Bruinsma 369 Musis Bruinsma verwacht dat veel burgemeesters het in 2006 voor gezien houden. 'Veel collega's zijn te benauwd om hun nek uit te steken, ze zullen geen campagne voeren en een fijne regeling tot hun pensioen ambiëren. Er zullen in 2006 overigens zo'n 200 burgemeesters boven de 55 jaar zijn en velen zullen toch wel kunnen afvloeien, zodat de pijn best meevalt. Er zal zich een veijonging voordoen en een verandering van het soort burgemeester. En als ik zie wat de opbrengst kan zijn in democratisch opzicht, dan zeg ik: het is beslist de moeite waard. Tja, hoe weetje of een gekozen burgemeester geen prutser zal zijn? Iemand kan in het maatschappelijk leven zeer verdienstelijk zijn en als burgemeester mislukken. Dat heb je met wethouders ook. De Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk is een kei van een politicus, maar als bestuurder valt hij tegen. Om te voorkomen dat er teveel burgemeesters floppen, zal er vooraf een uitgebreid antecedentenonderzoek moeten zijn; de integriteit van de kandidaten moet vaststaan. Er is straks tenslotte geen selectie meer door de vertrouwens commissie en de commissaris der koningin.' Groot voordeel vindt Bruinsma dat de gekozen burgemeester in de toekomst zelf de wethouders kan aanwijzen. Daarmee neemt de politieke verantwoordelijkheid van de burgemeester toe. 'Ik zeg dat niet uit frustratie over hoe het nu gaat. Vlaardin- gen heeft een uitermate collegiaal college van burgemeester en wethouders. Het college treedt als eenheid op. Maar ik ben niet politiek verantwoordelijk voor de aanpak van problemen. Ik kan niet even een paar directeuren bij elkaar roepen en zeggen: leggen jullie die andere dingen maar even opzij, eerst dit! Nee, zo werkt het niet. Daar heb ik geen irritatie over, want het zijn nu eenmaal de gegeven omstandigheden.' Sinds kort woont het echtpaar Bruinsma aan het Emmaplein, op stand in de Oostwijk. Aanvankelijk had Bruinsma het oog laten vallen op het Gat in de Markt, maar de meest begeerde woning bleek al verkocht. 'Achteraf maar goed ook.Veel te dicht bij het stadhuis. Dan zie ik niks meer van Vlaardingen.' Proefondervindelijk stelde Bruinsma vast dat de woningmarkt in Vlaardingen potdicht zit.'Het is keihard nodig dat we nieuw bouw plegen. We hebben een lijst gemaakt van 25 plekken, verspreid over de stad, waar gebouwd kan worden - afhankelijk uiteraard van de capaciteit van de dienst Stadswerk - maar in de rivierzone gelukkig met ondersteuning van het Ontwikke lingsbedrijf Rotterdam en het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam. We kunnen het namelijk niet alleen.Vlaardingen moet uitkijken de boot niet te missen. Persoonlijk vind ik de rivierzone het belangrijkste project voor de stad. Als we er in slagen om woningbouw rond het station Vlaardingen-Centrum te realiseren en we trekken de woningbouw geleidelijk richting Koningin Wilhelminahaven, dan krijgt Vlaardingen weer een gezicht aan het water. Ik schrok me dood toen ik hier kwam. Ik dacht: hier heeft de tijd stil gestaan, wat is de boel verwaarloosd! Moetje in Rotterdam en Schiedam eens kijken wat er aan bouwplannen ligt en al gerealiseerd is! Ik denk dat men elkaar in de Vlaardingse politiek gevangen hield, waardoor er rond de KW-haven niets mogelijk was. Maar bouwen is keihard nodig. Nieuwe bedrijvigheid ook. Zo'n oeverbos als de Lickebaert is prachtig en om milieuredenen fantastisch, maar het levert geen baan op. Ik zie het als een opdracht om voldoende betrokkenheid te genereren om nieuwe ontwikkelingen tussen het station en de Nieuwe Maas van de grond te tillen.' 