NieuwlandNieuws
Musis 314
Tevreden is Woonplus over de samenwerkingsovereenkomst
voor het gebied rondom de Troelstralaan tussen de gemeente
en de corporatie. Er zit op die manier schot in de
ontwikkelingen. Nieuwland kent nog uitgesproken zwakke
plekken. Die aanpakken is belangrijk voor de herontwikkeling
van het gehele woongebied. Indertijd was Nieuwland een
'visitekaartje voor Schiedam, een stadsdeel ook, waarvoor
nieuwe bewoners letterlijk in de rij stonden. Woonplus
gebruikt voor Nieuwland graag de metafoor van de
lappendeken. Zo is de wijk ook tot stand gebracht. De
verschillende onderdelen hebben een eigen signatuur en
daarmee ook een zekere identiteit. Bindend element is altijd
geweest dat Nieuwland betrekkelijk dicht bij het centrum van
de stad ligt, waardoor de nieuwbouw aan aantrekkelijkheid
won.
Een andere opvallende karakteristiek is de ruimte tussen de
verschillende onderdelen. Ook direct na de Tweede
Wereldoorlog, op het moment dat Koningin Wilhelmina in
haar troonrede van 1948 opriep tot de wederopbouw, koos
Schiedam voor het tuindorp als uitgangspunt bij nieuwbouw.
Die gedachte werd alleen los gelaten in de ontwikkeling van
de 'hongerput' het stadsdeel tussen Troelstralaan en
Schaepmansingel. Hier kozen stedenbouwkundige Hórvath en
architect Groosman voor een dichter bebouwde stedelijke
opzet. Groosman zag de nieuwe stad als een apart staand
sociaal complex en voorzag zijn nieuwbouw dan ook van
winkels, buurtvoorzieningen en een schakering van kleinere
woningen en huizen voor de hoger ontwikkelde arbeiders en
een nog ruimer type dat hij zelf omschreef als 'woningen voor
bijvoorbeeld onderwijzers die aan huis iets als een werkkamer
nodig hebben'. In de woningtoewijzing volgde de gemeente
de gedachte van Groosman. Hoewel Schiedam schamperde dat
'wie in Nieuwland ging wonen, geen geld meer overhield
voor een stukje vlees op tafel - vandaar de bijnaam 'de
hongerput', waren het jonge, beter verdienende arbeiders,
hoger opgeleiden en - inderdaad - onderwijzers die in die
nieuwe buurt terecht kwamen.
De opzet van Groosman die 'zijn' woonwijk bekroond zag
met de Opstandingskerk van de hand van Van den Broek en
(vooral) Bakema, werd elders in Nieuwland niet doorgezet.
Gekozen werd voor een meer gestandaardiseerd woningtype
dat door heel Nederland in grote hoeveelheden werd
neergezet. Het zijn de bekende dozen met de berging in de
dorpel, die van Maastricht tot Leeuwarden worden
aangetroffen en aan straten liggen die vrijwel zonder
uitzondering de namen dragen van Nederlandse staatsheden
en sociale voorvechters uit de negentiende, begin twintigste
eeuw.
De bereidheid om deze woningen voor nieuwere woontypen
in te ruilen is langzaamaan gegroeid. Evenals in Groenoord
was er aanvankelijk verzet vanuit de bewoners tegen de
vernieuwingsplannen van Woonplus, voorheen de
Woningstichting Noordvest en daarvoor het Gemeentelijk
Woningbedrijf. Het punt is veelal dat corporatie, bewoners en
politiek anders denken over de noodzaak tot vegonging en
aanpassing. In feite hebben bewoners geen ongelijk waar ze
stellen dat hun woningen nog jaren mee zouden kunnen. Het
proces van vernieuwing en veijonging is echter noodzakelijk