Schiedamse middenstand
235 Musis
onderlinge samenhang, ze vertegenwoordigen alle denkbare branches en
segmenten. Er is een uitzendbureau, een nagelstudio, een fietsenzaak,
een telefoonwinkel annex audiospecialist, een kapper, een bakker, een
winkel in lingerie, een zaak in verf en behang, enzovoort. En deze
straat zou een chique lifestyle boulevard moeten worden? Een dwaas
en modieus idee, dat alleen maar de doodssteek voor de resterende
winkels kan betekenen.
Over de Dam wandel ik naar de Hoogstraat, waar ik linksaf sla en
meteen oog in oog sta met een groot winkelpand op nummer
184/186 dat veranderd schijnt te zijn in een—ja wat eigenlijk.
Kantoor? Adviesbureau? Medische praktijkruimte? Er staan wat
stoelen en conferentietafels, ik zie een soort bar met iets dat een
koffiemachine zou kunnen zijn, maar op deur noch etalage hangt een
bord dat verklaart ivat hier binnen gebeurt.
Zulke anonieme of onduidelijke panden kom ik op deze expeditie wel
vaker tegen, hun nering heeft meestal niets met een winkelstraat van
doen. Op de Dam zag ik een soort schildersatelier voor amateurs, op
de Grote Markt het (te koop staande) atelier van Jacques Tange, op de
Hoogstraat een tandartspraktijk, verderop een pandje dat dienst doet
als museum voor de fysiotherapie en voorts een krakkemikkige etalage
vol stoffige trapauto's. In het Broersveld noteerde ik als Fremdkörper
ondermeer het kantoor van een bewonersvereniging en het onderkomen
van de historische vereniging. Strikt vanuit middenstandsoogpunt
geredeneerd, zou je dergelijke adressen ook als leegstaand moeten
kwalificeren. Er wordt immers geen handel gedreven.
Waar Hoogstraat en Grote Markt elkaar raken, staat sporthuis Van
Tilborg te koop. Grote Markt 19 is te huur, nummer 23 is leeg maar
binnen liggen zand en cement: het lijkt erop dat hier iemand zijn
geluk gaat proberen. Het pand op de hoek van de grote Markt en de
Nieuwstraat staat leeg en dat is door de enorme lengte van de pui
geen opwekkend gezicht. Alsof meteen de hele straat dood is. In de
Dan de Hoogstraat op. Hier volgen de nummers waar winkels te koop
dan wel te huur staan dan wel leeg zonder nadere aanduiding
(waarbij ik soms een slag sla naar de juiste nummering, omdat op veel
panden het huisnummer ontbreekt, een merkwaardig verschijnsel dat je
in wel meer winkelstraten tegenkomt): 28, 54, 61, 84, 106, 122,
123, 134, 143, 145, 149, 151. Ook hier ziet menig verlaten
winkelpand er deplorabel uit, omdat het wordt verminkt door grafitti,
met lelijke underlaymentplaten is dichtgeplakt of al zo lang leegstaat
dat het een stinkend kadaver is geworden.
De genadeklap krijg ik bij een vluchtige wandeling door de
Branderspoort, de door de veel te hoge, veel te dicht op elkaar staande
bebouwing somber uitgevallen woonbuurt van de Schots-Zweedse
architect Ralph Erskine. Onder alle woonblokken zijn winkelruimten
gecreëerd, maar tijdens mijn korte bezoek tel ik niet één verhuurd
pand, wel zie ik een etalage die over de volle lengte beplakt is met
zwart-wit foto's. Weer zo'n poging om leven te suggereren waar het
niet is.
De waarheid is onontkoombaar: niets is er terechtgekomen van het
idee om middenstanders te interesseren voor dit overgangsgebied tussen
Centrum en Nieuwland. Ook hier openbaart zich de Wet van de
negatieve overvloed: veel is weinig.
De voornaamste conclusie van deze 'quick scan' van de belangrijkste
winkelstraten in Schiedam-Centrum (minus de Broersvest, die als
enige weinig reden tot klagen lijkt te hebben) luidt natuurlijk dat de
schaal van de leegstand schokkend is. De Schiedamse middenstand is
ziek, op die bewering van Henk Hofland valt weinig af te dingen.
Die ziekte kan tal van oorzaken hebben. Te hoge huren, de
concurrentie met andere steden en andere winkelcentra, zwak
assortiment, onevenwichtige brancheverdeling, een slecht imago, gebrek
aan stedelijk beleid - allerlei gevolgtrekkingen zijn mogelijk. Dat het
Lange Kerkstraat lijkt alles dik in orde, maar de bloei houdt op aan
de andere zijde van de Broersvest. De helft van de slechts een paar
jaar oude winkelpanden op het Stadserf staat er grauw en levenloos
bij. Wat een koud en uitgestorven plein, trouwens. Hoe kan iets dat
zo mooi is, tegelijk zo zinloos zijn? En waar zijn de cafés die hier zo
dicht bij kerk, theater en stadhuis toch bij uitstek horen? Al watje
ziet zijn makelaarskantoren en een bank.
De enige die de hoge huren kunnen opbrengen, vermoedelijk.
Maar het kan nog erger. Mijn Persoonlijke Omloop leidt me naar het
Broersveld, en het is hier dat de ontgoocheling definitief toeslaat.
Aanvankelijk ben ik van plan het aantal winkels en het aantal lege
panden afzonderlijk te turven, maar die poging staak ik al meteen,
daar is geen beginnen aan.
De uitkomst zou onthutsend zijn.
De ondernemers die er hier de brui aan hebben gegeven, volstonden
niet met het achter zich dichttrekken van de deur, ze wilden ook graag
uiting geven aan hun frustraties over het mislukken van hun dromen
en deden dat door de ramen dicht te plakken met kranten of ze af te
timmeren met board, waardoor een soort spookhuizen ontstonden waar
nooit meer iemand een voet zal willen zetten. Grafitti spuiters
maakten het werk vervolgens af en herschiepen de omgeving in een
soort Sarajewo ten tijde van de Servische belegering.
De gevelwand van het Broersveld vertoont op meerdere plaatsen gaten
van tientallen meters lang en ter weerszijde daarvan zie je, het wordt
eentonig, niets anders dan plakkaten Te Koop, Te Huur. Zelfs aan de
voet van Schiedams koopparadijs nummer één, de Passage, wordt een
winkel te huur aangeboden.
nodig is deze leegstand te bestrijden, mag duidelijk zijn. Net zoals bij
een hartinfarct een stukje van het hart steft, zo verliest een
winkelgebied met iedere lege zaak een stukje van zijn
aantrekkelijkheid.
Een van de vele vragen die bij het verschijnsel van de leegstand kan
worden gesteld is, wanneer ontivikkelaars in Schiedam eens ophouden
hun projecten categorisch te voorzien van zo- en zoveel vierkante
meters winkeloppervlak, terwijl ze weten dat er toch geen gegadigden
voor te vinden zijn. Wanneer zet de gemeente Schiedam eens een rem
op dat bouwen voor de leegstand?
Het bouwplan voor het Land van Belofte lijkt een goed moment om
het tij te keren. Te vrezen valt dat die locatie anders zijn pretentieuze
naam nooit zal kunnen waarmaken.
In ieder geval niet voor de middenstand.