Bibliotheek van lees
Kennisbevordering
zou een
maatschappelijke
opgave moeten zijn en
een bibliotheek kan
daar een uitermate
stimulerende functie
in vervullen.
Volgens de Raad voor Cultuur is de bibliotheek een
maatschappelijke basisvoorziening. 'Wij moeten meer onze
plek in de wijk benadrukken,' zegt Karin Visser, directeur van
de Schiedamse bibhotheek. 'De bibhotheek wordt vaak nog
gezien als boekenuitleen, maar het moet ook een culturele
ontmoetingsplaats zijn,' zei ze op een symposium, dat op 2 juni
werd gehouden in het grondig vernieuwde bibhotheekfiliaal
in de Blauwe Brug. En toch laait telkens weer de discussie op
over sluiting van filialen. Zowel in Schiedam als in Vlaardingen
dreigen enkele wijken hun 'maatschappelijke basisvoorziening'
kwijt te raken. Dat is terug te voeren op politieke
kortzichtigheid.
In het bibhotheekfiliaal Zuid, middenin de Gorzen in
Schiedam, opende burgemeester Reinier Scheeres samen met
Wout Pols op 19 juni drie tentoonstellingen tegelijk.
Ze zijn te bekijken tot en met 23 augustus en ze gaan over de
Watersnoodramp van 1953 en de gevolgen daarvan voor
Schiedam. Op 1 februari 1953 steeg het waterpeil aan het
Hoofd onrustbarend. Vloedplanken bleken niet toereikend.
Het water stroomde de panden aan de Hoofdstraat en de
Maashofjes binnen, de dijk bij de Wilhelminahaven stond op
het punt te bezwijken, het Sterrebos was één grote watervlakte
en de scheepswerven Gusto, Nieuwe Waterweg en Wilton-
Fijenoord hepen grote schade op. Op de Zuid-Hollandse
eilanden, Zeeland en Noord-Brabant kwamen 1835 mensen
om, 72.000 mensen moesten geëvacueerd worden, 200.000
hectare land kwam blank te staan en 50.000 huizen werden
beschadigd, waarvan 8500 onherstelbaar. Schiedam bood hulp
aan de slachtoffers. In zaal Irene aan de Nieuwe Haven werden
honderden evacués opgevangen. Direct na de ramp werden
plannen uitgewerkt, die uitmondden in het Deltaplan.
De dijken moesten op een niveau van 4,50 meter boven
Nieuw Amsterdams Peil worden gebracht. In 1957 was de
nieuwe Spuisluis klaar, in 1978 werd de nieuwe Buitensluis
geopend en de Havendijk werd verlengd. Hiervoor moest alle
bebouwing achter de Heilig Hartkerk worden gesloopt,
waarmee een eind kwam aan een uniek stads- en
havengezicht.
De drie tentoonstellingen, die door Scheeres en Pols in het
filiaal aan de Leliestraat werden geopend, sluiten aan op het
programma van de Zuid-Hollandse Waterdagen. Ze zijn op
drie plekken te zien, in de Leliestraat, in het bedieningshuis
van de Buitensluis aan de Voorhaven en in de hoofdvestiging
van de bibliotheek op het Stadserf. Het zijn tentoonstellingen,
die gegarandeerd veel nieuwe bezoekers naar de bibhotheek
trekken en wie weet levert zo'n verrassende kennismaking
nieuwe leners op. Het is de bibhotheek gegund als
maatschappelijke basisvoorziening met een wijkfunctie. In het
filiaal in de Gorzen kun je zien wat zich een halve eeuw
geleden in de wijk afspeelde.Toch wordt filiaal Zuid met
sluiting bedreigd, evenals het filiaal in Nieuwland, waar veel
Turken wonen die niet bekend zijn met de bibhotheek of er
te weinig van hun gading vinden. De bezoekersaantallen zijn
te laag en dan kijkt een gemeentebestuur altijd naar de kosten.
In Vlaardingen is er dezelfde situatie. Ook hier staan filialen op
het spel, omdat de politiek er niet meer geld voor over heeft.
Maar het is tamelijk rampzalig als alleen naar de financiën
wordt gekeken en niet naar het educatieve belang. Het filiaal
in dc Leliestraat krijgt wekelijks hele schoolklassen over de
vloer, ze gaan georganiseerd boeken ruilen. Veel scholieren
komen in hun vrije tijd terug. De bibhotheek trekt ook veel
oudere wijkbewoners. Het zijn er misschien niet genoeg, maar
als het filiaal dicht gaat, is het niet waarschijnlijk dat die
schoolklassen uit de Gorzen helemaal naar het Stadserf
wandelen, want dat kost te veel lestijd. En oudere
wijkbewoners klagen steen en been over de frequentie van
buslijn 54. Ze hebben er al een hekel aan om voor een
boodschap naar'de stad' te moeten. Sluiting van het filiaal kost
dus onvermijdelijk lezers. Zij zullen dan de dupe zijn van het
simpele feit, dat de bedreigde filialen zich alle bevinden in
wijken met een bovengemiddeld aantal laaggeschoolden en
halfgealfabetiseerden. Kennisbevordering zou een
maatschappelijke opgave moeten zijn en een bibliotheek kan
daar een uitermate stimulerende functie in vervullen.
Het sluiten van filialen levert bepaald geen bijdrage aan de
ontwikkeling van wijkbewoners en als de politiek er niet meer
geld voor over heeft, zit er maar één ding op. Met kunst- en
vliegwerk moeten de bezoekersaantallen omhoog. In haar
concept-beleidsplan streeft Karin Visser dan ook naar meer
samenwerking tussen de bibhotheek en andere organisaties.