Cobra
Hans van der Sloot
265 Musis
Naar verwacht wordt zal het totale bezoekersaantal van de
Cobra-tentoonstelling in september zo rond de twintigduizend
liggen. Da's een forse tegenvaller. Gerekend was op het
driedubbele. En dan zijn in die twintigduizend ook nog de
paar duizend genodigden op de openingsfestiviteiten
meegeteld. Plus alle scholen en groepen voor wie de gang naar
Cobra als een must werd beschouwd.
Die zestigduizend belangstellenden zouden gemakkelijk
worden gehaald. SVP en museum zouden erop mogen worden
afgerekend. Want wie geloofde nu niet heilig in de publiciteit
op alle belangrijke stations van Nederland zoals Schiedam
Vlaardingen Promotie in het vooruitzicht stelde, de acties op
weekmarkten in de omgeving, de aandacht in de landehjke
pers en op de televisies, de speciale arrangementen van de
damesbladen. Niet vergeten mogen ook worden de
inspanningen die de plaatsehjke middenstand en horeca zich
getroostten. Serieus werd rekening gehouden met het inzetten
van extra vervoersfaciliteiten en in het Deltahotel stonden in
de speciale Cobra-suite de schildersezel, penselen en verf al
klaar voor gasten die na het zien van de tentoonstelling in
creatieve bevlogenheid zelf hun herinnering aan Cobra en
Schiedam aan het doek wilden toevertrouwen.
Cobra beloofde waarnaar het naar toerisme en omzet snakkende
Schiedam verlangde. Eindelijk zou het dan gebeuren, nu het
effect van binnenstadsplannen en stadsgesprekken uitbleef.
De grote belofte van Jan des Bouvrie's meubelpaleis was al op
niets uitgelopen en ook de inspanningen van een speciaal
daartoe aangesteld team dat in enkele jaren het lifestylegebied
langs de Dam en Hoogstraat moest vullen met winkeltjes in
louter leukigheden, leverde niets meer op dan enig papierwerk
op het stadskantoor. Voor de revitalisering van een elegant
monument als de Passage reikte de creativiteit van project
ontwikkelaar en gemeentebestuur niet verder dan de vestiging
van een witgoedgigant. En ondertussen opende de ene
'knakenwinkeF na de andere z'n deuren, Schiedam veranderend
in een uitdragerij op stadsformaat waarbij vergeleken Xenos
en de Trekpleister zaken in het absolute topsegment zijn.
Welk initiatief ook werd aangekondigd met betrekking tot
verfraaiing en verbetering van de binnenstad, het resultaat was
steeds hetzelfde; er gebeurde niets.
Cobra zou dit allemaal veranderen. Met fluisterboten tegelijk
zou een koopkrachtig publiek op diverse plaatsen in Schiedam
worden afgeleverd. Burgemeester Scheeres had zich heilig
voorgenomen om gedurende de gehele duur van de
tentoonstelling dagelijks zijn ambtsketen te dragen uit pure
trots de eerste burger te zijn van deze kunstzinnige stad. Diana
Wind had in een speciale kast haar mooiste jurk al gereed
gehangen indien onverhoopt een hoogwaardigheidsbekleder of
anders een lid van het Koninklijk Huis het museum mocht
bezoeken,
Aan de CoBra-tentoonstelling in Schiedam, mankeerde het
ook niet. Het is een snoepje voor de kenner en oprechte
liefhebber. Het museum valt dan ook niets te verwijten.
Het deed wat van een museum mag worden verwacht: het
belichten van een waardevolle en exclusieve verzameling in z'n
volle kunsthistorische betekenis. De tentoonstelling wordt ook
begeleid door goede toelichtingen, is geplaatst in een ruimer
kader, kent een smaakvolle entourage en wordt bovendien
vergezeld door een catalogus die in de Cobra-biblitoheek de
waarde heeft van een standaardwerk.
Maar een mooie, zeer integer gemaakte tentoonstelling is iets
anders dan een marketingconcept dat het begrip Cobra wil
uitleggen in termen van alles egaliserend vermaak. Geserveerd
als hapklare brok en direct verteerbaar: een koketterie met alles
wat de CoBra-kunstenaars in hun tijd bewoog en dat terug
gebracht tot motieven voor koffiekopjes en stropdassen.
De vergissing die door de uitbaters is gemaakt, is van dezelfde
orde als al die andere miskleunen in het kader van de
toeristische ontwikkeling. Het ene plan na het andere wordt
gepresenteerd, de één na de andere externe adviseur wordt
ingehuurd om tegen hoge beloning te verklaren wat de
pohtiek zo graag wil horen. Terwijl de Witte de Withstraat al
danig op z'n retour is, de verpaupering op de Nieuwe
Binnenweg schrikbarende vormen aanneemt, Horeca
Nederland uitgaat van een krimp van de omzet voor de
eerstkomende jaren en de prognoses over toeristische
ontwikkelingen op middellange en lange termijn allerminst
rooskleurig zijn, blijft Schiedam geloven in schone beloften en
in de waarde van stadsplannen als aanjagers van particulier
initiatief.
Zelden wordt daarbij gesproken over de behoeften van de
lokale bevolking. Integendeel zelfs. Liever vermeiden de
plannenmakers zich in de weidse perspectieven van
toestromend volk van elders. Werkbezoeken hebben ook
zelden zulke voor de hand liggende bestemmingen als de
binnenstad van Delft, waar de bruikbare inspiratie omtrent
branchemenging en verhoudingen van het kern- en secundair
winkelapparaat, integratie van wonen en werken en wonen en
winkelen voor het opscheppen hgt. Liever verwijlt het bestuur
in La Defense in Parijs om daar ideeën op te doen hoe
Schiedam van kleine gemeente kan worden omgevormd tot
wereldstad. Sprekend over een aanpak van de stadsvervuiling
door uitstallingen, verwaarlozing van het onroerend goed, de
noodzaak om krachten te bundelen en winkelpanden aan te
kopen, het bevorderen van wonen boven winkels, versterking
van het kernwinkelapparaat, bevorderen van historiserende
reclames,Jan des Bouvrie en het scheppen van een lifestyle
gebied. museumnieuwbouw en CoBra, droomt Schiedam van
de weldaden die het toerisme zou kunnen brengen.
Ruw geschat heeft Cobra aan de gemeente, de sponsors en de
middenstand een klein miljoen gekost. En staat Schiedam
daarmee op de kaart? Jawel.op de shortlist van Berenschot
en Seinpost cs.Voor een nog mooier verhaal.