niet alleen het botmateriaal verkeert nog in uitstekende staat, maar ook de acht eeuwen oude kisten lijken nog als nieuw. Sommige zijn door het gewicht van de hoger gelegen kisten en grond gaan verzakken. De meeste blijken een open lattenbodem te hebben die onder het gewicht van de erboven gelegen kisten als luciferhoutjes zijn gebroken. aan hoe goed ze geconserveerd zijn. De conservering is zelfs dermate goed dat het stro waarmee de lichamen acht eeuwen geleden zijn afgedekt in enkele gevahen eruit ziet alsof het er zojuist is neergelegd. Een dergelijke conservering mogen we zeker uitzonderlijk noemen. Hoewel het stro er nog prima uitziet, is het uitermate kwetsbaar. Als we het apart zouden verzamelen, zou het zeker beschadigen en in de plastic vondstzakjes al snel verworden tot een onherkenbare brij.Vanwege de uitzonderlijke conservering besluiten we om

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 75