Negende Internationale
orgelweek
Hanneke Slechte
Musis 230
De herdenking van de driehonderdste sterfdag van Nicolas de
Grigny, die leefde van 1672 tot 1703 was één van de
aanleidingen om deze componist centraal te stellen op het
negende Internationale orgelfestival dat van 11 tot en met
16 augustus in de Grote kerk inVlaardingen gehouden zal
worden. De initiatiefnemer van het festival is organist Aad
Zoutendijk voor wie De Grigny een bijna natuurlijk
voorbeeld is. De op 32-jarige leeftijd gestorven De Grigny
schreef in 1699 het Premier Livre d'Orgue. Dit werk heeft
grote invloed gehad op de ontwikkeling van het orgelspel.
In dit Premier Livre d'Orgue heeft De Grigny, steunend op
een geweldige Franse orgeltraditie, de barokke speelwijze tot
het uiterste toe verfijnd. Zelfs Bach heeft Grigny's werkwijze
en verfijnde versierkunst, toegepast op zijn eigen composities.
De Grigny schreef als organist van de kathedraal van St. Denis
vanzelfsprekend voor het rijk gestemde Franse orgel.
Zijn muziek leent zich uitstekend voor het Fransgeoriënteerde
Van Peteghemorgel dat - oorspronkelijk gebouwd voor de
Gentse Boudelo-abdij en ooit bespeeld door Wolfgang
Amadeus Mozart - de trots is van de Grote kerk in
Vlaardingen.
Flet Internationale Orgelfestival trekt bezoekers en deelnemers
van heinde en ver. Eens in de twee jaar biedt Vlaardingen het
publiek een aantrekkelijk en gevarieerd programma, bestaande
uit orgelconcerten gecombineerd met lezingen over
muziektheorie en -literatuur en een interpretatiecursus voor
organisten en orgelstudenten, voornamelijk uit België,
Duitsland en Nederland. Deze cursus wordt gegeven door de
specialisten Francois Espinasse en de Spaanse organist Andres
Cea Galan. Er zullen enige werken van Nicolas de Grigny,
Francisco Correa Arauxo en Juan Sessé besproken worden.
Thema's zoals interpretatie, het lezen van de geschreven
muziek en voordracht komen in de cursus aan bod.
De Barok afgeleid van het Franse woord 'baroque' voor bizar
of vreemd dat in het Portugees vertaald staat voor
'onregelmatig gevormde parel, de grilligheid', is ontstaan in
Itahë en heeft zich tussen 1600 en 1750 uitgebreid tot geheel
Westeuropa, met soms opmerkelijke stijlverschillen in
regionale interpretaties. Flet was een stroming in de beeldende
kunst, literatuur, tuinarchitectuur en muziek. Enige kenmerken
van deze stijlperiode in de muziek zijn de versieringen, de
heftige bewegingen, de illusie, de overdadigheid, en overdreven
gevoelsuitdrukkingen die overigens wel netjes gestroomlijnd
werden. Want de barok is ook de tijd waarin gewerkt werd aan
een gedegen theoretische en technische basis.
Componisten in die tijd werkten voor opdrachtgevers, de kerk,
het stadsbestuur of vorsten, die in de muziek(uitvoeringen) hun
rijkdom, macht en invloed toonden. Hetzelfde gold voor de
bouw van een orgel, dat als belangrijkste instrument van de
stad een zeker aanzien verschafte.
In de muziek zijn de versieringen rond de uitgangsmelodie het
meest kenmerkend. In de barokmuziek werden de stemmen
namelijk geïndividualiseerd. Hierdoor ontstonden ruimtes voor
improvisatie. De basso continuo deed zijn intrede, een
aanhoudende baslijn. De bas is als laagste partij in een
muziekstuk de drager van de harmonie. Ook tot ontwikkeling
kwamen de majeur, de grote terts met een afstand van twee
hele noten in een drieklank en de mineurharmonie, die zich
baseert op de kleine terts met een afstand van een hele en een
halve noot in een drieklank. Bekende barokcomponisten zijn
Monteverdi, Purcell, Vivaldi, Couperin,Telemann en Handel
en natuurlijk niet te vergeten Johann Sebastian Bach, die in
feite de gehele ontwikkeling van de barokmuziek in zijn
enorme oeuvre heeft samengevat.
De iniatiefnemer van het festival dat zijn eerste editie in 1987
beleefde, Aad Zoutendijk, voltooide zijn orgelopleiding aan
het Brusselse conservatorium. Als jongetje van tien jaar ging
hij al op de fiets naar Maassluis en mocht daar in de kerk
helpen met het stemmen van het orgel, sterk onder de indruk
als hij destijds was van het imposante muzikale bouwwerk,
waar zoveel geluid uit kwam. Sinds 1974 is hij werkzaam als
vaste organist van de Vlaardingse Grote kerk.
Het organisatorische gedeelte van het festival ligt de afgelopen
jaren grotendeels in handen van het inmiddels gepensioneerde
ex-hoofd van de gemeentelijke afdeling Cultuur Maarten Bot.
Deze onderhoudt ook de externe contacten. Over de hele
wereld wordt op conservatoria en in muziektijdschriften
reclame gemaakt voor het festival. Met als gevolg dat zelfs
Japanse organisten en musici aan het festival hebben
deelgenomen. Aan de organisatie lag oorspronkelijk ook de
wens ten grondslag een eerbetoon te organiseren voor de
belangrijke orgelmaker Peter Van Peteghem. Hij bouwde dit
orgel in 1763. Sinds 1819 is het in het bezit van de
Nederlandse Hervormde Gemeente van Vlaardingen, die het
orgel voor drieënhalf duizend guldens kocht van de stad Gent.
Ieder orgel, vertelt Zoutendijk, heeft figuurlijk gesproken, zijn
eigen componisten voortgebracht. Het Van Peteghem-orgel is
sterk georiënteerd op de Franse orgelbouw en is zeer geschikt
voor het uitvoeren van het werk van De Grigny. Het orgel
heeft een heldere, vurige en directe klank met helle trompet
en cornetklanken. Ook orgelcomposities van Vlaamse en
Franse barokcomponisten waaronder Couperin, komen hierop
goed tot hun recht. Moeilijker wordt het met negentiende-
eeuwse laat-romantische componinsten als Brahms en Franck.
Een orgel waarop in principe elke muziek kan worden
gespeeld bestaat wel. Dit orgeltype staat bekend als het
compromisorgel, maar het klinkt niet mooi.
In Nederland bevindt zich overigens slechts één orgel dat
enige overeenkomsten met het Vlaardingse orgel heeft. Het is
het Robustelli-orgel van de St. Lambertuskerk in Helmond en
evenals het Van Peteghem-orgel afkomstig uit een abdij.
In Nederland is er op het gebied van orgelfestivals overigens