niet noodzakelijk werk 297 Musis schepping, de eerste gemeentelijke arbeidsbeurs in Nederland. Andere tewerkgestelden werkten een aantal jaren bij het archief en vonden de weg terug naar hun oude beroep, zoals verzekeringsman Van Donkelaar en een ander die weer vertegenwoordiger in textiel werd. De meeste bleven en gingen op hun 65ste gewoon met pensioen. Het beviel wederzijds en Aart de Voogd zag geen enkele aanleiding ze te stimuleren bij het zoeken naar een heuse baan in hun oude vak. 'Niet in roeren, lekker laten zitten, iedereen is blij, en het werk is nuttig', dat was in het kort zijn filosofie en het archief heeft er wel bij gevaren. Mensen kwamen alleen in aanmerking voor plaatsing in gesubsidieerde banen als die bij het Gemeentearchief, als ze werkloos waren en ouder dan 45 jaar. De voorwaarde was dat het werk 'nuttig doch niet noodzakelijk' was, omdat de banen in de sociale werkvoorziening niet mochten concurreren met reguliere banen. Na de oorlog werden veel mensen tewerkgesteld met een verleden dat de weg terug naar de maatschappij en hun beroep moeilijk maakte, zoals een oud- NSB'er die zijn strat had uitgezeten, of een boekhouder die betrokken was geraakt bij een bonnenzwendel in de margarine-industrie en daardoor een strafblad had dat terugkeer in zijn beroep vrijwel onmogelijk maakte. De vroegere WSW 'ers zijn nu medewerkers van de Berckenrode Groep Schiedam. Zij waren en zijn nog steeds een bont gezelschap, maar namen en nemen binnen het archief geen aparte plaats in. Zij zijn gewone collega's die hun werk doen temidden van en samen met de andere archiefmedewerkers, maar het indiceren van archieven en kranten is vrijwel vervangen door het schoonmaken en opnieuw inpakken van archieven en het verrichten van administratieve en depotwerkzaamheden. Hoewel de kerntaak van tewerkgestelde hoofdarbeiders het maken van indices op kranten en archieven was, kon het incidenteel gebeuren dat hogere machten hen voor iets anders nodig hadden. Omstreeks 1960 werden suikerzakjes een populair verzamelobject en ging het bij de status van een beetje gemeente horen om suikerzakjes met het gemeentewapen te hebben. Chef Anthonie Kwaak van Interne Zaken kreeg de opdracht zulke suikerzakjes te laten maken, maar verzuimde er een bruikbare tekening van het gemeentewapen bij te leveren. Toen de 10.000 suikerzakjes bij het stadhuis op de Grote Markt waren afgeleverd, zag gemeentesecretaris M.J. Blok tot zijn schrik dat het wapen niet klopte. Hij hoorde de ironische opmerkingen van heraldisch geschoolde gasten van de gemeente al en besloot dat de hele voorraad zakjes vernietigd moest worden. Eerst kregen de ambtenaren die al zakjes voor hun eigen verzameling hadden gepikt een oekaze dat ze die, op straffe van ontslag, moesten inleveren en daarna zocht hij een betrouwbare ambtenaar die, met wat hulptroepen, de suiker uit de gewraakte zakjes kon halen alvorens die vernietigd zouden worden, want Schiedam lette ook toen al op hele kleintjes. Blok belde de gemeentearchivaris en die stuurde zijn rechterhand Aart de Voogd van der Straaten Johz. met een paar tewerkgestelden naar het stadhuis voor deze uiterst geheime operatie. De Voogd en de zijnen moesten de duizenden zakjes door midden scheuren en de suiker opvangen in dienstenveloppen. Het was hartje zomer en papiervernietigers had het stadhuis niet. Dus stookte een bode ten behoeve van de volstrekte en definitieve vernietiging van de suikerzakjes de kolenkachel van het stadhuis op. Er was natuurlijk wel wat suiker in de doorgescheurde zakjes achtergebleven en het heeft in het hele stadhuis dan ook urenlang indringend naar karamel geroken. De dienstenveloppen met suiker werden tenslotte bij een bode afgeleverd, die daarover gruwelijk de pest in had. Want alle suiker uit de enveloppen moest netjes in de suikerpotjes worden gedaan.Voor de nieuwe suikerzakjes heeft het gemeentearchief vervolgens een correcte tekening geleverd. Zulk gebruik van de tewerkgestelde hoofdarbeiders was een uitzondering. De meeste bezoekers van het gemeentearchief die gebruik maken van de klappers in de studiezaal, weten niet dat die gemaakt zijn door mensen die jaren lang met engelengeduld en grote toewijding pagina voor pagina de duizenden, vaak in moeilijk leesbaar handschriften geschreven, notariële akten en andere archiefstukken hebben nagezocht op namen van personen, beroepen en andere gegevens die de onderzoeker nu helpen bij zijn werk. Dat geldt ook voor de klapper op - bijvoorbeeld - de (liberale) Schiedamsche Courant, de (rooms-katholieke Nieuwe Schiedamsche Courant, en het blad van de Schiedamse Gemeenschap en op de in- en uitgaande stukken van de gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders. Al dat belangrijke materiaal was zonder de sociale werkvoorziening in het Schiedamse archief, en in de meeste andere archieven in Nederland, nooit op die manier en zo goed toegankelijk geweest. Nu hij er jaren later op terug kijkt, vindt Aart de Voogd het nog steeds een zeer adequate regeling. 'Nuttig en niet noodzakelijk', het mocht hem wat. 'Het klapperen was indertijd een arbeid die op de langst mogelijke termijn nuttig zal blijken. En noodzakelijk ook, voor wie van het archief gebruik wil maken. Op zoek naar slaven, of vaker naar een voorzaat, die ooit in Schiedam is neergestreken maar waarvan voorlopig niet méér bekend is dan zijn naam en de overlevering dat hij timmerman moet zijn geweest. Bij de foto's: Gemeentearchief Schiedam met tussen de ambtenaren Aart C. de Voogd van der Straaten (links) en archivaris drs. A. van der Poest Clement de twewerkgestelde J. van Donkelaar, L.A. Abma en Ben Kedde, Foto Breur, 1951 Gemeentearchief Schiedam Archivaris Guus van der Feijst en Aart de Voogd van der Straaten, Foto Ton de Haan, Gemeentearchief Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 297