Alleen voor intellectuelen?
U'
Wim Schelberg
165 Musis
Karei Appel (1921), Mannetje met de zon, 1947, waterverf, krijt op papier, 44,0 x 55,6 cm-© Karei Appel Foundation, 2003 c/o Beeldrecht, Amsterdam
Voor wie door het Stedelijk Museum loopt en 'de kleur van
vrijheid' heeft gezien, lijkt het alsof Schiedam en CoBrA altijd
innig met elkaar verbonden zijn geweest. Maar dit is slechts
schijn. Niet altijd werd de CoBrA-collectie zo gewaardeerd als
in 2003. Waar de politici nu vierkant achter het Oerbeest
staan, wilden ze het eens van de hand doen. CoBrA heette aan
het eind van de jaren zeventig elitair, commercieel en
onbegrijpelijk voor de gewone man. Afgezien daarvan beviel
de hele koers van het Stedelijk Museum onder directeur Hans
Paalman een aantal politici niet. Het museum mocht niet de
speeltuin van de directeur zijn, vonden zij. De politiek maakte
geld vrij voor het museum - en dus mocht de politiek ook
beslissen wat er in het museum gebeurde. Van vrijheid kon
eigenlijk geen sprake zijn. En waar aan die vrijheid een kleur
moest worden gegeven, was deze vooral rood.
Die aversie tegen het beleid van Hans Paalman, die zich vooral
binnen de Partij van de Arbeid manifesteerde, had een
merkwaardige kant. Want veel meer dan zijn voorganger Pierre
Janssen, die met het museum vooral een didactische en
educatieve weg in sloeg, richtte Hans Paalman zich op de
kerntaak van het museum, zoals deze in 1954 reeds was
vastgesteld na het klemmend advies van Lunsingh Scheurleer,
dat het museum zijn heil moest zoeken in het verzamelen van
werk van 'thans levende kunstenaars'. Hans Paalman deed niet
anders. En ging daarbij controverses niet uit de weg.
Zijn groepstentoonstellingen van jonge kunstenaars uit de
grote regio waren ware happenings. En niet alleen omdat
tijdens de opening van een 'Balans' tentoonstelling een
graatmagere Jan van Schoonhoven geheel uit de kleren ging.
De jurering bij de tweejaarlijkse Salon van de Maassteden