de aanpak had een beperkte houdbaarheid
305 Musis
dat het internationaal gebruikte beeldmerk van Film
International 'de tijger', werd vormgegeven door de BGS. De
werkplaats tenslotte ging zich met wisselend succes toeleggen
op de fabricage van houten (tuin)meubelen in opdracht van
een keten van doe-het-zelfzaken en de buitenobjecten
profileerden zich in toenemende mate als een kundige
organisatie die over eigen kwekerijen beschikte.
Gille: 'Op papier lijk het allemaal van een leien dakje te zijn
gegaan. De werkelijkheid was anders. Tussen 1974 en 1985
vertwintigvoudigde de omzet tot het mooie bedrag van 1,85
miljoen euro. De mensen kregen gaandeweg het gevoel te
werken bij een bedrijf met een eigen gezicht, maar spanningen
waren er evenzeer. Maar heel langzaam groeiden de
verschillende bedrijfsonderdelen naar elkaar toe. Het was zeker
geen uitgemaakte zaak dat administratieve werkzaamheden
voor de werkplaats en de buitenobjecten door de
administratieve units werden verricht. Ook het gegeven dat een
aantal leidinggevende functies doorWSW-ers werden vervuld,
was een voortdurende bron van discussies. Mocht een
ambtenaar wel arbeid verrichten onder het toeziend oog van
een tewerkgestelde? En nog klemmender werd de vraag gesteld
of het wel gepast was dat ambtenaren samen met het WSW
personeel de maaltijd gebruikten. Moest daar geen aparte
kantine voor komen? En hoe kon het bestaan dat de bedrijfs
arts zich vrohjk in de maling het nemen als hij met de
verpleegster over de afdelingen hep?
En deze vragen betroffen dan alleen de interne verhoudingen
en omgangsvormen. Ingewikkelder werd het waar de bedrijfs
leiding het standpunt huldigde dat niet de mensen bij werk
zaamheden behoorden te worden gezocht, maar dat het
omgekeerde behoorde te worden gedaan. Dit betekende dat
voor een boekbinder die noodgedwongen zijn bedrijf had
moeten sluiten, gezocht werd naar emplooi voor z'n mee
gebrachte stenen spatels, z'n bladgoud en lederwerk, maar ook
dat een industrieel ontwerper binnen de BGS tezamen met het
Zonnehuis inVlaardingen aan een nieuw rolstoelconcept
werkte'.
Die aanpak had natuurhjk slechts een beperkte houdbaarheid.
Het was een concept dat paste in de filosofie van de maakbare
het gebied van postverzorging en verspreiding. De omzet ver
toonde een navenante toename bij een wisselend personeels
bestand. De omzet van nu 1,85 miljoen euro van 1985 was in
1995 al gestegen tot 3,4 miljoen met een personeelsbestand dat
was geslonken van 352 tot 323 werknemers. In 2002 waren
deze cijfers 4,1 miljoen euro bij 413 werknemers.
Intussen was in 1994 de subsidiegrondslag gewijzigd en
voortaan gebaseerd op de bestaande wachtlijst voor toelating
tot de WSW, handicapfactoren en leeftijd van de aan de BGS
verbonden werknemers. In 1996 verloor de BGS bovendien de
status van volledig zelfstandig bedrijf en werd weer onderdeel
van de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
'De visie van Gerard Smits, werd voor een korte periode
bewaarheid', zeggen Gille en Adolfs. 'Erkend werd dat de BGS
als sociaal bedrijf dichtbij de Gemeentelijke Sociale Dienst
moest staan. In werkehjkheid werd de relatie tussen sociale
dienst en sociale werkgelegenheid echter niet meer hersteld.
