Musis 138 Rechtswinkeliers in vergadering zonder Migiel van Kinderen overigens (1978) aan, eind 2001 gevolgd door zes andere gemeenten alsmede de DCMR, de Stadsregio en de Gezamenlijke Brandweer. Schiedam volgde nog weer later. Van Kinderen: 'Het is natuurlijk niet zo dat ik iedere keer op mijn lijstje keek of Schiedam er al tussen stond. Maar ik vroeg me wel af of en wanneer het zover zou komen. Goedinmiddels is het besluit genomen en ben ik officieel voorgesteld'. Migiel van Kinderen is dus terug in Schiedam. Gedeeltelijk althans en voor zover er klachten zijn over het gemeentelijk reilen en zeilen of de gemeenschappelijke regelingen waarvan Schiedam deel uitmaakt. Hij verliet de stad al snel na het verlaten van de middelbare school. 'Met dat Spieringshoek had ik niet zoveel. Niks eigenlijk. Ik vond het een fantasieloze school. Weinig opwindend en zeker niet inspirerend. De keuze voor een rechtenstudie lag eigenlijk voor de hand in een familie waarvan de vader én jurist en wethouder was. Mijn vader was een dominerende persoonlijkheid. Zowel als wethouder, naar ik van anderen weet, als binnen de familie. Geen man die je snel tegensprak. Die keuze voor de juristerij werd niet opgelegd, maar sprak binnen de verhoudingen eigenlijk vanzelf. En eerlijk gezegd zou ik niet geweten hebben welke andere richting ik had willen kiezen. Mijn interesse voor de sociale advocatuur is pas ontwaakt op de universiteit. Daar ontwikkelde zich onder de studenten de opvattingen dat het recht voor allen gehjk is. De universiteit, de studenten althans, ondervonden de invloed van provo en andere anti-autoritaire bewegingen die zich verzetten tegen de massacultuur en de regenteske bestuursmentaliteit. Er waren binnen en in de directe invloedssfeer van de universiteit ook aardig wat instituten waartegen je je met goede reden wilde verzetten. In vormend opzicht heeft de studie dus wel een functie gehad. Het recht voor allen en absolute gelijkheid was ook het eerste beginsel van de advocatencollectieven en rechtswinkels die in de jaren zeventig in alle grotere steden werden opgericht. Natuurlijk gebeurde dat op de zuiverste en meest idealistische grondslagen. Neem alleen maar het feit dat iedereen binnen het collectief hetzelfde salaris verdiende, de werkster evengoed als de jonge advocaten en de administratieve medewerkers. Het was Bakoenin ten voeten uit.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 138