Piet van Bochove stond als een boom tussen de Schiedammers 225 Musis Voor een wethouder is het in perioden van groei en bloei een stuk gemakkelijker om 'wereldberoemd in eigen stad' te worden dan in een periode, waarin de broekriem moet worden aangehaald. Als de stad zich in de vaart der volkeren bevindt, lijken de wethouders het goed te doen en straalt de voor uitgang op hen af. In perioden van malaise valt het de doorsnee-wethouders lastig om vol te houden dat zijn beleid doeltreffend is en dat het zonder zijn beleid nog slechter was gegaan. Dus is het door de conjunctuur bepaald, dat wethou ders uit de jaren vijftig, zestig en zeventig nog altijd klinkende namen zijn, terwijl menig wethouder uit latere perioden in de vergetelheid is geraakt. Van Kinderen, Houtman, Taverne, Bolmers, Collé: zo'n rijtje maakt nog altijd meer indruk dan Van Kleef, Posthoorn,Van der Wilk, De Leede, Lepidis. Toch valt de populariteit, die Piet van Bochove genoot, niet alleen toe te schrijven aan de omstandigheden waarin het naoorlogse Schiedam verkeerde. Van Bochove was als wethouder in zekere zin zijn tijd vooruit, of liever gezegd, hij was van het soort dat tegenwoordig zo bijzonder wordt gemist. Van Bochove stond tussen de mensen. Zoals John Bunte in het Rotterdams Dagblad al optekende in een zeer degelijk In Memoriam, kwam Van Bochove meer dan eens voor in de befaamde Harga- filosofietjes die Mieke Woerdenbagh-Sens voor Het Nieuwe Stadsblad schreef. Miekes Huishoudelijke Overpeinzingen gingen over het leven van alledag, maar de Harga-filosofietjes gingen over het sportleven in het Hargapark, waar SW en Hermes DVS de belangrijkste voetbalclubs waren. Altijd ging Piet van Bochove kijken en Mieke deed er kond van: 'Piet nam nog een zuurtje van me en zei dat we met 3-1 zouden winnen.' Het is voor de populariteit van een stadsbestuurder altijd goed om zuurtjes van een huis-aan-huis-verslaggeefster aan te nemen, maar waar het in feite om gaat: sportwethouder Van Bochove was er altijd bij. De boomlange wethouder werd gezien en in de twintig jaar dat hij voor de sport verantwoor delijk was, nam zijn bekendheid elke zondagmiddag toe. Hij stond tussen de mensen - tegenwoordig zit de stad te smachten om zulke gemeentebestuurders, die frequent hun interesse laten blijken voor het verenigingsleven en de inspanningen die veel inwoners zich getroosten om de leefbaarheid te verbeteren. Het maakte Van Bochove tot een zeer eigenzinnige wethouder, hij ontwikkelde zo zijn eigen interpretatie van wat de Schiedammers wilden - en dat bracht hem aan het eind van zijn politieke carrière geregeld in botsing met zijn eigen PvdA- fractie. Daar vonden invloedrijke raadsleden als Jan Simons, Cees Boerman en later Cor Bolmers dat een wethouder naar zijn eigen fractie moest luisteren - het was aan de vooravond van Provo, de Kabouterbeweging, NieuwLinks en al die bewegingen die de vanzelfsprekendheid van het gezag van autoriteitsdragers afbladderden - maar Van Bochove het zich door de nieuwe politieke stroming niet dicteren. De Schiedammers vertelden hem hun prioriteiten, die vaak anders waren dan de politiek bekend was, en Van Bochove vond de 'mening van de stad' belangrijker dan wat zijn fractie verlangde. Het is maar welke opvatting je hebt van democratie. Van Bochove - hij overleed begin juni op 96-jarige leeftijd - straalde door zijn betrokkenheid met de stad een natuurhjk gezag uit en hij won het daarmee in feite van strenge burge meesters als Peek en Roelfsema, die altijd afstand behielden en die vooral gezag leken te hebben omdat de bevolking toen nog zo eerbiedig naar 'superieuren' was. Als socialist zag hij de noden van de stad. Hij kwam met het voor die tijd revolutio naire idee om jeugdsport te subsidiëren, want het armlastige Schiedam telde tienduizenden inwoners die voor de volle contributie het geld niet hadden. Hij wilde het sociale leven stimuleren door een sportcomplex te realiseren: sporthal Margriet. Het was een sporthal voor een prikkie, want wat was het eigenlijk? Een tweedehands vliegtuighangar, die Van Bochove voor 100.000 gulden op de kop kon tikken. Wie gaat er nou sporten in een stalen vliegtuighanger, reageerde een aantal gemeenteraadsleden - en zelfs binnen het college van burgemeester en wethouders bestond er scepsis, met name bij KVP-wethouder Rinus van Kinderen (vorig jaar overleden). Maar Van Bochove kon met veel élan de gemeenteraad overtuigen dat een echte sporthal, van beton en steen, veel duurder zou uitpakken, waardoor het financieel onhaalbaar zou worden en de Schiedammers dus helemaal geen sportcomplex zouden hebben. Met zijn gloedvolle rede kon hij de raad mee krijgen. En we weten dat de Margriethal, na latere uitbreidingen, nog altijd in een enorme behoefte voorziet. Anders was die plek aan de Nieuwe Damlaan al lang opgeofferd voor woningbouw of kantoorcomplexen. Piet van Bochove was ook het type socialist dat cultuur dichter bij de bevolking wilde brengen, het verklaart zijn aanwezigheid als mede-oprichter van de Schiedamse Kunstkring. En hij overzag uiteraard de woningnood. Het college van burgemeester en wethouders kwam met de grootschalige plannen voor uitbreiding van Schiedam in de wijk Nieuwland. Voor de volkshuisvesting en de ruimtelijke totstandkoming had Van Kinderen de eerste verantwoordelijkheid, maar een wethouder voor financiën heeft grote invloed op alle uitgaven van de gemeente en dat was Van Bochove. Hij zorgde dat Nieuwland financieel rond kwam. Begin en eind van zijn politieke loopbaan werden gemarkeerd door de grillen van het lot. In 1939 kwam hij voor de Vrijzinnig Democratische Bond op 32-jarige leeftijd in de gemeenteraad van Schiedam, maar een jaar later raakte Nederland betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. In 1941 ontbonden de Duitsers de gemeenteraad en besloten ze onder meer dat de zelfstandige gemeente Kethel en Spaland geannexeerd moest worden door Schiedam, een situatie die overigens na de oorlog bleef bestaan. Na de bezetting sloot Van Bochove zich aan bij de nieuwe linkse partij, de PvdA. Hij werd zonder noemenswaardige raadservaring direct wethouder en bleef dat tot 1968, één van de meest tumultueuze periodes in de lokale pohtiek, waarin Van Bochove steeds in aanvaring kwam met partijgenoten. Hij was liever gebleven, maar na de overdracht van zijn portefeuille aan Truus Verweij-de Graaff keerde hij de politiek de rug toe. Maar hij bleef Schiedammer, hij woonde in het keurige wijkje bij Spieringshoek. Kort geleden besloot het echtpaar Van Bochove te verhuizen naar het woonzorgcentrum Franpois HaverSchmidt aan de Willem de Zwijgerlaan, want de gezondheid van Van Bochove was achteruitgegaan. De woning in Spieringshoek is echter nog niet verkocht en mogelijk blijft mevrouw Van Bochove er wonen. Zij heeft de meeste herinneringen aan een wethouder, die tot de markantste bestuurders van Schiedam behoorde.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 225