De BGS was inmiddels goed in staat om sociaal maatwerk te
leveren en behoefde voor toetsing geen beroep meer te doen
op de sociale dienst. Nu de vroegere koppehng herstellen zou
eerder leiden tot bureaucratie dan tot vereenvoudiging,
efficiency en een betere dienstverlening aan de cliënt-
werknemer. In 2002 behoefde hier niet verder over te worden
nagedacht. Het sectorenmodel werd opgeheven en opnieuw
werd de BGS een zelfstandige onderneming binnen het
overheidshchaam Schiedam.
De toekomst ziet er overigens minder rooskleurig uit dan
de recente geschiedenis en de cijfermatige groei doen
vermoeden. Adolfs;'Er gaat nogal wat veranderen. We krijgen
ook de verantwoordelijkheid voor de Reatrajecten en WIW en
ID-banen, zeg maar de vroegere Melkertbanen. De BGS moet
gaan bemiddelen naar het vrije bedrijf toe en personeel gaan
opleiden voor deelname op de reguliere arbeidsmarkt.Vroeger
deden we dat natuurhjk ook al en bij momenten zijn daar
goeie resultaten mee behaald. Structureel was het echter niet.
Nu stromen ineens meer dan honderdtwintig mensen binnen
die een heel eigen sector binnen het bedrijf zullen vormen.
Tegelijkertijd ligt op de BGS de verplichting om veranderingen
in de bedrijfsstructuur aan te brengen. Het zal niet langer
samenleving. Daarbuiten bleek die ver doorgevoerde
differentiatie meer nadelen dan voordelen te hebben.
Nog steeds wordt de BGS, inmiddels Berckenrode Groep
Schiedam geheten, gekenmerkt door een verscheidenheid aan
takenpakketten. In z'n algemeenheid is de stelregel overeind
gebleven dat zo mogelijk passende arbeid moet worden
gevonden voor werknemers binnen de WSW. In de praktijk
wordt deze binnen de bestaande mogelijkheden en te verrich
ten diensten gezocht. Dat kan ook niet anders meent directeur
Siep Adolfs, die elf jaar geleden Wobke van der Veen opvolgde
en een koers moest uitstippelen waarin meer de nadruk zou
worden gelegd op bedrijfsmatige expansie. In 1993 stootte de
provincie de activiteiten van het Bedrijfsregister af. De BGS
stond voor de keuze, nieuw emplooi te zoeken voor de daarop
ingewerkte personeelsleden of de werkzaamheden voor eigen
risico over te nemen. Het werd het laatste, met alle consequen
ties vandien.
Groei maakte ook de meubelafdeling, de drukkerij en de
buitenobjecten door.Voorzichtig werd begonnen met de opzet
van een cateringbedrijf voor derden en met dienstverlening op
mogelijk zijn dat WSW-personeelsleden een leidinggevende
functie bekleden. In dit opzicht wordt in zekere zin de weg
terug gevolgd, terwijl overeind moet bhjven dat de sociale
werkvoorzieningen als zelfstandige bedrijven en volgens
economische principes moeten bhjven opereren. Ook de
toelatingseisen worden strakker gesteld. De stedehjke en
regionale toelatingscommissies zijn aan de kant geschoven.
Toetsing vindt momenteel plaats volgens algemene normen.
Hoe dit in de toekomst verder uit zal pakken, weten we
natuurhjk niet. Het hjkt niet goed mogelijk om diep in te
grijpen in de gegroeide structuur, zonder schade aan te richten.
Uiteindehjk is het zo dat de sociale werkvoorziening zich een
heel eigen plaats heeft verworven op het snijpunt van
overheidsinspanning, sociale zorg, gesubsidieerd werk voor
mensen die in een volwaardige baan niet of moeilijker
functioneren en het vrije bedrijf, dat met de sociale
werkvoorziening als toeleverancier een betere concurrentie
positie kan realiseren. Het vroegere uitgangspunt van 'nuttige,
maar niet noodzakehjke arbeid' heeft de sociale werkvoor
ziening bijna volledig achter zich gelaten. De noodzaak is
gebleven. Laten we het daar op houden'.