Musis 126 'We deden de bediening zelf, met twee vaste medewerkers: Jan Eysberg en Rinus van der Most die allebei in het café kelnerden. Rinus werd later de uitbater van De Bron naast Musis Sacrum en zijn dochter heeft nu nog café Centrum- West aan de Vlaardingerdijk. Leen was en bleef onbetwist de baas. Hij was de oudste en zag er ook zoveel ouder uit dat klanten tegen mij zeiden: 'ik heb al een afspraak met je vader gemaakt'. Later kwamen ons zusje Trees en broer Wim ook bij Beijersbergen werken. Wim in het taxibedrijf en Trees in de keuken, maar ook als telefoniste en ritverdeler bij de taxi's. We woonden in het hotel. Ik sliep met mijn broer in een kamer op de zolderverdieping. We reden 24 uur per etmaal met zijn vieren de taxi's, mijn broers Leen en Wim, Harry Hersbach en ikzelf. Het mooiste was om met een vierspan een bruiloft of begrafenis te rijden. Ik bediende verder vooral bij de sociëteit en de andere verenigingen en organisaties die bij ons vergaderden. Een echt familiebedrijf dus. Het hotel speelde geen grote rol. We hadden zeven kamers die we verhuurden aan handelsreizigers die tussen Maassluis en Rotterdam hun klanten bezochten en halverwege een nachtje overbleven, maar ook aan twee dames die we 'in de kost' hadden, mevrouw De Bruin, pianolerares aan de Muziekschool en haar vriendin, een barones. Het café-restaurant en de zalen, waarvan één grote, waren veel belangrijker. Daar speelde zich het sociale leven van Schiedam af en dat was geen wonder, want bij Beijersbergen kon alles. Wij serveerden ook diners uit bij deftige families als Dirkzwager aan de Nieuwe Haven, Hoek aan de Stadhouderslaan en Beukers aan de Burgemeester Knappertlaan. Rinus van der Most en ik pakten het eten en de potten en pannen in de Horch (een taxi van een verdwenen Duits merk, die in de oorlog door de Duitsers gebruikt was), maakten het diner ter plekke in de keuken af en bedienden de familie keurig aan tafel. Hotel Beijersbergen had geen exclusieve keuken, maar wat we maakten was goed en smakelijk. Onze bitterballen waren zo populair dat de leden van de clubs die bij ons waren, vaak een zakje met warme ballen mee naar huis namen. 'Beijersbergen was al ver voor de oorlog het middelpunt van het verenigingsleven in Schiedam. De Sociëteit De Vriendschap (tot 1920) werd in 1922 opgevolgd door de Sociëteit De Vereeniging die Musis Sacrum verruilde voor Beijersbergen, maar ook veel sportclubs en allerlei andere verenigingen, zoals die van schilderspatroons, aannemers en distillateurs, hadden bij Beijersbergen hun bijeenkomsten. Dat is na de oorlog versterkt. Het begon al kort na de bevrijding met de Rotaryclub die van het toenmalige Corner House aan het Rubensplein naar Beijersbergen verhuisde, en daar bleef totdat in 1959 duidelijk werd dat het einde nabij was. Prominente en karakteristieke leden die ik nog levendig voor me zie waren rector R. Oort van het Stedelijk Gymnasium, drukker en uitgever H.A.M. Roelants, politiecommissaris Rijpma, scheepsbouwer B. Wilton, directeur G.W. van Bergen Walraven van de HAV Bank en natuurlijk advocaat en schrijver F. Bordewijk. Toen ik in 1982 zelf lid van de Rotaryclub Schiedam werd, trof ik een aantal van de leden die ik in Beijersbergen had bediend nog aan, zoals weesvader Jan Ritsema van Eek en apotheker C.I. Jansen. 'Een andere voor Beijersbergen belangrijke vereniging was de sociëteit De Vrijheid die in 1946 is ontstaan uit de reünie van een groep Schiedamse gijzelaars die in Beijersbergen kwamen dineren, maar hun eigen eten meebrachten wat wij klaarmaakten en serveerden. Tot die eerste leden behoorden P. van Bochove, A. Schaberg, W Hoek,W.C. Schade van Westrum, P. Mak en J. Kreber, stuk voor stuk namen die toen een begrip waren in Schiedam. De Vrijheid was min of meer de opvolger van de sociëteiten De Vriendschap en De Vereeniging en is tot het laatst bij ons gebleven. Toen de sluiting naderde, vertrok de sociëteit naar De Bron naast Musis Sacrum, waar inmiddels Rinus van der Most de scepter zwaaide. De wekelijkse bijeenkomst van De Vrijheid was toen ook al op de woensdagavond. Als je daar bediende, moest je veel weten en met nog meer rekening houden. Sommige leden wilden alleen de jenever drinken die ze zelf produceerden. Voor WC. Schade van Westrum was dat bijvoorbeeld Schade Buysing en voor Paul Mak de borrel van zijn eigen Graauwe Hengst. We hadden een vergunning tot 12 uur 's nachts, dan moest iedereen weg zijn. De leden van de sociëteit bleven vaak tot ver na twaalven biljarten of bridgen, en als dan de politie onverwacht kwam controleren en aanbelde, slopen de biljarters door de keuken en de paardenstal naar buiten, namen de mestschuit over de vest, en wandelden om middernacht via de Kethelstraat en de Vlaardingerstraat langs het hotel quasi naar huis. Die agenten wisten natuurlijk precies dat die heren de sluitingstijd hadden overtreden. Een keer was sociëteitslid en commissaris Rijpma er ook bij. Die stond toen natuurlijk wel voor gek. Soms liep het wat uit de hand. Tijdens een jaarvergadering van De Vrijheid staken leden kranten onder de bestuurstafel in brand, terwijl voorzitter Arie Hoogendijk zijn jaarrede hield. Ja, bij Beijersbergen kon alles. Sommige leden uit die tijd zijn nu nog lid van de sociëteit, zoals Freddy Beukers (1946),

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 126