Peter de Lange Musis 316 Maandagmorgen, negen uur. De winkel komt tot leven. Selami Kofak, gekleed in een wit T-shirt waar met rode letters Ankara Market op staat, de naam van zijn zaak, noteert: 65 kilo lamsvlees, 25 kilo rundvlees aan blokjes gesneden. Beëindigt het telefoongesprek, legt het kladblok met de bestelling op de toonbank en zijn mobieltje bovenop het kladblok. Keurt de kwaliteit van een doos tomaten die zijn vrouw Sebiha hem voorhoudt. Rekent een pak maiskoeken, twee witte broodjes en twee navelsinaasappels af met een klant, een welvarende Hollandse vrouw met strogele haren. Zegt ondertussen: 'Rare gemeente, Schiedam. Doet niets voor de middenstand. Winkeliers moeten zichzelf maar redden. Ga je over de kop, jammer dan. Kan de gemeente niks schelen.' De supermarkt van Selami en Sebiha is nooit over de kop gegaan, maar de nering van veel andere ondernemers aan de Parkweg wèl.Van de zaken die er waren gevestigd toen de Turkse levensmiddelenwinkel er in september 1993 zijn deuren opende, is er niet één meer over. Kofak telt ze op zijn vingers na: 'De dierenwinkel is weg. De tv-zaak, verdwenen. De groente- Het kan

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 316