Begrijpt de wethouder eigenlijk
wel wat hij zegt...?
123 Musis
we zo maar laten merken wat de gevolgen van dit beleid
zijn.Ook zullen we, als dat nodig is, de juridische
mogelijkheden niet onbenut laten.'
Ten tweede: maandag 10 maart om 15.30 uur krijg ik,
bestuurslid en programmeur van Filmtheater Het Zeepaard,
een telefoontje. Het is Erik van Duivenbode die mij namens
de wethouder mag vertellen dat in de nieuwe plannen
omtrent de Stadsgehoorzaal het filmzaaltje sneuvelt. Reden
voor dit telefoontje is dat het de volgende dag in de krant
komt. De persconferentie is 's ochtends al geweest en TV
Rijnmond heeft er voor die dag al een item over gemaakt.
'Voor mij zou het niet leuk zijn daarmee geconfronteerd te
worden zonder van tevoren op de hoogte te zijn gesteld.'
Ik hoor dit aan en denk nog 'Nou, aardig.' Pas later dringt het
tot mij door wat er gebeurt en bel ik terug om te zeggen dat
ik dit toch eigenlijk een vreemde gang van zaken vind. Ik wijs
erop dat in januari, toen de asbestproblematiek speelde, met als
mogelijke gevolgen een tijdehjke sluiting van het
Stadsgehoorzaalcomplex en eventuele nieuwbouw, de
directeur het wel nodig vond om mij, ook al hoor ik als
vrijwilliger niet bij het personeel, al voor de persconferentie in
vertrouwen te nemen. Ik zeg dat ik toch graag de wethouder
wil spreken, vraag of ik inzage kan krijgen in de plannen en
wat de verdere stappen zullen zijn. Van Duivenbode zegt dat
hij mijn verhaal zal 'ventileren richting wethouder', en dat het
maar het beste is om de raadsvergadering van 2 april af te
wachten.
De volgende dag (11 maart) zie ik dat er in Groot Vlaardingen
van 4 maart een extra openbare vergadering raadscommissie
over 'De toekomst van de Stadsgehoorzaal' is aangekondigd
voor donderdagavond 13 maart. Op 4 maart waren de nieuwe
plannen alleen nog niet gepresenteerd en haast is nu geboden
want wie van zijn spreekrecht gebruik wil maken moet dit
tenminste 48 uur voor aanvang melden. 'Waarom werd mij dit
gisteren niet verteld?'
Woensdag 12 maart onderneem ik samen met medebestuurslid
Dennis van der Valk actie.
Op de website van het filmtheater doen we onder het kopje
'Filmtheater met voortbestaan bedreigd' een oproep aan ons
filmpubliek om hun bezorgdheid over de plannen aan het
College van B&W kenbaar te maken. Ook sturen we per
e-mail een brief aan alle raadsleden waarin we hen tot slot
vragen een kritisch geluid te laten horen.
In het 'voorstel inzake de toekomst van de Stadsgehoorzaal',
dat door Van der Velde op 10 maart gepresenteerd wordt met
'we hebben een fantastisch plan', staat dat nieuwbouw
eigenlijk geen optie meer is omdat er op korte termijn in het
centrum geen geschikte locatie beschikbaar zou zijn. Vandaar
dit nieuwe plan: de plusvariant voor twintig jaar. Het gebouw
blijft behouden en de Harmonie wordt zelfs in oude glorie
hersteld. Belangrijkste verandering is dat de Harmonie een
verdieping krijgt. Hier komt de nieuwe kleine zaal met 200
stoelen. De horecavoorziening wordt uitgebreid met 350 m2,
want de verdiencapaciteit moet sterk verbeterd worden.
'Een consequentie van deze variant is dat de filmzaal met
50 zitplaatsen komt te vervallen. Er kan voor gekozen worden
om in de nieuwe kleine zaal het technisch mogelijk te maken
filmvoorstellingen te geven.'
Al weer ruim vijfjaar leveren we een filmaanbod dat zeer
gewaardeerd wordt door de bezoekers. Een aanbod dat de
gemeente zelf al sinds '94 niet meer verzorgt.
Maar zó bestaat het filmtheater wel, zó bestaat het niet.
Al naar gelang het uitkomt. Het bestaat wel als het gaat om de
bezoekersaantallen die meegenomen worden in de jaarcijfers.
Het bestaat zeker bij de promotie van de activiteiten in het
theater. Zo prijkt op de cover van de seizoensbrochure ook
het filmtheater, wordt het filmprogramma meegenomen in de
maandelijkse theaterkrant en kan een ieder in de nieuwe
brochure van de Dienst Welzijn lezen 'Het karakteristieke
Theater van Vlaardingen biedt huis aan de Stadsgehoorzaal, de
Harmonie en Filmtheater Het Zeepaard. De medewerkers
dragen zorg voor een gevarieerd aanbod van professionele
voorstellingen.' Maar het bestaat even niet als het niet in de
toekomstplannen past!
Op 13 maart gebruik ik mijn spreektijd in de raadscommissie
om mijn verontwaardiging te uiten over het late moment
waarop wij geïnformeerd zijn over de nieuwe plannen.
Vervolgens wijs ik erop dat in het voorstel zoals het er nu ligt
- eventueel films te draaien in de nieuwe kleine zaal - er geen
enkele garantie is wat betreft frequentie van vertoning en de
rol van Filmtheater Het Zeepaard daarin. Wat mij brengt op de
belangrijkste vraag: 'Welke films gaan er dan gedraaid
worden?'. Een bioscoop voor de jeugd, zonder daar iets op
tegen te hebben, is heel iets anders dan een filmhuis. En dus
hou ik een pleidooi voor het filmaanbod dat wij leveren en
dat naar mijn idee zeker in het theater thuishoort.
Het overgrote deel van de raad is het daar gelukkig mee eens,
stelt Van der Velde hier meer vragen over dan hem lief is en
laat hem beloven na 2 april in overleg met Het Zeepaard te
gaan.
Vooralsnog vraag ik me af of er in dit nieuwe beleid sprake is
van pure onnozelheid en onwetendheid of van kwade opzet?
Beide leveren in ieder geval niets goeds op want
onwetendheid betekent een beleid zonder kennis van zaken
waarbij de consequenties van gepresenteerde plannen absoluut
niet overzien worden. Nog afgezien van de schade die wordt
aangericht. Opzet zou duiden op het niet waarderen en zelfs
minachten van hetgeen er door de jaren heen is opgebouwd
en kiezen voor een beleid dat betrokkenen bewust buiten spel
zet. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Eén ding is
wel duidelijk: een 'nieuw' beleid is dit zeker.
Wordt Vervolgd