I jnsf en cultuur i s Cees Straus H 249 Musis i MMH pulpbladen bevolkt, zich bij voorkeur laat fotograferen, maar een lijn voor de echte liefhebbers van mode en kwaliteit. Vooral het buitenland houdt van de ultra-sobere stijl van Van Slobbe; wie iets van hem wil passen of kopen kan beter terecht in New York (bij Barneys, Saks, Bergdorf Goodman) of in Londen (Harrod's) dan in eigen land. Meer dan 95 procent van de productie wordt weliswaar in Nederland gemaakt, maar vindt z'n weg naar het buitenland. Ook de kunstwereld weet raad met de eigen opvattingen van Van Slobbe. De Mondriaanstichting gaf financiële steun voor de tonnen verslindende modeshows, en het Nederlands Vormgevingsinstituut dat als denktank en productiebedrijf een ontmoetingsplaats is van cultuur, overheid, bedrijfsleven en vormgevers, eerde Van Slobbe met de Theo Limperg-prijs. Het was voor het eerst dat de prijs naar een modeontwerper ging. Eerdere winnaars waren Wim Crouwel, Frans Haks en de gemeente Rotterdam. Maar mode, motiveerde het instituut haar beslissing, is bij uitstek industriële vormgeving. Mooi meegenomen was dat de jury de aandacht kon vestigen op het economische belang van modeontwerpen voor de Nederlandse textielindustrie. Zes jaar geleden begon Van Slobbe met O+B. Aanvankelijk droeg de kledinglijn vooral het karakter van een provocatie. Na tweeëneenhalf jaar confectieherenkleding ontwerpen voor het label UnderCover; 'tekeningetje maken, maatspecificaties erbij en faxen naar de fabrikant in het Verre Oosten', wilde Van Slobbe een handgemaakte collectie neerzetten, die nu eens geen verhaal moest vertellen, geen 'sfeer' moest oproepen. De eerste collecties waren nog in grungestijl, met rafels en gemaakt van gerecyclede stoffen. En van een strenge eenvoud. Met moulagetechniek - ontwerpen op een model - experimenteerde Van Slobbe met draadrichtingen, en onderzoekt hij de valling van ongebruikelijke materialen. 'Rust' is het streven. Ieder tierelantijntje ontbreekt, er is geen stiksel te veel. Accenten legt hij hooguit door technische details zichtbaar te maken; bijvoorbeeld met de plakrand van een zoom langs een boordje, die door de transparante stof zichtbaar is. Hij gebruikt alleen effen stoffen, en 'materialenmix' is uit den boze; rok en bloes, broek en bloes, jurk en jasje van één ensemble zijn vaak van dezelfde stof gemaakt. Het resultaat is kleding van een calvinistische soberheid, waarin de spanning ontstaat door de zachte lijnen langs de heupen, soms een diep decolleté op de rug, en door de luxueuze, vaak glinsterende stoffen, het fijnste linnen of het zachte leer. Op het hangertje ziet de kleding van Van Slobbe er vaak simpel uit. De brille ontstaat aan het lichaam, op het moment van dragen. Galeriehouder Emmy Miltenburg geeft toe dat er enig lef voor nodig is om op je vijfenvijftigste je (goedbetaalde) baan in vaste dienst op te geven en je toekomst voortaan in een totaal afwijkende branche te zoeken. Nog meer lef is nodig om die toekomst in de bonte wereld van de mode te zoeken. En dat in Schiedam, niet de eerste gemeente waar je aan denkt om een op mode en modeaccessoires gerichte galerie te beginnen. Durf valt Emmy Miltenburg dan ook niet te ontzeggen. Sinds de aan de Lange Haven gevestigde galerie EM - de twee letters zijn de initialen van haar naam - eind maart van dit jaar opende, heeft ze veel positieve reacties gehad op haar initiatief om de mode een podium aan de Maas te verschaffen. Waarmee ze zelfs vooruitloopt op Rotterdam waar wel in vormgeving gespecialiseerde zaken zijn te vinden, maar een steunpunt voor de mode- en textielwereld achterwege bleef. Voor zover valt na te gaan is Emmy Miltenburg een van de heel weinigen in dit land die de mode zo'n goed hart toedraagt dat ze haar galerie permanent met kleding en stoffen volhangt. Waarbij komt dat ze haar taak als galeriehouder nog veel verder wil uitbouwen: galerie EM moet als steunpunt voor de stoffenwereld uitgroeien tot een volwaardig podium waarop ontwerpers door middel van uiteenlopende activiteiten hun ideeën kunnen uitdragen. Afhankelijk van het succes dat de galerie in de eerste twee jaar van haar bestaan zal krijgen, zal het totaalbeeld nog wel eens kunnen veranderen. Wie zich zo voor de mode wil inzetten, moet wel haast als ontwerper zijn geboren. Met Emmy Miltenburg ging het anders. Geboren in Oudewater - ze woont 'pas' sinds dertig jaar in Schiedam - wilde ze wel met haar artistieke kwaliteiten aan de slag, maar dan vooral in een solide beroep. Ze koos voor het onderwijs, was jarenlang lerares tekenen en handenarbeid op een huishoudschool (tegenwoordig vmbo). Met mode en stoffen had ze van vroeg af aan wat. 'Mode zegt wat over mensen, wat ze met kleding durven te doen. Mode en kunst hebben allebei met een gegeven als kwahteit te maken, maar mode is vluchtiger, die verandert elk halfjaar. Toch blijf je net als in het geval van de kunstenaar bij de ontwerper zien dat de goede dingen in zijn werk weer terugkeren, ook al is de collectie steeds weer anders,' aldus de galeriehouder.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 249