'Vlaardingen kampt met enorme achterstanden, infrastructureel, cultureel, toeristisch,' vervolgt hij.'Eén molen! We hebben maar één molen! Daar moeten we het niet van hebben. Maar het is helaas zo, dat Vlaardingen absoluut te weinig geld krijgt. Enkele jaren geleden viel Vlaardingen net buiten het Grotestedenbeleid en men vond het hier niet zo erg, omdat je voor het GSB aan zoveel achterstandscijfers moest voldoen en de zaak hier redelijk op orde leek. Maar de situatie is verslechterd. We hebben een enorme achterstand met bestemmingsplannen. We streven ernaar daar in samenwerking met Maassluis en Schiedam een inhaalslag te plegen, want daarmee moeten we nieuwbouw stimuleren. De grote ellende is: we hebben te weinig geld. Ik hoop ergens dat het Grotestedenbeleid wordt afgeschaft en dat het kabinet overgaat tot gewoon stedenbeleid, want dan doen we tenminste ook mee. Maar dan nog zullen de benodigde middelen niet uit Den Haag komen. Ik reken op Rotterdam. De steun zal moeten komen van de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam. Ik roep al een jaar: jullie vergeten de regio! Rotterdam zoekt ruimte, voor de opvang van kwetsbare groepen, voor woningbouw en bedrijventerreinen - nou, die ruimte is er in de regio, die ruimte hébben wij. Rotterdam zal in de andere Rijnmondgemeenten moeten investeren. Daar moet de plus vandaan komen. En dan zal Brussel niet achterblijven.' Tijdens zijn campagne zei Bruinsma het als een taak te zien dat er meer Europese subsidies richting Vlaardingen vloeien. Binnenkort stelt de gemeente Vlaardingen een aparte subsidiemedewerker aan, die onder andere de mogelijkheden bij de Europese Unie moet verkennen. Bruinsma voorspelt een verdere teruggang, als andere overheden niet méér geld in Vlaardingen pompen. 'Het college heeft besloten om op de begroting negen miljoen om te buigen. Vijf miljoen daarvan zijn puur bezuinigingen. Met de andere vier miljoen willen we investeren, stimuleren. Oud voor nieuw. Die aanpak is nieuw voor Vlaardingen, dat was de politiek hier niet gewend. Het heeft tijd gekost, maar het gemeentebestuur vindt nu ook dat we het zo moeten doen.' Eensgezindheid teweegbrengen: Bruinsma noemt het een 'openbaring' dat het lukt. Als wethouder in Groningen was hij gewend zich met zijn eigen dossiers te bemoeien. Zo is het hem gelukt het college ervan te doordringen dat de politiek meer de wijken in moet, meer zichtbaar op straat aanwezig moet zijn. Het was de belangrijke les die hij tijdens zijn cam pagne leerde.Vlaardingers zeiden dat ze hem in korte tijd vaker zagen dan alle andere raadsleden in vier jaar tijd bij elkaar. Hij koestert het contact met de burgers. 'Deze stad kent een sterke betrokkenheid, er is een goed cultureel klimaat dat mensen prikkelt om hun verbondenheid met de stad te manifesteren. Inherent daaraan is dat er ook veel kritiek komt, watje met name ziet in de cultuursector, waar Ben van der Velde nieuwe wegen wil inslaan die links en rechts niet overal begrepen worden. De vraag is of die kritiek terecht is. Ben werkt hard aan zijn cultuurnota, en misschien had die nota er al veel eerder moeten zijn, om kritiek tijdig te ondervangen en duidelijkheid te creëren. Maar het is natuurlijk zo dat de culturele wereld van Vlaardingen zo overzichtelijk is dat iedereen iedereen kent en als de wethouder dan iets anders wil, is de hele culturele wereld in rep en roer. Die ongerustheid deel ik niet. Cultuur is enorm belangrijk als bindmiddel, en zeker in Vlaardingen is cultuur onmisbaar voor de sociale samenhang. Dat besef staat bij het college recht overeind. Juist in een stad die zo bedreigd wordt en achterstanden heeft, is goed cultuurbeleid een randvoorwaarde.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2003 | | pagina 369